Video: Kwetsbare 12 minners
*Muziek speelt*
Titel: Vroegtijdig signaleren en ingrijpen.
Johannes de Vlugt – directeur basisschool:
Ja, we hebben veel met hem te stellen.
Het is een ingewikkelde leerling, veel gedoe, ruzies op het plein, vechtpartijtjes, toch wel de neiging om te intimideren en te dreigen.
Het gaat op school ook niet zo lekker met het leren, rekenen vindt hij heel moeilijk.
Hij kiest ook vaak voor ander gedrag, negatief gedrag.
De signalen die we dan oppikken over wat er dan in zijn vrije tijd gebeurt zijn ook niet altijd hoopgevend.
Zijn oudere broer van achttien die had een baan en verdient zijn geld nu op een andere manier, een beetje schimmig allemaal.
En dat is wel zijn grote voorbeeld.
Eigenlijk alles wat zijn broer doet is goed maar alles wat wij voorstellen is dat dus niet.
En je ziet nu dat moeder, hij woont bij moeder alleen, moeder vindt het gewoon heel moeilijk om daar goed mee om te gaan.
Die heeft zelf ook gewoon veel aan haar hoofd.
Hij krijgt dus niet echt de ondersteuning die hij thuis nodig heeft.
Het lijkt wel alsof hij van plan is om elders een carrière te maken en niet zozeer op school.
Jan Peter de Vreede – stadsmarinier:
Ja, die jongens die staan hier te chillen, beetje stoer doen met elkaar, elkaar het verkeerde voorbeeld geven, te veel vrije tijd.
Vaak zie je dit soort jongeren wel instappen met straatroven, overvallen, winkeldiefstallen, autokraken, dus echt serieuze criminaliteit.
Vaak zijn ze nog wel benaderbaar alleen wordt dat pas op een te laat moment gedaan.
Je kan wel heel gericht inzetten maar dat kan pas als je echt een goede screening hebt gedaan.
Dus een goed hulpverleningsplan en een hele goede screening, ja dan kan je met elkaar het verschil maken.
Stella Robat – moeder:
Nou ja, school kwam dus met ons praten, of eigenlijk met mij praten.
Hij deed gewoon irritant in de klas.
Hij maakte ruzie met andere kinderen, echt een hele grote bek, dan moest ik bij de directeur komen.
Allemaal dat soort dingen, dat soort gedrag.
Dennis is ook een jongen…
Kijk als je hem gaat vertellen wat hij moet doen, dan wordt hij gewoon boos.
Ze moeten ook een beetje anders met hem omgaan.
Toen school dus met ons kwam praten en steeds bleef aanbieden: we kunnen jullie helpen.
Toen dacht ik eerst, ja, ik wil dit helemaal niet want dan gaan ze iets over mijn kind zeggen, dan krijgt hij een of andere sticker opgeplakt van: jij bent zo, jij bent zo.
Maar uiteindelijk is hij toch rustiger geworden daardoor en hebben we nu dus hulp waarmee we dus kunnen voorkomen dat hetzelfde gaat gebeuren met hem als met zijn grote broer is gebeurd.
Joyce Warmerdam – hulpverlener:
Bij Dennis zagen we dat hij heel veel moeite had om zich in taal uit te drukken en het herkennen van emoties was heel moeilijk.
We zijn toen heel erg gaan kijken van: hoe kunnen we jou nu op een niet-talige manier leren om emoties te begrijpen?
Het is voorheen wel heel veel geprobeerd maar er werd heel veel bij gepraat en dat is juist iets wat hij heel lastig vindt.
Dat is altijd echt wel een puzzeltje.
Er zijn heel veel interventies in hulpverleningsland en het is altijd belangrijk om goed te zoeken van: hey, welke interventie past nu bij dit kind maar past ook in de omgeving waarin hij opgroeit?
Johannes de Vlugt – directeur basisschool:
Niet wachten.
Je hebt toch de neiging om het te vergoelijken, om het nog even aan te kijken.
Bij de minste signalen gewoon meteen doen, meteen beginnen, meteen die hulpverlening inschakelen.
Diep van binnen weet je het wel maar je zoekt vaak excuses om nog niet te beginnen, om nog niet te hoeven opschalen, maar wel doen.
De screening wordt gedaan door de hulpverlener, dat is heel fijn, die zijn heel slagvaardig dus die starten snel en dat levert heel veel op.
Die begrijpt veel beter waar bepaald gedrag vandaan komt.
Maar mijn ervaring is dat je beter te vroeg kunt beginnen dan dat je wacht.
Joyce Warmerdam – hulpverlener:
We zijn bij Dennis gelukkig op tijd gestart, hij zit in groep zes en wat we vaak zien is dat wanneer kinderen naar het voortgezet onderwijs gaan dat het toch veel moeilijker is om het gedrag nog te keren.
Een basisschool-situatie is wat dat betreft veel overzichtelijker en meer gestructureerd.
Johannes de Vlugt – directeur basisschool:
Het samenspel tussen die hulpverlener, school en thuis dat is heel krachtig.
Stella Robat – moeder:
We gaan naar sport samen, dat is heel leuk en hij ontmoet ook andere kinderen daar en gaat daar ook leuker mee om dan met de kinderen uit zijn klas.
We mogen de laptop gebruiken en we hebben ook een pasje van de bieb dus dan kan hij boeken lezen en ook dvd’s huren en films en zo, dat soort dingen.
Kijk, voor mij is het gewoon belangrijk dat hij nooit in contact komt met de politie.
Jan Peter de Vreede – stadsmarinier:
Er is veelal wel beleid voor 12 minus, voor echt jonge kinderen, maar daarbij wordt niet echt doorgepakt.
Je ziet veel dat gemeenten inzetten op jeugd die al gecriminaliseerd zijn en daarom minder focus hebben voor de jongere broertjes of zusjes.
Je moet vroegtijdig ingrijpen, daarmee voorkom je een hoop problemen achteraf en het scheelt ook een hoop geld.
Titel: Deze casus is gebaseerd op de praktijk.
Stella en Dennis zijn acteurs.
Ministerie van Justitie en Veiligheid.
Meer weten?
www.rijksoverheid.nl/vroegtijdig-signaleren-en-ingrijpen
Preventie loont!
Zet in op effectieve vroegsignalering en voorkom dat kinderen zoals Dennis afglijden naar de criminaliteit.
Risicovol gedrag bij kwetsbare kinderen onder de twaalf jaar kan een voorspeller zijn voor het plegen van ernstige delicten en zware criminaliteit op latere leeftijd.
Geef scholen en andere professionals die met deze doelgroep in aanraking komen daarom de mogelijkheid om signalen vroegtijdig naar hulpverlening toe te leiden, zodat er snel en doeltreffend ingegrepen kan worden.
Wilt u meer weten over hoe u als gemeente kunt inzetten op vroegsignalering en een effectief beleid kunt ontwikkelen om toekomstig daderschap bij jonge risicokinderen te voorkomen?
Kijk dan op www.rijksoverheid.nl/vroegtijdig-signaleren-en-ingrijpen