Tweede Kamer akkoord met wetsvoorstel Wajong
Vandaag stemde de Tweede Kamer in met het wetvoorstel van staatssecretaris Van Ark, Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Het wetsvoorstel wordt nu voorgelegd aan de Eerste Kamer. De meeste nieuwe regels gaan in de eerste helft van 2020 in. De regels die te maken hebben met de hoogte van de Wajong-uitkering gaan per 2021 in.
De huidige regels pakken nu voor sommige Wajongers gunstig uit en voor een grote groep Wajongers juist weer niet. Door het aanpassen van die regels wordt het makkelijker om sneller meer geld over te houden als je gaat werken en kun je altijd terugvallen op je Wajong-uitkering als je je werk verliest. Ook mag je je volledige uitkering houden als je een opleiding volgt. Dat stimuleert jonggehandicapten om met een opleiding sterker op de arbeidsmarkt te starten.
Inkomen is voor iedereen belangrijk. Nog meer als je afhankelijk bent van hulp en ondersteuning. We hebben hier te maken met 245.000 unieke mensen. Daarom is het zo cruciaal dat we dit goed voor hen regelen. En dat we mensen steunen op weg naar werk of een opleiding.
Staatssecretaris Tamara van Ark
Verbeteringen
De Tweede Kamer heeft met een meerderheid gevraagd om de volgende aanpassingen:
Garantietermijn van 12 maanden. De Wajonger die werkt krijgt een garantiebedrag waarmee zijn of haar inkomen gelijk blijft op het moment dat de nieuwe regels ingaan. Als de Wajonger zijn of haar baan verliest en binnen 12 maanden weer een nieuwe baan vindt, gaat de aanvulling weer van start.
Mensen die arbeidsongeschikt zijn, minder dan 20% arbeidsvermogen hebben en toch een klein beetje werken mogen ook van iedere verdiende euro 30 cent houden.
Iedere werkende Wajongere heeft altijd minimaal hetzelfde inkomen als iemand zonder Wajong maar met dezelfde functieloon en uren werk.
Voor dit wetsvoorstel is jaarlijks ruim 20 miljoen beschikbaar.
Garantiebedrag om het verschil te compenseren
UWV gaat voor alle Wajongers de nieuwe regels met de oude regels vergelijken. Als je uitkering op basis van de nieuwe regels lager uit zou komen dan de oude uitkering, krijg je een garantiebedrag. Als je blijft werken in dezelfde baan met hetzelfde aantal uren of meer uren heb je recht op het garantiebedrag. Dit kan duren tot je AOW. Het garantiebedrag en de garantietermijn zijn belangrijke onderdelen van het wetsvoorstel.
Als je je baan verliest, dan mag je weer terugvallen op het garantiebedrag als je binnen 12 maanden weer aan het werk bent met hetzelfde inkomen. Deze termijn kan langer zijn als je naast je WW-uitkering ook aanspraak blijft maken op het garantiebedrag. Het garantiebedrag compenseert dus het verschil. Bijvoorbeeld als je nu werkt in de voortgezette werkregeling (dat zijn er nu circa 2000 mensen). Mensen die nu in de Bremanregeling vallen (3.000) blijven met de aangenomen aanpassingen onder de nieuwe regels aangevuld worden tot het functieloon.
Als je je baan verliest kun je altijd terugvallen op je Wajong-uitkering.
Van Ark: ‘’Een grote groep van bijna 60.000 Wajongers staat nog steeds aan de kant en ook werkende Wajongers ervaren allerlei hobbels en belemmeringen in hun zoektocht naar meer werken of de behoefte hebben om een opleiding te volgen. Dat willen we nu zoveel mogelijk oplossen. Voor diegenen die door de nieuwe regels op een lagere uitkering zouden uitkomen is er straks de garantieregeling zodat hun inkomen gelijk blijft als ze werken.’’
Achtergrond
Dit wetsvoorstel is een uitwerking van de maatregelen die zijn aangekondigd in de kabinetsreactie beleidsdoorlichting Wajong van juni 2018. Hieruit bleek dat de Wajong met de verschillende regelingen en bijbehorende rechten en plichten een complex geheel is geworden. En verschillend uitpakt voor dezelfde mensen.