Verandering rechtspositie medewerkers in het openbaar onderwijs
Sinds 2020 is de rechtspositie van medewerkers in het openbaar onderwijs en het bijzonder onderwijs gelijkgetrokken. Nu geldt voor alle medewerkers in het openbaar onderwijs het private arbeidsrecht in plaats van het ambtenarenrecht. Daarmee hebben zij dezelfde rechtspositie als medewerkers in het bijzonder onderwijs. Bijvoorbeeld islamitische, vrije of Montessori-scholen.
Medewerkers openbaar onderwijs niet langer ambtenaar
De rechtspositie van alle ambtenaren veranderde op 1 januari 2020. Toen ging de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (Wnra) in. Daarmee vallen medewerkers in het openbaar onderwijs niet langer onder het ambtenarenrecht. Het private arbeidsrecht uit het Burgerlijk Wetboek gaat gelden. Dit is al zo voor de bijzondere onderwijsinstellingen en voor werknemers in het bedrijfsleven.
Wijzigingen alleen in openbaar onderwijs
De wijzigingen in de rechtspositie gelden voor alle medewerkers in deze openbare onderwijsinstellingen:
- primair onderwijs (basisonderwijs en speciaal onderwijs);
- voortgezet onderwijs;
- universiteiten en universitaire medische centra;
- onderzoeksinstellingen.
Er verandert niets voor medewerkers in het middelbaar (mbo) en hoger beroepsonderwijs (hbo). In het mbo en hbo zijn geen openbare instellingen, maar alleen bijzondere instellingen. Medewerkers in bijzondere onderwijsinstellingen vallen namelijk al onder het private arbeidsrecht.
Gevolgen nieuwe rechtspositie
Dit zijn de belangrijkste veranderingen in het arbeidsrecht voor het openbaar onderwijs.
- Medewerkers krijgen een arbeidsovereenkomst in plaats van een eenzijdige aanstelling.
- De ketenbepaling voor tijdelijke contracten geldt. Die regeling bepaalt na hoeveel tijdelijke contracten iemand een contract voor onbepaalde tijd krijgt. Vakbonden kunnen in cao’s afwijkende regels afspreken met de werkgevers in het onderwijs.
- Andere regels voor ontslag: het UWV of de kantonrechter bepaalt vooraf of iemand ontslagen mag worden.
Arbeidsvoorwaarden via cao geregeld
Arbeidsvoorwaarden als verlof en loon veranderen niet door de Wnra. De arbeidsvoorwaarden voor het onderwijs worden in de onderwijscao’s geregeld. Er is een cao voor het basisonderwijs en een cao voor het voortgezet onderwijs.
Aparte aanpassingswetten voor het onderwijs
Voor medewerkers in het openbaar onderwijs waren nog extra aanpassingswetten nodig, naast de Wnra. Die wetten regelen dat de onderwijsmedewerkers niet onder de Ambtenarenwet 2017 hoeven te vallen. Daarnaast zijn er aanpassingen gedaan in de bestaande onderwijswetten. Alle ambtelijke termen zijn vervangen door termen die passen bij het private arbeidsrecht. De ambtelijke term aanstelling is bijvoorbeeld vervangen voor het woord arbeidsovereenkomst.
De extra wetten voor het onderwijs zijn:
- Wet tot wijziging van enige wetten in verband met de normalisering van de rechtspositie van ambtenaren in het onderwijs;
- Besluit normalisering rechtspositie personeel openbaar onderwijs;
- Wijzigingsregeling Wnra OCW-sectoren.
Meer informatie wijzigingen rechtspositie onderwijs
Werkgeversorganisaties en onderwijsbonden geven meer informatie over de wijzigingen door de Wnra:
- Primair Onderwijs (PO): de sectororganisatie voor het primair onderwijs (basisonderwijs) biedt informatie over de Wnra voor het PO;
- Voortgezet Onderwijs (VO): de sectororganisatie voor het VO biedt informatie over de Wnra voor het VO.
- Wetenschappelijk Onderwijs (WO): Vereniging voor samenwerkende Universiteiten (VSNU) biedt informatie over de Wnra voor het WO.
- Onderzoeksinstellingen: de werkgeversvereniging van onderzoeksinstellingen kunt u bereiken via e-mail, telefoon f de website: wvoi@nwo.nl, 070-349 40 21 of www.wvoi.nl
- Universitair Medische Centra: de Nederlandse federatie van Universitair Medische Centra biedt informatie over de Wnra voor UMC's.