Strategische koers
De strategische koers wordt beschreven aan de hand van 3 hoofddoelstellingen en 12 actielijnen. Deze gelden van 2023-2029.
Een veilig Koninkrijk in een multipolaire wereld
Een voorspelbare, welvarende en veilige internationale omgeving helpt het Koninkrijk. Daarom werken we aan een wereld waarin landen samenwerken op basis van heldere regels en universele mensenrechten. En waarin landen elkaar kunnen aanspreken als deze regels worden overtreden. De actielijnen zijn:
In een sterk gepolariseerde wereld waarin grootmachten strijden om macht en invloed en een direct conflict met Rusland voorstelbaarder is geworden, moeten het Koninkrijk en EU beter in staat zijn om het eigen grondgebied te verdedigen en onze gezamenlijke veiligheidsbelangen te verdedigen en te versterken. De kracht van Europese samenwerking zit in de gezamenlijke aanpak van en kennisdeling over grote, internationale uitdagingen. We moeten samen sterker worden om onze vrijheid, veiligheid en welvaart te kunnen beschermen. De Russische invasie in Oekraïne heeft ertoe geleid dat Europa investeert in zijn eigen veiligheid. Europese landen verhogen hun defensiebudgetten structureel en passen bestaande instrumenten zoals sancties en Europese vredesfaciliteit effectiever toe. Het militaire vermogen van zowel de NAVO als EU wordt versterkt door investeringen in noodzakelijke militaire capaciteiten en intensievere (Europese) defensiesamenwerking. Meer gezamenlijk oefenen verhoogt de gereedheid en inzetbaarheid en draagt bij aan een geloofwaardige afschrikking.
Het Koninkrijk zal in de relaties met derde landen door toenemende geopolitieke concurrentie scherpere afwegingen moeten maken op basis van de strategische belangen, waaronder de veiligheidsbelangen. We willen meer anticiperen op toekomstige dreigingen en blijven inzetten op het gericht verbeteren van de gevechtskracht, de gereedheid, de inzetbaarheid zowel binnen als buiten het eigen grondgebied en de wendbaarheid van de krijgsmacht. Ook investeren we in Europese zelfredzaamheid, het militair-industrieel voortzettingsvermogen, en de verbetering van de positie van onze defensie-industrie. Dat schrikt af en helpt bij het voorkomen van een gewapend conflict. Als een conflict toch uitbreekt, moeten we samen met onze bondgenoten in staat zijn te vechten en dit voort te zetten als dat nodig is voor de bescherming van de gezamenlijke belangen. Een goede civiel-militaire samenwerking, ook ten behoeve van host nation support, is hierbij cruciaal. Nederland is namelijk een belangrijk doorvoerland voor militair personeel en materieel van NAVO-bondgenoten. Zo blijven we een weerbaar Koninkrijk, ook over de grenzen heen.
Naast de noodzakelijke versterkingen ter verdediging van het koninkrijks- en bondgenootschappelijk grondgebied zal het Koninkrijk in staat moeten blijven om zijn fair share bij te dragen aan militaire missies en operaties ter bevordering van de internationale rechtsorde. Daarbij zal in toenemende mate de strategische competitie tussen de grootmachten een factor van invloed zijn, waar rekening mee moet worden gehouden. Daarnaast is bredere inzet nodig buiten het krimpende platform van gelijkgezinde Westerse landen.
We gaan derhalve ook intensiever samenwerken met onze minder traditionele partners. Deze investering in nieuwe partnerschappen zal gepaard moeten gaan met de bereidheid – soms ongemakkelijke – compromissen te sluiten om effectief te kunnen opereren ter bevordering van nationale en collectieve belangen, zonder daarbij concessies te doen aan onze normen en waarden.
De veiligheid van het Koninkrijk is nauw verweven met de internationale omgeving. Als gevolg van verschuivende geopolitieke machtsverhoudingen, toegenomen geopolitieke rivaliteit en technologische ontwikkelingen, hebben ons Koninkrijk en zijn internationale partners in toenemende mate te maken met hybride dreigingen.
Omdat hybride dreigingen vaak sluimerend van aard zijn en een mix van verschillende activiteiten of instrumenten vormen, is het nodig dergelijke dreigingen ook op een geïntegreerde manier te bestrijden, uiteenlopend van economie en handel, tot veiligheid en onderwijs. Een effectieve en integrale aanpak van hybride dreigingen vraagt om overheidsbrede en maatschappijbrede samenwerking. Dit kunnen we niet alleen als Koninkrijk maar moeten we samen doen met internationale partners, zowel bilateraal als in bondgenootschappen.
