Evaluatie pilot webmodule naar de Tweede Kamer
De webmodule die de afgelopen jaren gebouwd is, kan in veel gevallen opdrachtgevers en zelfstandigen helderheid geven of werk door een zelfstandige of een werknemer gedaan mag worden. Bij in elk geval zeventig procent van de opdrachten geeft hij duidelijkheid. Dit blijkt uit de evaluatie van de pilot van de webmodule. De resultaten staan in de zevende voortgangsbrief ‘Werken als zelfstandige’ die vandaag naar de Tweede Kamer is verzonden. Het kabinet meldt in deze brief dat in afwachting van de formatie het moratorium op de handhaving door de Belastingdienst van kracht blijft.
Wanneer mag je een opdracht door een zelfstandige laten uitvoeren? Daar is soms geen eenvoudig antwoord op te geven omdat hiervoor naar alles moet worden gekeken wat een rol speelt bij de uitvoering van een opdracht (de feiten en omstandigheden). Dat verschilt soms per opdracht en bedrijf. Maar de uitkomst heeft wel grote gevolgen omdat de arbeidsrechtelijke en fiscale behandeling verschilt tussen iemand die in loondienst werkt en iemand die dat als zelfstandige doet. Voor opdrachtgevers geeft een onjuiste beoordeling van de arbeidsrelatie onder andere een risico op navorderingen van sociale premies en de loonbelasting.
Het kabinet heeft de afgelopen jaren erop ingezet meer zekerheid te geven bij het beoordelen van arbeidsrelaties door een webmodule uit te werken. Dit is een vragenlijst waar verschillende uitkomsten uit kunnen komen: de indicatie dat er sprake is van een (fictief) dienstverband of een indicatie dat er buiten een dienstverband gewerkt mag worden (door een zelfstandige). Ook kunnen gevallen te complex zijn, dan is er geen indicatie mogelijk. Voor het samenstellen van de vragenlijst is veel onderzoek gedaan, zo hebben onder andere opdrachtengevers vragenlijsten ingevuld, is er naar jurisprudentie gekeken en is er feedback gevraagd op de eerste lijsten. De webmodule heeft daarnaast zes maanden als pilot online gestaan om meer zicht te krijgen op de werking ervan. Opdrachtgevers konden hem anoniem als voorlichtingsinstrument invullen.
Uit de pilot met de webmodule komt dat gemiddeld in 28 procent van de gevallen de uitkomst ‘indicatie buiten dienstbetrekking’ wordt gegeven en in 33,9 procent van de gevallen de uitkomst ‘indicatie dienstbetrekking’. In 9,7 procent is er mogelijk sprake van een fictieve dienstbetrekking. In 28,4 procent van de gevallen is er geen oordeel mogelijk op basis van de webmodule. Als opdrachtgevers en -nemers op een aantal punten aanpassingen doen in het werkproces is dit laatste mogelijk terug te brengen tot onder de 20 procent. De webmodule blijft voorlopig als voorlichtingsinstrument bestaan. De informatie die zo is opgehaald wordt gebruikt ter verbetering van dit instrument. Het nieuwe kabinet zal besluiten welke verdere stappen zullen worden genomen rond het werken als zelfstandige en of en in welke vorm de webmodule wordt ingevoerd.
Gesprekken
De afgelopen maanden zijn er ook gesprekken gevoerd met verschillende sectoren rond het thema ‘werken als zelfstandige’ onder meer over de redenen die mensen hebben om te werken als zelfstandige en of en waar het wettelijk kader knelt. Een terugkerend thema hierin zijn de grote kostenverschillen die er zijn tussen loondienst en de inhuur van zelfstandigen. Met het verlagen van de zelfstandigenaftrek en de afspraken rond de invoering van de arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen heeft het kabinet hier stappen in gezet.
Handhaving
Het handhavingsmoratorium blijft voorlopig van toepassing totdat er een besluit wordt genomen over de invoering van de webmodule en het (gefaseerd) opstarten van de handhaving. Dat is aan een volgend kabinet. Dat betekent dat er voorlopig beperkt gehandhaafd wordt door de Belastingdienst. Er wordt alleen gehandhaafd op kwaadwillendheid of wanneer aanwijzingen (vanaf 1 september 2019) niet binnen een redelijke termijn zijn opgevolgd. Voor een betere naleving is handhaving overigens zeker niet altijd nodig. Het doen van een bedrijfsbezoek of een boekenonderzoek draagt vaak al bij aan een betere werkwijze. Ook werken de Belastingdienst en Inspectie SZW beter samen bij het toezicht arbeidsrelaties en bij het opsporen van schijnconstructies.