Toespraak van minister-president Schoof bij ontvangst van de Olympische medaillewinnaars in Den Haag
Minister-president Schoof hield in de Glazen Zaal een toespraak bij de ontvangst van de Olympische medaillewinnaars.
Beste Olympiërs,
Toen ik een paar weken geleden voor het eerst in mijn nieuwe agenda keek, zag ik daarin best wat afspraken waarvan ik dacht: dat wordt niet meteen een gezellig gesprek. Maar gelukkig stond deze bijeenkomst ook gereserveerd. En wat mij meteen opviel: niet met potlood.
Want hoewel Parijs nog ver was, de Olympische Spelen nog moesten beginnen en ik zelf nog niet eens in het Torentje zat, was de boodschap voor iedereen in Nederland maar alvast duidelijk. Nederland zou medailles gaan winnen. Geen twijfel over mogelijk.
En die hoop, of eigenlijk, die stellige overtuiging, is meer dan terecht gebleken. Want toen de kop er eenmaal af was, met het goud voor de dubbelvier mannen roeiploeg, bleef het gouden medailles regenen. Niet alleen bij het roeien, maar ook bij het zeilen, hockey, op de atletiekbaan, bij het baanwielrennen, basketbal en openwaterzwenmen.
Sommige momenten zijn nu al historisch. Natuurlijk die fenomenale slotsprint van Femke Bol op de gemengde 4 x 400 meter estafette. Zoals Pieter van den Hoogenband zei: Een estafette voor de eeuwigheid.
Of de allereerste gouden basketballmedaille ooit voor Nederland. De hattrick van Harrie uiteraard.
En toen was er ook nog het goud van Sifan, na 2 keer brons. Wat een prestatie! Wat een moment! En wat was het super om erbij te mogen zijn. Ik ga dat echt nooit, nooit meer vergeten.
Maar ik denk bijvoorbeeld ook aan die geweldige 4e plek voor Sven Roosen op de tienkamp, waarmee hij zichzelf én ons verraste met een nieuw Nederlands puntenrecord. Ook dat is een historische prestatie. Net als het brons bij het synchroonzwemmen van Noortje en Bregje de Brouwer. Of het zilver van Manon Veenstra op de BMX.
Ik vind dat zelf het allermooiste aan sport – dat je op zoveel verschillende manieren kunt winnen door je grenzen te verleggen. Sport is gewoon echt fantastisch en jullie hebben dat aan heel Nederland laten zien.
Niet alleen ik heb genoten, heel Nederland heeft genoten. Jullie rol als voorbeeld en inspiratiebron voor alle kinderen en jongeren in Nederland is
superbelangrijk. Niet alleen voor de Femkes, Harries en Sifans van de toekomst, maar voor alle jongeren in alle sporten.
Ik weet zeker dat we de komende tijd dat effect gaan zien. Daarom is sport zo belangrijk, op alle leeftijden maar, maar zeker voor de jeugd. Met sporten kun je niet jong genoeg beginnen. En je kunt er ook best lang mee doorgaan en jong bij blijven – weet ik uit ervaring.
De verleiding is natuurlijk groot om vandaag zoveel mogelijk van die mooie Olympische sportmomenten apart te gaan benoemen. Maar ik zal dat niet doen. Ten 1e omdat collega Vincent Karremans daar zo nog veel meer over gaat zeggen. En ten 2e omdat jullie natuurlijk niet te laat mogen komen bij jullie grootste fans op Huis ten Bosch.
Maar duidelijk is, jullie hebben het allerhoogste bereikt: de top van de Olympus met een medaille om het te bewijzen. Goud, zilver of brons – elke kleur is prachtig!
Ik wil jullie namens heel Nederland feliciteren met de enorme sportieve prestaties die jullie hebben neergezet. 15 gouden medailles, ongeëvenaard. In totaal maar liefst 34 medailles.
Hulde, hulde, hulde. En achter iedere medaille schuilt een lang, individueel verhaal over wat ervoor nodig was om daar te komen. Over discipline. Over opoffering. Over vallen, pijn en toch weer doorzetten, om zo elke dag een stapje verder te komen dan de dag ervoor.
Maar er is nog een andere prestatie die jullie als collectief hebben neergezet. Eentje die misschien nog wel moeilijker is, en waarvoor je bovendien niet kunt trainen.
Ik heb het over de prestatie om Nederland een clubgevoel te geven. Het is jullie vast niet ontgaan dat het, zeker hier in Den Haag, niet altijd lukt iedereen op één lijn te krijgen. En dat is dan alleen nog maar onder politici. Veel breder zien we dat ook op andere plekken in de samenleving.
Daar zou je best een beetje somber van kunnen worden, als je niet ziet wat er ook is. De nationale verbroedering, die als een onzichtbare natuurwet altijd boven komt drijven als het om sport gaat. Clubrivaliteit, dorpsvetes en sociale strijd: het wordt allemaal opzij geschoven als de Olympische vlam is aangestoken.
Dan gaat het over onze sporters. Onze teams. En natuurlijk: onze medailles. Dan zijn we allemaal: Team.NL.
Ik zou dan ook niets liever willen, dan jullie vragen om in het landsbelang nog even door te gaan. Gewoon elke dag een wedstrijd, live op tv. Met publiek, spandoeken en een eigen Oranje dorp. Met winnaars, gezang en gejuich.
Maar bovenal: met die sfeer die alleen de sport ons kan brengen. Een Nederland dat als 1 man en 1 vrouw achter zijn sporters staat. Waarin iedereen meeleeft, mee-treurt en meeviert. Dat is wat jullie ons de afgelopen weken hebben gebracht. Dat is pas winnen. En dat is eigenlijk voor elk van jullie nog een medaille waard.
Dank jullie wel daarvoor, sporters en begeleidingsteam, en heel veel plezier
vandaag en de komende tijd. Maak er een mooi feestje van met elkaar en met jullie familie en vrienden. Het is meer dan verdiend!