Onze economie is open waar het kan, en beschermd waar het moet. De afgelopen jaren is vooral ingezet op het beschermen van Nederland tegen dreigingen die zich reeds binnen het economisch domein voordoen. Het is van belang niet alleen dreigingen die nu geïdentificeerd worden te mitigeren, maar ook in te zetten op het vergroten van de weerbaarheid door het versterken van sectoren. Ook in Europees verband. Het gaat om een balans waarbij dreigingen tegen nationale veiligheid worden gereduceerd tot een beheersbaar niveau, met zoveel mogelijk behoud van het open karakter van onze economie. We zetten in op meer diversificatie, samenhang en integraliteit tussen de maatregelen op economische veiligheid, en het versterken van de sturing van (inter)nationaal beleid, ook ten behoeve van een stabiele wereldeconomie en een betrouwbaar internationaal handelssysteem. Een belangrijke pijler hierin is een op regels gebaseerde internationale rechtsorde die werkt voor het Koninkrijk.
Ook voor onze wetenschap streven we naar die balans. Onbeschermde wetenschap vormt directe risico’s voor onze veiligheidsbelangen en strategische positie. Tegelijkertijd is wetenschap als bron van kennis, innovatie en invloed onmisbaar in het pakken van kansen voor die strategische belangen. Dit draagt bij aan het versterken van de Nederlandse (kennis)economie, maar ook aan het oplossen van andere complexe uitdagingen en actielijnen binnen deze strategie.
Een weerbare democratische rechtsorde
Het Koninkrijk heeft een open en vrije democratische samenleving. Dat is een groot goed dat we moeten blijven beschermen, want het is niet vanzelfsprekend. De actielijnen zijn:
Maatschappelijke spanningen horen bij een vrije en open samenleving. Ernstige uitingsvormen van spanningen en polarisatie kunnen evenwel in het uiterste geval de sociale en politieke stabiliteit aantasten. Deze uitingsvormen vragen om een brede samenhangende inzet op sociaal-economische aspecten, (herstel van) vertrouwen in de democratische rechtsorde, maatschappelijk stabiliteit en aanpak van maatschappelijke spanningen en ongewenste polarisatie. Tegelijkertijd is het een grote uitdaging voor de overheid om spanningen te verminderen, zowel waar het optreden van de overheid zelf bijdraagt aan deze spanningen als wanneer deze spanningen een andere oorzaak kennen. Herstel tussen de overheid en burger vraagt om systematische zelfreflectie binnen de overheid en vaardigheden in conflicthantering. Het verbeteren van kwaliteit van beleid en wetgeving alsmede communicatie door de overheid – zowel lokaal als landelijk - zijn hiervoor essentieel. Het voelbaar maken van de democratische rechtsorde, door het zijn van een open en benaderbare overheid, zegt meer dan duizend beleidsdocumenten.
De impact van georganiseerde, ondermijnende criminaliteit is een ernstige bedreiging voor onze samenleving, met name voor de sociale en politieke stabiliteit van het Koninkrijk. Criminelen misbruiken kwetsbare structuren en kwetsbare personen in de samenleving, en schuwen daarbij extreem geweld niet. Georganiseerde, ondermijnende criminaliteit staat niet op zichzelf, maar heeft een sterke link met cyber- en hybride dreigingen. In Nederland is de aanpak van georganiseerde, ondermijnende criminaliteit daarom een belangrijk speerpunt van het Kabinetsbeleid en ook met het Caribisch deel van het Koninkrijk wordt gewerkt aan een aanpak, gezien de ligging in een belangrijke maritieme drugscorridor richting Noord-Amerika en Europa. Deze aanpak die gericht is op het Caribisch deel van het Koninkrijk en Latijns Amerika moet worden voortgezet en uitgebouwd. De internationale samenwerking en een internationale inzet zijn essentieel om de dreiging van georganiseerde, ondermijnende criminaliteit in het Koninkrijk terug te dringen.
Bij de aanpak van georganiseerde, ondermijnende criminaliteit is niet alleen oog voor veranderingen in de werkwijze van criminele groeperingen, maar ook in bredere zin voor maatschappelijke en geopolitieke veranderingen. De aanpak van de ondermijnende drugscriminaliteit wordt in samenwerking met publieke en private partners vormgegeven door middel van de volgende opgaven: preventie (waaronder het aanpakken van de aanwas van jongeren in de georganiseerde (drugs)criminaliteit), het internationaal offensief, de aanpak van logistieke knoop- punten, de aanpak van criminele geldstromen, regionale versterkingen en het versterken van het stelsel bewaken en beveiligen.
