De woningcorporatie mag u niet uw huurwoning uitzetten
De woningcorporatie mag u niet uit uw ouderlijke huurwoning zetten als uw ouder(s) is/zijn overleden terwijl u hier nog woont. Ook moet de woningcorporatie u ondersteunen. Bijvoorbeeld door de huur te verlagen als dit nodig is en u door te sturen naar hulpinstanties.
Welke zaken u moet regelen
Om te zorgen dat u voorlopig in de ouderlijke woning kunt blijven wonen, is het belangrijk om de volgende stappen zo snel mogelijk te nemen:
- Neem contact op met uw woningcorporatie en geef aan dat 1 van uw ouders of beide ouders die de woning van de corporatie huurde(n) is/zijn overleden. De corporatie moet alle informatie geven die u nodig hebt.
- Vraag de woningcorporatie om een contactpersoon bij wie u terecht kan voor vragen.
- Bent u 16 of 17 jaar oud? Zorg dat u toestemming krijgt van uw wettelijk voogd om het huurcontract te verlengen.
- Heeft u nog een andere ouder, maar heeft u daar geen contact meer mee? Dan moet u kunnen aantonen dat u met die ouder geen contact meer heeft. Dat kan bijvoorbeeld met:
- Bankafschriften. Als uw overlevende ouder u minimaal 3 jaar geen financiële steun heeft gegeven, is dat bewijs.
- Een bewijs van dat u minimaal 3 jaar staat ingeschreven op het adres van uw overleden ouder (op het moment dat die ouder nog leefde).
- Foto’s of correspondentie zoals chatberichten of e-mails.
- Om voor onbepaalde tijd in de woning te mogen blijven wonen, is het belangrijk om bewijs te verzamelen. U moet kunnen aantonen dat u een duurzame gemeenschappelijke huishouding met uw overleden ouder(s) voerde.
Er is sprake van een duurzame gemeenschappelijke huishouding als de bewoners van de huurwoning minimaal 2 jaar samen een huishouding voer(d)en. Bewijs hiervan is bijvoorbeeld:
- Informatie waaruit blijkt dat u samen met uw ouder(s) in de woning woonde.
- Kopieën van rekeningen die u samen heeft betaald. Bijvoorbeeld voor vaste lasten, maar ook boodschappen, verzekeringen of rekeningen voor bijvoorbeeld reparaties in het huis. Dit kunnen ook chatberichten of e-mails zijn.
- Bewijs dat u samen vrije tijd heeft doorgebracht, dit kunnen foto’s of sociale-media-berichten zijn.
- Bewijs waarin u kunt aantonen dat u de intentie had samen te blijven wonen. En dat u niet op zoek bent naar een andere woning voor uzelf.
In deze situatie is het goed contact opnemen met uw rechtsbijstandverzekering, als u die heeft. Ook kunt u contact opnemen met het Juridisch Loket. Zij kunnen u advies geven.
- Vraag huurtoeslag aan als u daarvoor in aanmerking komt. Is de huur daarvoor te hoog? Dan kunt u de huurtoeslag pas aanvragen nadat de woningcorporatie de huur heeft verlaagd. Huurtoeslag vraagt u aan bij de Belastingdienst.
Wat uw rechten zijn
De woningcorporatie moet u met een aangetekende brief informeren over uw rechten en plichten. Dat moet de woningcorporatie doen binnen een maand nadat u ze over het overlijden van uw ouder(s) is informeert. Wat uw rechten zijn, hangt af van uw leeftijd.
Bent u tussen de 16 jaar en 27 jaar oud en woont u het grootste deel van de week in de woning van uw overleden ouder(s)? En staat u ook op dat adres ingeschreven in de Basisregistratie Personen?
- Dan mag u tot uw 28e verjaardag in die woning blijven wonen. U verlengt de huur van uw overleden ouder(s). Woont u met 1 of meer oudere broer(s) of zus(sen) in de huurwoning van uw overleden ouder(s)? Dan mag u in de woning blijven wonen totdat de oudste inwonende broer of zus 28 jaar oud wordt. Dat geldt ook als de oudste inwonende broer of zus in de tussentijd verhuist of overlijdt.
- Komt u in aanmerking voor huurtoeslag? Dan hangt van uw leeftijd af naar welk bedrag de woningcorporatie de huur moet verlagen:
- Als u 23 jaar of ouder bent naar € 879,66 (2024), zodat u huurtoeslag kunt krijgen.
- Als u jonger dan 23 jaar bent naar € 454,47 (2024), zodat u huurtoeslag kunt krijgen. Zodra u 23 jaar wordt, mag de woningcorporatie de huur verhogen naar het niveau van vóór die huurverlaging plus de in die jaren toegestane jaarlijkse huurverhogingen. In totaal mag dit niet hoger zijn dan € 879,66.
Bent u 28 jaar geworden?
Wanneer u of een oudste inwonende broer of zus 28 jaar oud wordt, mag de woningcorporatie de huur opzeggen. Beëindigt de woningcorporatie uw huurcontract en wilt u dat niet omdat u in de woning wil blijven wonen? Geef dit dan aan bij de woningcorporatie.
Als u niet met de huuropzegging instemt, kan alleen de rechter de huur beëindigen. De woningcorporatie zal dan naar de rechter moeten gaan. De rechter kijkt dan of er voor u en uw eventuele inwonende broer(s) of zus(sen) een andere passende woonruimte beschikbaar is. Dit moet de woningcorporatie aantonen. De rechter bepaalt vervolgens of de huur eindigt of niet. Elke situatie is hierbij anders en moet dus ook apart beoordeeld worden.
In deze situatie is het goed contact opnemen met uw rechtsbijstandverzekering, als u die heeft. Ook kunt u contact opnemen met het Juridisch Loket. Zij kunnen u advies geven.
Bent u ouder dan 27 jaar op het moment dat (een van) uw ouders bij wie u inwoont overlijdt)?
Dan verlengt u de huur van uw ouders in principe niet. Dat is alleen anders als de woningcorporatie u aanmerkt als medehuurder van uw overleden ouder(s). Dit kan op uw verzoek, of na een oordeel van de rechter. In dat geval zet u wel de huur van je ouder(s) voort. U bent medehuurder u samen met uw ouders(s een duurzame gemeenschappelijke huishouding voerde.
De woningcorporatie hoeft in deze situatie de huur niet te verlagen naar € 879,66.