Aanpak laaggeletterdheid
Ongeveer 2,5 miljoen Nederlanders hebben moeite met lezen, rekenen en het gebruiken van een computer of smartphone. De Rijksoverheid biedt hulp om laaggeletterdheid aan te pakken. Bijvoorbeeld met financiering aan gemeenten en subsidies aan werkgevers voor aanbod van opleidingen.
Problemen door laaggeletterdheid
In het dagelijks leven moeten mensen vaak lezen, schrijven, rekenen of omgaan met de computer. Een gebrek aan deze basisvaardigheden kan grote nadelen hebben. Bijvoorbeeld:
- Moeilijk een baan vinden of houden
Van de mensen die minder goede basisvaardigheden hebben, is bijna de helft werkloos. Zij vinden het vaak lastig om een sollicitatiebrief te schrijven. Daardoor komen ze moeilijk aan een baan. Ook hebben ze moeite om hun baan te behouden. Bijvoorbeeld als ze de computer nodig hebben bij hun werk. - Problemen met gezondheid
Mensen die niet goed kunnen lezen en schrijven hebben vaak problemen met hun gezondheid. Zij kunnen bijvoorbeeld de bijsluiters van medicijnen niet goed lezen. Daardoor is de kans groot dat zij de medicijnen verkeerd gebruiken. - Taalachterstand bij ouders en hun kinderen
Ouders die moeite hebben met taal kunnen hun kinderen niet goed voorlezen. En minder goed helpen met huiswerk. Daardoor is de kans groot dat hun kinderen ook niet goed leren lezen en schrijven. - Problemen met communicatie
Formulieren invullen, zoals voor uitkeringen, toeslagen en belastingen is lastig. Ook is het vaak moeilijk om een computer, tablet en telefoon te gebruiken.
Maatregelen om laaggeletterdheid te voorkomen en te verminderen
Om laaggeletterdheid te voorkomen en verminderen, heeft de Rijksoverheid drie doelen opgesteld:
- meer mensen helpen die Nederlands als moedertaal hebben. Zij vormen 65% van de groep laaggeletterden;
- investeren in een goede kwaliteit van lesaanbod, dat voor iedereen beschikbaar moet zijn;
- tegen 2024 moet elke gemeente hulp kunnen bieden aan laaggeletterden.
Om deze doelen te bereiken, neemt de Rijksoverheid 10 maatregelen. Bijvoorbeeld:
- ieder jaar krijgen gemeenten ongeveer € 60 miljoen om laaggeletterdheid aan te pakken. Met dit geld kunnen ze cursussen aanbieden aan hun inwoners op het gebied van taal, rekenen en digitale vaardigheden;
- werkgevers krijgen ieder jaar € 3 miljoen voor opleidingen in basisvaardigheden op de werkvloer;
- er is een expertisecentrum Basisvaardigheden. Dat zorgt onder meer voor training van docenten die lesgeven aan laaggeletterden.
Alle maatregelen staan in de Kamerbrief vervolgaanpak laaggeletterdheid 2020-2024.
Actieprogramma Tel mee met Taal
Met het actieprogramma Tel mee met Taal wil de Rijksoverheid ervoor zorgen dat iedereen voldoende taal-, reken- en digitale vaardigheden heeft. De ministeries van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW), Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (B) voeren het programma samen uit. Het programma loopt door tot en met 2024.
Subsidie voor verminderen en voorkomen laaggeletterdheid
Via de Subsidieregeling Tel mee met Taal is er tot en met 2024 subsidie beschikbaar. De subsidie geldt voor activiteiten gericht op het voorkomen en verminderen van laaggeletterdheid. Er is subsidie beschikbaar voor:
- laaggeletterde werknemers: subsidie voor werkgevers om (digitaal) laaggeletterde werknemers scholing aan te bieden;
- laaggeletterde ouders: subsidie voor scholen, bibliotheken en andere organisaties, voor activiteiten gericht op het verbeteren van een educatief thuismilieu, educatief partnerschap tussen ouders en school en het verbeteren van (digitale) geletterdheid van ouders;
- praktijkgerichte experimenten: subsidie voor praktijkgerichte experimenten die gericht zijn op het beter bereiken van laaggeletterde personen en het toeleiden naar cursussen gericht op taalvaardigheden, rekenvaardigheden of digitale vaardigheden. Deze subsidie is alleen nog in 2022 beschikbaar.
Meer informatie over de Subsidieregeling Tel mee met Taal staat op de website van Tel mee met Taal. De uitvoering van de subsidieregeling voor Tel mee met Taal gebeurt door de Dienst Uitvoering Subsidies aan instellingen (DUS-i).