Ongewenste buitenlandse inmenging door statelijke actoren vormt een serieuze dreiging voor het Koninkrijk en zijn bondgenoten, wat kan leiden tot ontwrichting van onze maatschappij. Voor een effectieve aanpak van ongewenste buitenlandse inmenging zetten we in op een versterkte inlichtingen- en informatiepositie van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten van het Koninkrijk, intensievere informatie-uitwisseling, het tegengaan van spionage en desinformatie, het versterken van de aanpak ter verhoging van de weerbaarheid van kwetsbare groepen, het aangaan van de diplomatieke dialoog met statelijke actoren die zich schuldig maken aan ongewenste buitenlandse inmenging en het strafrechtelijk optreden indien sprake is van strafbare feiten.
Digitale processen vormen het ‘zenuwstelsel’ van de maatschappij en economie en vragen continu versterking voor het ongestoord functioneren. Ondanks eerdere inspanningen om de weerbaarheid te verhogen, is er een scheefgroei tussen de toenemende en snel ontwikkelende dreiging en de opbouw van de weerbaarheid. Met de Nederlandse Cybersecuritystrategie werkt Nederland toe naar de situatie waarin de scheefgroei tussen digitale dreiging en digitale weerbaarheid zo klein mogelijk is en blijft. Specifiek voor het Caribisch deel van het Koninkrijk geldt dat het cybersecuritybeleid achterloopt en opgebouwd moet worden. Daar vormen cyberaanvallen met name een bedreiging voor cruciale infrastructuur door het ontbreken van redundantie, met mogelijke grote cascade-effecten van dien.
Cyberincidenten stoppen niet bij landgrenzen. Daarom benut de overheid actief de kansen die samenwerking binnen en buiten de EU biedt. In de samenwerking tussen EU-lidstaten worden digitale dreigingen van grensoverschrijdende aard aangepakt en wordt een gecoördineerde reactie gegeven op grootschalige cyberincidenten en -crises binnen en buiten de EU. Daarnaast trekt het Koninkrijk in multilateraal verband nauw op met de EU en derde landen en zet zich in op het beschermen van afspraken over cybersecurity, het verantwoord gebruik van AI met wettelijke waarborgen om de burgers te beschermen tegen risicovolle toepassingen, een open, vrij, veilig en inter-operabel internet, gebaseerd op respect voor mensenrechten en democratische waarden.
Er is onverminderd inzet nodig voor het voorkomen en tegengaan van terrorisme en extremisme in het Koninkrijk en daarbuiten. De jihadistische en de rechtsterroristische dreigingen blijven belangrijke zorgpunten. Verwacht wordt dat beide vormen van terrorisme en extremisme in de komende jaren voor dreiging zullen zorgen. Tegelijkertijd is het extremistische veld in beweging. Met name de opkomst van extremisten die zich vanuit een fundamenteel wantrouwen, woede en onrechtvaardigheidsgevoel tegen de overheid en andere instituties richten valt op. Het dreigingsbeeld is diffuus en veranderlijk. Ook staan de ontwikkelingen onder invloed van gebeurtenissen in het buitenland.
Een parate en veerkrachtige samenleving
100% garantie op veiligheid bestaat niet. Dat kan de overheid niet bieden. Want dreigingen zijn onvoorspelbaar en kunnen nooit helemaal worden voorkomen. Daarom moet iedereen zich voorbereiden: de overheid, bedrijven, maatschappelijke organisaties en burgers. Ook voor als het onverhoopt toch misgaat. De actielijnen zijn:
De uitvoering van nationaal klimaatbeleid - gericht op klimaatmitigatie en -adaptie - is in volle gang. Dit vraagt onverminderd de aandacht en de urgentie groeit om de dreiging voor de nationale veiligheid te verkleinen. Het adaptief vermogen van het Koninkrijk tegen klimaat- en natuurrampen moet worden vergroot, onder meer door klimaatbestendige ruimtelijke inrichting die rekening houdt met extreem weer, overstromingsrisico’s, de verspreiding van infectieziekten en natuurbranden. Ook is meer redundantie bij uitval van vitale infrastructuur van belang. Deze aanpak vergt goede coördinatie tussen ministeries en een intensieve samenwerking tussen private en publieke partijen, naast nauwe internationale en multilaterale samenwerking.
Daarnaast is en blijft het een hoge prioriteit om klimaatverandering te voorkomen, onder andere door een veilige energietransitie naar hernieuwbare en schone energie, de landbouwtransitie naar verminderde emissies, schoon transport (inclusief maritiem en luchtvaart) en de transitie naar een circulaire economie. Nederland werkt als deel van de EU ambitieus aan internationale afspraken hierover en vraagt andere landen om dit ook te doen, omdat het van belang is om de adaptatieopgave zoveel mogelijk te beperken. Ook de Caribische Landen geven zoveel mogelijk invulling aan internationale normen en afspraken omtrent klimaat. Blijvende aandacht en versterkte inzet hierop is nodig.
