Duurzame financiële sector
De Rijksoverheid stimuleert banken, verzekeraars, pensioenfondsen en vermogensbeheerders om een bijdrage te leveren aan de overgang naar een duurzame economie. Een voorbeeld hiervan is de verduurzaming van het elektriciteitsnet door pensioenfondsen.
Klimaatcommitment financiële sector
50 Nederlandse banken, pensioenfondsen, verzekeraars en vermogensbeheerders hebben in 2019 het Klimaatcommitment van de financiële sector ondertekend. Hierin spraken zij af vanaf 2020:
- te rapporteren over de invloed van hun financieringen en beleggingen op het klimaat;
- actieplannen te publiceren om minder CO2 uit te stoten;
- een bijdrage te leveren aan de financiering van de energietransitie.
Jaarlijks vindt er een monitoring over de voortgang van het Klimaatcommitment plaats. De minister van Financiën en de minister van Klimaat en Groene Groei maken deze jaarlijkse rapportages openbaar. Hiervoor sturen zij een brief aan de Tweede Kamer. Daarin delen zij ook hun mening en verwachtingen over de voortgang.
De risico’s van klimaatverandering voor financiële instellingen
Financiële instellingen moeten rekening houden met kosten door klimaatverandering. Dit zijn financiële risico’s die bij duurzaamheid horen. Bijvoorbeeld grotere schadelasten bij extremer weer voor verzekeraars.
De Nederlandsche Bank (DNB) vraagt instellingen om financiële risico’s van klimaatverandering in kaart te brengen. Vanuit DNB is er een gids over de omgang met deze risico’s voor pensioenfondsen, verzekeraars en banken.
Europese wet- en regelgeving verplicht banken en verzekeraars om hier ook rekening mee te houden. Banken en verzekeraars moeten rapporteren over acties die zij ondernemen om goed met deze risico’s om te gaan. Dit staat in Europese wetgeving. DNB houdt samen met de Europese Centrale Bank (ECB) toezicht op de naleving van deze regels.
Rapporteren over impact, klimaatdoelstellingen en duurzaamheid
Sommige bedrijven zijn verplicht om inzicht te geven in de impact die een bedrijf heeft. Vanaf 2024 geldt dit ook voor grote banken en verzekeraars. En later ook voor middelgrote instellingen. Het gaat hierbij om de impact die een bedrijf heeft op bijvoorbeeld het klimaat. Maar ook op de impact van het klimaat op het bedrijf.
In juni 2024 is de richtlijn inzake passende zorgvuldigheid in het bedrijfsleven op het gebied van duurzaamheid vastgesteld. Grote banken, verzekeraars, vermogensbeheerders en beleggingsinstellingen moeten een klimaatplan opstellen en deze toepassen. Dit plan gaat onder andere over hoe deze instellingen hun bedrijfsmodel en strategie in overeenstemming brengen met de transitie naar een duurzame economie. Deze richtlijn wordt momenteel geïmplementeerd in Nederlandse wetgeving.
Duurzaamheid bij staatsdeelnemingen in de financiële sector
De Rijksoverheid houdt aandelen in Nederlandse bedrijven, waaronder een aantal financiële instellingen. Als aandeelhouder verwacht de staat dat deze bedrijven het goede voorbeeld geven in hun eigen sector op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Dat doen ze door bij hun bedrijfsactiviteiten met respect om te gaan met mensen, maatschappij en milieu.
Staatsdeelnemingen in de financiële sector zijn:
- Invest-NL en Invest International;
- Financieringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden (FMO);
- Bank Nederlandse Gemeenten (BNG Bank);
- Nederlandse Waterschapsbank (NWB Bank);
- ABN Amro en Volksbank (via NLFI).
Staatsdeelnemingen stellen voor zichzelf doelen op het gebied van maatschappelijke thema’s die hun bedrijfsstrategie raken. Eén van deze thema’s is klimaat en milieu. De Rijksoverheid bespreekt met de deelnemingen het ambitieniveau en de voortgang van deze doelen.
Duurzaamheid via exportkredietverzekeringen
In Nederland, net als in de meeste andere OESO-landen, krijgen ondernemers van de Rijksoverheid alleen een verzekering tegen betalingsrisico’s van hun exporttransacties als hun producten, diensten of aannemingswerken het milieu en mensenrechten niet schaden. Bedrijven kunnen een exportkredietverzekering bij de overheid aanvragen via Atradius Dutch State Business.
In 2019 heeft de Rijksoverheid verschillende maatregelen genomen om exportkredietverzekeringen te vergroenen:
- Projecten, producten en diensten worden geclassificeerd op de gevolgen voor milieu. Dat gebeurt met de groenlijst.
- Bedrijven kunnen bij groene projecten, producten en diensten hogere garanties krijgen van de staat tegen betalingsrisico’s op exporttransacties. Ook omdat duurzame goederen vaak duurder zijn.
- Ondernemers kunnen bij groene buitenlandse investeringen of export zich verzekeren tegen hogere risico’s bij overeenkomsten binnen een totale pilot van 50 miljoen euro. Dit omdat bij groene technologie de risico’s vaak groter zijn: ze zijn namelijk vrij nieuw en leveranciers bestaan soms pas kort.
- Bij groene investeringen in Nederland kunnen ondernemers ook een kredietverzekering krijgen. Het gaat om producten of projecten waarin ook vanuit het buitenland veel interesse is.
Meer informatie over deze vergroening vindt u in de Monitor exportkredietverzekeringen 2019.
Duurzaam investeren met groene obligaties
In 2019 en 2020 kochten investeerders voor bijna € 9 miljard aan groene staatsobligaties. Dit geleende geld investeert de overheid in projecten die bijdragen aan het Klimaatakkoord van Parijs.
Gelijke criteria voor groene investeringen in Europa
Het kabinet heeft actief bijgedragen aan Europese afspraken over duurzaamheid op de financiële markten. Door deze taxonomie gebruiken investeerders, bedrijven en beleidsmakers uit verschillende landen dezelfde criteria voor duurzame investeringen.
Ook gaat de Europese Commissie groene standaarden ontwikkelen voor financiële producten. Die moeten klanten helpen om duurzame keuzes te maken. Zo weten beleggers precies hoe duurzaam beleggingen zijn.
Oplossingen voor klimaatprobleem door internationale samenwerking
Nederland kan het klimaatprobleem niet alleen oplossen. Het kabinet zoekt daarom samenwerking met andere landen. Zo maakt Nederland deel uit van de Coalitie van Ministers van Financiën voor Klimaatactie. In deze coalitie delen de ministers ervaringen over hoe zij een bijdrage kunnen leveren aan het klimaatbeleid. De ‘gereedschapskist’ van de Ministers van Financiën bevat hiervoor onder andere instrumenten die gericht zijn op belastingregels, zoals co2-beprijzing en afspraken met de financiële sector over de vergroening van hun portefeuilles.
Het kabinet pleit bij internationale financiële instellingen, zoals de Wereldbank, de Europese Investeringsbank (EIB) en andere regionale ontwikkelings- en investeringsbanken, voor een ambitieus klimaatbeleid en een steeds groter aandeel klimaatrelevante projecten. Zo heeft de EIB een lening van 500 miljoen euro goedgekeurd voor de bouw van een windmolenpark op zee op afstand van de Noord-Hollandse kust.