Welke voorbehouden handelingen mag een zorgverlener uitvoeren?
Of u een voorbehouden handeling mag uitvoeren, hangt af van uw functie. Er zijn 14 categorieën voorbehouden handelingen. Voor elke categorie staat in de wet welke beroepsgroep die handeling zelfstandig mag uitvoeren.
Beroepsgroepen met een zelfstandige bevoegdheid
Er zijn 6 beroepsgroepen die bepaalde voorbehouden handelingen zelfstandig mogen uitvoeren als ze daartoe bekwaam zijn. Ook moeten die handelingen behoren tot hun deskundigheidsgebied. Het deskundigheidsgebied is het vakgebied waarvoor de zorgverlener de opleiding heeft gedaan. Een tandarts is bijvoorbeeld deskundig op het gebied van de tandheelkunde.
Het gaat om:
artsen;
tandartsen;
physician assistants;
verloskundigen;
verpleegkundig specialisten;
klinisch technologen.
Beroepsgroep met een tijdelijke zelfstandige bevoegdheid
Er is 1 beroepsgroep met een tijdelijke zelfstandige bevoegdheid. Deze beroepsgroep heeft tijdelijk zelfstandig de bevoegdheid voor een aantal voorbehouden handelingen die behoort tot hun deskundigheidsgebied. In dit geval voor de duur van een onderzoek-experiment. De beroepsgroep is:
geregistreerd-mondhygiënisten (tot en met 30 juni 2025).
Beroepsgroepen met een functioneel zelfstandige bevoegdheid
Daarnaast zijn er 3 beroepsgroepen die bepaalde voorbehouden handelingen die horen tot hun deskundigheidsgebied in opdracht mogen uitvoeren. Dit doen zij in opdracht van een zelfstandig bevoegde zorgverlener zonder toezicht door en tussenkomst van de opdrachtgever. Dit heet de functioneel zelfstandige bevoegdheid.
De 3 beroepsgroepen zijn:
verpleegkundigen;
ambulanceverpleegkundigen;
mondhygiënisten.
Overzicht voorbehouden handelingen en beroepsgroepen
Hieronder vindt u een overzicht van alle voorbehouden handelingen en welke beroepsgroep deze uit mag voeren. Zij mogen alleen voorbehouden handelingen zelfstandig uitvoeren die horen tot hun deskundigheidsgebied. Zo mag een verloskundige hechten na een bevalling en een tandarts na het trekken van een kies.
Voorbehouden handelingen staan in de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg. Deze wet is ook bekend onder de naam Wet BIG.
Heelkundige handelingen zijn bijvoorbeeld ingrepen zoals een operatie. Hierbij herstelt het lichaamsweefsel zich niet direct.
Artsen, tandartsen, verloskundigen, physician assistants, verpleegkundig specialisten algemene gezondheidszorg en klinisch technologen mogen heelkundige handelingen uitvoeren. Dit mogen zij binnen hun deskundigheidsgebied. Verpleegkundig specialisten geestelijke gezondheidszorg mogen deze handeling niet zelfstandig uitvoeren.
Mondhygiënisten mogen binnen hun deskundigheidsgebied functioneel zelfstandig een eerste beginnend gaatje (primaire caviteit) behandelen door deze uit te boren en te vullen.
Ambulanceverpleegkundigen mogen een coniotomie uitvoeren in opdracht van een zelfstandig bevoegde zorgverlener. Dit mag zonder toezicht en tussenkomst (functioneel zelfstandig). Bij een coniotomie wordt de luchtweg vrijgemaakt, zodat de patiënt kan ademen. Dit mogen zij binnen hun deskundigheidsgebied.
Dit zijn bijvoorbeeld handelingen tijdens een bevalling. Of verloskundige nazorg, zoals hechten.
Artsen en verloskundigen mogen verloskundige handelingen uitvoeren.
Een endoscopie is een onderzoek waarbij in lichaamsholten wordt gekeken. Bijvoorbeeld een darmonderzoek.
Artsen, physician assistants en verpleegkundig specialisten algemene gezondheidszorg mogen endoscopieën uitvoeren. Dit mogen zij binnen hun deskundigheidsgebied. Verpleegkundig specialisten geestelijke gezondheidszorg mogen deze handeling niet zelfstandig uitvoeren.
Bij een catheterisatie worden stoffen met een buisje in lichaamsholten ingebracht of verwijderd. Een bekend voorbeeld is een infuus.
Artsen, verloskundigen, physician assistants, verpleegkundig specialisten algemene gezondheidszorg en klinisch technologen mogen catheteriseren. Dit mogen zij binnen hun deskundigheidsgebied. Verpleegkundig specialisten geestelijke gezondheidszorg mogen deze handeling niet zelfstandig uitvoeren.