De territoriale veiligheid van Nederland en het ongestoord functioneren van de economie hangt sterk af van de integriteit van vitale infrastructuur en de continuïteit van vitale processen. Dit vraagt om een infrastructuur die beter bestand is tegen uitval, verstoring en manipulatie, zowel bewust als onbewust. Ook zullen risicovolle afhankelijkheden sterk moeten worden verminderd. Het is van belang dat vitale infrastructuur bij incidenten en in crisissituaties blijft functioneren. Bedrijven en organisaties zijn hierbij aan zet, ondersteund door de overheid. Deze verantwoordelijkheid wordt voor een groter aantal sectoren wettelijk verankerd. De overheid stuurt actief op de weerbaarheid van sectoren en diensten, door het inzicht hierin te vergroten en waar nodig – samen met vitale aanbieders – maatregelen te nemen om de weerbaarheid te vergroten.
Om risicovolle strategische afhankelijkheden te verminderen werkt de overheid aan een versterking van de open strategische autonomie (OSA) van de EU. Vaker dan voorheen zal moeten worden gewogen of afhankelijkheid van specifieke grondstoffen, toeleveranciers, diensten of specifieke landen niet leidt tot een onaanvaardbaar risico. OSA draagt op deze manier bij aan het verminderen van de risicovolle afhankelijkheden van vitale aanbieders.
Het dreigingslandschap vraagt om een robuuste vitale infrastructuur. Het vergroten van de redundantie en het verminderen van de negatieve gevolgen van de just in time economie is niet alleen een opdracht voor de overheid, maar ook voor publieke en private partners, maatschappelijke organisaties en burgers. Als vitale systemen uitvallen, moet je backupsystemen hebben die zo min mogelijk single-points-of-failure delen met productiesystemen, zoals dezelfde software of hardware. Op deze manier is het Koninkrijk zowel digitaal als fysiek bestand tegen dreigingen en in staat deze dreigingen te mitigeren en veerkrachtig te herstellen van tegenslagen.
De COVID-19-pandemie leert ons dat we beter voorbereid moeten zijn op pandemieën. Kwetsbaarheden in de respons zijn blootgelegd. Denk hierbij aan de inrichting van initiële uitbraakbestrijding, de beschikbaarheid van specialistische zorg (zoals de IC-zorg en beademingsapparaten), de mogelijkheden voor aparte verpleging (quarantaine) die nodig kan zijn bij een nieuwe pandemie, maar ook de leveringszekerheid en beschikbaarheid van persoonlijke beschermingsmiddelen en vaccins.
De COVID-19-pandemie heeft laten zien dat een pandemie ook kan leiden tot spanningen binnen de samenleving en dat maatregelen of vaccins een polariserende werking kunnen hebben. Buitenlandse actoren kunnen dergelijke discussies voeden. Daarbij is er een link met hybride dreigingen met het verspreiden van desinformatie als mogelijk instrument.
Structurele paraatheid tegen infectieziekten en blijvende preventieve inzet is van belang. Niet alleen voor een volgende COVID-19 golf, maar juist ook voor een volgende pandemie die volledig anders van aard kan zijn. Het internationale speelveld is daarbij onmisbaar om tot een goede integrale aanpak te komen.
Het Koninkrijk moet adequaat voorbereid zijn op huidige en toekomstige crises, die ingewikkeld, onvoorspelbaar, grootschalig en langdurig kunnen zijn. Dit vraagt om versterking van de crisisbeheersing (conform de contouren-nota) met alle partners en hogere paraatheid van de samenleving. De samenleving moet kunnen vertrouwen op een adequate aanpak van een (dreigende) crisis, maar de middelen en mogelijkheden zijn eindig. Daarom vergroten we de paraatheid van publieke en private partners, maatschappelijke organisaties en burgers, onder meer door het versterken van risicocommunicatie.
De Rijksoverheid, de veiligheidsregio’s en de openbare lichamen in Caribisch Nederland (Bonaire, Sint Eustatius en Saba) maken samen plannen om ervoor te zorgen dat de samenleving goed weerbaar is. Actielijn 12 is uitgewerkt in de Landelijke Agenda Crisisbeheersing 2024-2029. In deze agenda staat het beleid voor crisisbeheersing in de komende jaren. De agenda vertaalt de voorbereiding en plannen op risico’s en dreigingen naar de praktijk. 3 Doelen zijn belangrijk:
- Versterken voorbereiding en paraatheid;
- Versterken van een weerbare samenleving;
- Bevorderen van kwaliteit en professionaliteit.