Kabinet: groot experiment naar inspanningsplicht WW
Voor mensen bij wie het tegenzit hebben we in Nederland een vangnet. Zo heeft iemand die zijn of haar baan verliest vanuit de Werkloosheidswet (WW) recht op een uitkering. Dat is een belangrijk goed. Tegelijkertijd wil minister Van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid meer inzicht krijgen in wat het beste werkt om mensen met een WW-uitkering weer aan een baan te helpen. Daarom gaat de minister het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) juridisch de ruimte geven voor een grootschalig en meerjarig onderzoek naar de inspanningsplicht binnen de WW. In dit onderzoek wordt gekeken naar wat de effecten zijn van deze plicht en eventuele mogelijkheden voor een alternatief met daarbij meer aandacht voor de situatie van individuele mensen.
De effectiviteit van de inspanningsplicht om mensen aan een nieuwe baan te helpen is vaker onderwerp van discussie. Doordat hier in de context van de WW weinig onderzoek naar is gedaan kunnen er geen harde uitspraken over worden gedaan. Ook ontbreekt onderzoek naar alternatieven voor de huidige invulling en vormgeving van de inspanningsplicht. Daarom wil minister Van Gennip UWV de (juridische) ruimte geven om onderzoek te doen naar 3 varianten. WW’ers worden willekeurig geselecteerd en beslissen zelf over deelname aan een van de 2 varianten. Indien zij afzien van deelname, vallen zij automatisch onder de ‘controlegroep’:
- Voor de 1e groep – de zogenaamde controlegroep – geldt de reguliere sollicitatieplicht als invulling van de inspanningsplicht en de handhaving hierop. Hierbij gaat het om 4 sollicitatie-activiteiten per 4 weken (tenzij anders afgesproken).
- Voor de 2e groep geldt een alternatieve invulling van de inspanningsplicht, waarbij er geen verplichtingen op het gebied van solliciteren zijn en er op dat gebied ook geen handhaving plaatsvindt. Deze groep mag dus op eigen initiatief op zoek naar werk. Aan deze groep wordt wel de reguliere ondersteuning en dienstverlening vanuit UWV aangeboden.
- Voor de 3e groep worden op individueel niveau, op basis van een persoonlijk gesprek en een plan van aanpak dat WW-gerechtigden zelf opstellen, afspraken gemaakt over de sollicitatie-activiteiten. Op deze afspraken wordt ook gehandhaafd en ook zij ontvangen de reguliere ondersteuning vanuit UWV.
De beoogde start van het onderzoek is medio 2024 en het onderzoek duurt ongeveer 4 jaar. UWV voert het onderzoek uit en een onafhankelijk bureau analyseert de resultaten en stelt een onderzoeksrapport op. Met de resultaten van dit onderzoek kan, indien nodig, nieuw beleid worden ontwikkeld om mensen sneller en duurzaam uit de WW te helpen.
Vervolg
Het ontwerpbesluit wordt ter advisering bij de Raad van State neergelegd. Daarna bespreekt het kabinet het besluit met de Tweede Kamer voordat het onderzoek van start gaat.