Verpleegkundigen mogen binnen hun deskundigheidsgebied functioneel zelfstandig catheterisaties van de blaas bij volwassenen uitvoeren. Hetzelfde geldt voor een maagsonde of infuus inbrengen. Ambulanceverpleegkundigen mogen binnen hun deskundigheidsgebied in opdracht van een zelfstandig bevoegde zorgverlener, zonder toezicht en tussenkomst (functioneel zelfstandig) een beademingsbuis via neus of mond in de luchtpijp aanbrengen of verwijderen (in- en extuberen). Dit geldt ook voor het toepassen van drainagepunctie bij een complexe klaplong (spanningspneumothorax).
Bij injecties krijgt een patiënt met een holle naald een middel ingespoten. Dit kan in lichaamsweefsel of een bloedvat. Een middel kan een medicijn zijn, maar bijvoorbeeld ook een filler of zoutoplossing.
Artsen, tandartsen, verloskundigen, physician assistants, verpleegkundig specialisten algemene gezondheidszorg en verpleegkundig specialisten geestelijke gezondheidszorg en klinisch technologen mogen injecteren. Dit mogen zij binnen hun deskundigheidsgebied.
Geregistreerd-mondhygiënisten hebben vanaf 1 juli 2020 tot en met 30 juni 2025 de zelfstandige bevoegdheid om te injecteren. Dit mogen zij binnen hun deskundigheidsgebied.
Verpleegkundigen mogen binnen hun deskundigheidsgebied functioneel zelfstandig injecties in aders, in spierweefsel en onderhuids geven. Mondhygiënisten mogen binnen hun deskundigheidsgebied functioneel zelfstandig lokaal verdoven door het geven van een injectie. Functioneel zelfstandig is: in opdracht van een zelfstandig bevoegde zorgverlener zonder toezicht en tussenkomst.
Bij een punctie haalt een zorgverlener met een naald vocht of weefsel uit een orgaan.
Artsen, verloskundigen, physician assistants, klinisch technologen en verpleegkundig specialisten algemene gezondheidszorg en verpleegkundig specialisten geestelijke gezondheidszorg mogen puncties uitvoeren. Dit mogen zij binnen hun deskundigheidsgebied.
Verpleegkundigen mogen binnen hun deskundigheidsgebied functioneel zelfstandig bloed afnemen met een holle naald (venapunctie) en een hielprik bij pasgeborenen uitvoeren.
Narcose is een verdoving waarbij de patiënt het bewustzijn verliest.
Artsen en tandartsen mogen deze handeling uitvoeren.
In de gezondheidszorg wordt soms straling of radioactiviteit gebruikt. Bijvoorbeeld om een diagnose te stellen of om te genezen. Voorbeelden zijn een röntgenfoto, een CT-scan of bestraling tegen kanker (radiotherapie).
Artsen, tandartsen en klinisch technologen mogen deze handeling uitvoeren. Dit mogen zij binnen hun deskundigheidsgebied.
Geregistreerd-mondhygiënisten hebben vanaf 1 juli 2020 tot en met 30 juni 2025 de zelfstandige bevoegdheid om radioactieve stoffen te gebruiken. Dit mogen zij binnen hun deskundigheidsgebied.
Bij electieve cardioversie keert een zorgverlener een onregelmatig hartritme om naar een regelmatige hartslag.
Artsen, physician assistants en verpleegkundig specialisten algemene gezondheidszorg mogen deze handeling uitvoeren. Dit mogen zij binnen hun deskundigheidsgebied. Verpleegkundig specialisten geestelijke gezondheidszorg mogen deze handeling niet zelfstandig uitvoeren.
Ambulanceverpleegkundigen mogen binnen hun deskundigheidsgebied functioneel zelfstandig electieve cardioversie toepassen.
Bij defibrillatie krijgt een patiënt een elektrische schok zodat het hart weer normaal gaat kloppen.
Artsen, physician assistants en verpleegkundig specialisten algemene gezondheidszorg mogen defibrilleren.
Verpleegkundig specialisten = geestelijke gezondheidszorg mogen deze handeling niet zelfstandig uitvoeren.
Ambulanceverpleegkundigen mogen binnen hun deskundigheidsgebied functioneel zelfstandig defibrillatie toepassen.
Met elektroconvulsieve therapie veroorzaakt een zorgverlener met elektriciteit een epileptische toeval. Deze therapie wordt soms binnen de psychiatrie toegepast.
Alleen artsen mogen deze handeling uitvoeren.
Bij steenvergruizing verwijdert een zorgverlener bijvoorbeeld een niersteen met schokgolven uit het lichaam
Alleen artsen mogen deze handeling uitvoeren.
Hierbij verricht een zorgverlener handelingen om een zwangerschap tot stand te brengen als dit niet op natuurlijke wijze kan.
Alleen artsen mogen deze handeling uitvoeren.
Artsen, tandartsen, verloskundigen, physician assistants, verpleegkundig specialisten algemene gezondheidszorg en verpleegkundig specialisten geestelijke gezondheidszorg mogen medicijnen op recept voorschrijven. Dit mogen zij binnen hun deskundigheidsgebied.
Medicijnen voorschrijven is ook een voorbehouden handeling op basis van de Geneesmiddelenwet.