Tekorten blijven hoog: kabinet en onderwijssector zetten alle zeilen bij
Het kabinet zet alles op alles om het tekort aan leraren en schoolleiders aan te pakken. Toch blijven de tekorten ook de komende jaren hoog. Onderwijspartijen in zo’n 30 regio’s werken samen bij het werven, matchen, opleiden, professionaliseren en behouden van onderwijspersoneel. Ook moeten de kwaliteit en toegankelijkheid van de lerarenopleidingen omhoog. Dat schrijven de ministers Paul (Primair en Voortgezet Onderwijs) en Dijkgraaf (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) vandaag in een brief aan de Tweede Kamer over de stand van zaken rond de lerarenstrategie.
De aanpak van de tekorten vraagt om samenwerking en solidariteit in plaats van concurrentie. Daarom werken in de onderwijsregio’s werkgevers, opleiders, leraren, schooldirecteuren en andere belanghebbenden zoals gemeenten, UWV Werkbedrijf en bedrijfsleven samen aan een goed functionerende onderwijsarbeidsmarkt. Het doel is om deze aanpak in heel Nederland uit te breiden.
Tekorten in primair en voortgezet onderwijs
In het primair onderwijs is er momenteel een landelijk lerarentekort van 9.800 voltijdbanen, zo schrijven de beide ministers in hun brief. Een stijging van 100 banen ten opzichte van 2022. Ook het tekort aan schoolleiders is dit jaar met zo’n 100 voltijdbanen toegenomen tot 1.200. Met name de tekorten in de G4 en Almere zijn hoog. In het voortgezet onderwijs is voor het eerst een landelijke meting gedaan. Deze laat een tekort zien van 3.800 voltijdbanen. Deze tekorten gelden met name voor een aantal specifieke vakken, waaronder wiskunde, natuurkunde en de talen.
Geen wondermiddel
Minister Paul: ‘We zetten met elkaar alles op alles om de tekorten aan te pakken. En dat blijven we doen. Maar we moeten ook realistisch zijn. Want er is geen wondermiddel. Het onderwijs heeft daarbij ook te maken met concurrentie vanuit andere sectoren, want personeelstekorten zijn er momenteel op heel veel plekken. Ook in het onderwijs zullen we dus moeten leren omgaan met de tekorten, bijvoorbeeld door knelpunten in de bevoegdheden van leerkrachten op te lossen en te kijken naar de onderwijstijd. Daarbij moet de kwaliteit van het onderwijs altijd voorop staan’.
Meer zij-instromers
Een positief effect van de aanpak is zichtbaar bij het zij-instroom traject, waarbij mensen vanuit een ander beroep leraar worden. De stijging van de afgelopen jaren heeft doorgezet. In 2017 waren er 500 zij-instromers. Het afgelopen jaar is het aantal zij-instromers met 15% gestegen tot inmiddels bijna 2.300. Om alle aanvragen te kunnen honoreren heeft het kabinet de subsidiepot voor zij-instromers met ruim € 9 miljoen verhoogd tot in totaal zo’n € 58 miljoen.
Instroom lerarenopleidingen blijft achter
Waar de instroom in de pabo in 2022 nog een lichte stijging liet zien, wordt voor 2023 een daling verwacht van bijna 3%. Ook voor de tweedegraadsopleidingen is de verwachting dat het totaal aantal inschrijvingen blijft dalen met ongeveer 3% ten opzichte van vorig jaar. De eerstegraadsopleidingen in het hbo kennen juist een verwachte stijging van bijna 3%. Met een tweedegraads bevoegdheid mag een leerkracht lesgeven aan het vmbo en de onderbouw van de havo en het vwo. Met een eerstegraadsopleiding mag dat in de bovenbouw van de havo en het vwo.
Nieuw curriculum pabo
Het ministerie van OCW werkt momenteel samen met lerarenopleidingen, scholen en leraren aan duidelijkere eisen en grotere focus op de didactische vaardigheden rond lezen, rekenen en schrijven bij de lerarenopleidingen. Dit moet zijn weerslag krijgen in een nieuw curriculum en duidelijke afspraken over wat studenten echt moeten kennen en kunnen. Met als doel dat de opleidingen leraren afleveren die beter toegerust voor de klas staan.
Minister Dijkgraaf: ‘Leraar is het mooiste beroep ter wereld. We moeten de opleidingen nog beter en aantrekkelijker maken. En zoals ik vaker benadruk moet de lat omhoog, door meer focus, het verbeteren van de kwaliteit van de opleidingen en betere aansluiting vanuit het mbo. Dat kan met goede begeleiding en met ruimte voor innovatie, maar ook met een duidelijke, afgebakende opleiding. Ook door minder administratieve lasten kunnen opleidingen aantrekkelijker worden. Bijvoorbeeld door minder reflectieverslagen en juist méér beoordeling in de praktijk’.
Op 9 scholen in het land kunnen havoleerlingen sinds dit jaar het schoolexamenvak ‘Praktijkroute havo-educatie’ volgen, waarbij ze kunnen proeven aan het vak van leraar. Het doel is om meer leerlingen te interesseren voor het vak van leraar. Verder wordt de proef met de meerurenbonus, waaraan circa tweehonderd scholen meedoen, uitgebreid. Leraren krijgen hiermee een extraatje wanneer zij meer uren gaan werken. Dat kan bijvoorbeeld een tegemoetkoming zijn in de kosten voor kinderopvang.
Jaarlijks € 1,5 miljard voor leraren
Het kabinet heeft een hele reeks maatregelen genomen om het lerarentekort aan te pakken. Zo is in het Onderwijsakkoord uit april 2022 afgesproken om jaarlijks € 1,5 miljard te investeren in leraren en ander onderwijspersoneel. Daarmee zijn onder meer de salarissen voor leraren in het primair onderwijs gelijk getrokken met de salarissen in het voortgezet onderwijs. Ook wordt met dit geld de werkdruk aangepakt en krijgt het onderwijspersoneel op scholen met veel kwetsbare leerlingen een extra toelage bovenop het salaris.
Documenten
-
Kamerbrief over lerarenstrategie
De ministers Dijkgraaf (OCW) en Paul (Primair en Voortgezet Onderwijs) informeren de Tweede Kamer over de stand van zaken van het ...
-
Feiten en cijfers over leraren en het lerarentekort
De factsheet bevat een overzicht van de feiten en cijfers over leraren en het lerarentekort in het basisonderwijs, voortgezet ...