Wat zijn staatsdeelnemingen
Staatsdeelnemingen zijn bedrijven waarbij de overheid, soms gedeeltelijk, eigenaar is. Bij een deelneming oefent de eigenaar invloed op de keuzes die een deelneming maakt. Dat doet de overheid om het maatschappelijk belang waar het bedrijf aan bijdraagt, beter te beschermen.
Video: waarom staatsdeelnemingen?
NS, Schiphol en netbeheerder TenneT. Het zijn zomaar wat staatsdeelnemingen, oftewel bedrijven waarin de Nederlandse staat aandelen heeft. Maar waarom eigenlijk? De video geeft het antwoord op deze en andere vragen.
Tennet, NS en Schiphol. Drie voorbeelden van zogeheten staatsdeelnemingen. Dat zijn bedrijven waar de Nederlandse staat aandelen van in handen heeft. En waar de minister van Financiën optreedt als aandeelhouder. Waarom dat zo is en hoe dat precies zit? Dat leg ik je uit.
De overheid heeft niet in willekeurige bedrijven aandelen. Nee, zo'n staatsdeelneming moet
van publiek belang zijn voor Nederland. Wat houdt dat in? Nou, weer even terug naar de eerste drie voorbeelden. Mensen krijgen bijvoorbeeld stroom via het elektriciteitsnetwerk van TenneT, reizen met de treinen van NS of vliegen vanaf Schiphol. Mensen en ook bedrijven zijn hiervan afhankelijk. De staat zet met haar deelnemingen onder andere in op: de leveringszekerheid van energie en de energietransitie, de bereikbaarheid van Nederland, verantwoorde kansspelen én het financieren van en investeren in een sterke Nederlandse economie. Deze publieke belangen kunnen met de tijd wijzigen en dus ook welke deelnemingen de staat houdt of verkoopt.
Stel: je hebt als staat aandelen in handen van zo'n bedrijf. En dan? Dan is de minister van Financiën betrokken bij belangrijke besluiten zoals grote investeringen en de strategie. En spoort de minister die bedrijven aan het goede voorbeeld te geven door in hun bedrijf bij alles wat ze doen rekening te houden met de effecten op mens, natuur en maatschappij. Ook hebben staatsdeelnemingen oog voor diversiteit in het bedrijf en vooral in de raad van bestuur en raad van commissarissen.
Momenteel telt Nederland 22 staatsdeelnemingen waarvan het ministerie van Financiën een aandeelhouder is. Deze staatsdeelnemingen werken dus vooral voor en in Nederland. Er werken bij die bedrijven in totaal meer dan 150.000 mensen. Voor ons belang. Mooi toch? Door aandeelhouder te zijn van deze bedrijven zorgt de overheid ervoor dat ze een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan Nederland. Nu en in de toekomst.
Verschillende redenen voor staatsdeelnemingen
Als onderneming krijgen staatsdeelnemingen de ruimte om te ondernemen. En om in te spelen op de behoeften van klanten en de maatschappij. Een belangrijke reden om te kiezen voor een deelneming is omdat de bedrijven zo beter en slimmer met maatschappelijk geld om kunnen gaan.
Er zijn verschillende redenen waarom de overheid kiest voor een staatsdeelneming:
- Bedrijven dienen een algemeen maatschappelijk belang dat niet door wet- en regelgeving voldoende beschermd is. Het gaat bijvoorbeeld om infrastructuur die belangrijk is voor Nederland, zoals bij Schiphol of TenneT.
- Een commercieel bedrijf kan bij een crisis omvallen. Met als gevolg grote maatschappelijke problemen. Dit gebeurde bijvoorbeeld tijdens de financiële crisis in 2008. ABN AMRO en SNS REAAL dreigden om te vallen. De staat redde de banken door aandelen ABN AMRO en SNS REAAL over te nemen. De banken werden zo eigendom van de staat.
- Een overheidsdienst wordt zelfstandig, of deels verkocht aan een commercieel bedrijf.
Kosten en opbrengsten staatsdeelnemingen
De overheid investeert in staatsdeelnemingen door aandelen te kopen. Dat gebeurt meestal eenmalig. Heeft een staatsdeelneming extra eigen vermogen of kapitaal nodig, bijvoorbeeld omdat het bedrijf wil uitbreiden, dan kan de overheid extra investeren. Uit de deelnemingen ontvangt de overheid als aandeelhouder meestal jaarlijks een deel van de winst in de vorm van dividend. De dividendontvangsten verschillen per jaar.
Staatsdeelnemingen hebben niet als doel om zoveel mogelijk winst te maken. De staat wil dat deelnemingen een resultaat te halen, waarbij het de financiële waarde behoudt. En te zorgen dat het bedrijf kan blijven bestaan. Voor de staat is het resultaat voldoende als de onderneming genoeg reserves heeft om:
- tegenvallers op te vangen,
- te investeren in verduurzaming, zoals de opslag van CO2.
- te investeren in vervanging van bijvoorbeeld materieel.
- dividend uit te keren.