Kwaliteit van wetten en regels
Nieuwe wetten en regels moeten doeltreffend zijn en geen ongewenste effecten hebben. Ook moeten rechters ze makkelijk kunnen gebruiken. Daarom heeft de Rijksoverheid kwaliteitseisen en een wetgevingstoets voor wetten en regels.
Kwaliteitseisen voor wetten en regels
Nieuwe wetten en regels moeten:
- voldoen aan hogere nationale en internationale wetten, zoals de Grondwet, Europese wetgeving of internationale verdragen;
- effect hebben (en geen onbedoelde bijeffecten hebben);
- uit te voeren zijn;
- te handhaven zijn;
- te controleren zijn, bijvoorbeeld door politie of toezichthouders;
- te toetsen zijn door rechters;
- een duidelijke beschrijving hebben over het doel;
- eenvoudig zijn.
Wetgevingstoets
De minister van Justitie en Veiligheid (JenV) is rijksbreed verantwoordelijk voor de kwaliteit van wetgeving. Ambtenaren van JenV doen bij alle wetsvoorstellen en algemene maatregelen van bestuur een wetgevingstoets. Uit deze toets blijkt of voorstellen voldoen aan de kwaliteitseisen.
Daarnaast toetst:
- het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) of een nieuwe wet niet in strijd is met de Grondwet;
- het ministerie van Economische Zaken (EZ) de effecten voor bedrijven;
- het ministerie van Financiën de financiële consequenties.
De ministerraad beslist met alle toetsresultaten over het wetsvoorstel.