Minder regels: eenmalige diagnose voor chronisch zieken
Mensen met een chronische aandoening hoeven straks niet meer om de zoveel tijd naar een arts om opnieuw aan te tonen dat zij deze aandoening hebben. Dat hebben de ministers De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) en Bruins (Medische Zorg en Sport) afgesproken met de zorgverzekeraars. Per 1 januari 2020 is een eenmalige diagnose door de behandeld arts voldoende. Het is één van de maatregelen die wordt genomen om de onnodige administratie in de zorg te lijf te gaan.
De ministers laten weten: ‘Dit is nu typisch een voorbeeld waarbij de huidige regels onnodig en belemmerend zijn. We weten dat de situatie waar chronisch zieken in zitten niet verandert. En tóch moeten deze patiënten blijven aantonen dat ze blind zijn. Of dat hun kind nog steeds een ernstige beperking heeft. Dat is natuurlijk om gek van te worden. Een aantal van hen heeft hierover bij het ministerie aangeklopt. En ook zorgverzekeraars wilden er vanaf. Mooi dat deze verplichting nu wordt geschrapt.’
Petra van Holst, algemeen directeur van Zorgverzekeraars Nederland: ‘Wij willen het verzekerden zo gemakkelijk mogelijk maken. Voor deze groep verzekerden én voor de betrokken zorgverleners nemen we vanaf volgend jaar de extra gang naar een arts weg. De diagnose die nodig is om de zorg aan te vragen hoeft nog maar één keer vastgesteld te worden. Alle zorgverzekeraars zullen dezelfde lijst en voorwaarden hanteren voor deze chronische aandoeningen. We gaan daar de komende tijd samen met andere betrokkenen mee aan de slag.’
Naast deze geschrapte regel zijn er sinds de start van het programma (Ont)Regel de Zorg in verschillende zorgsectoren nog zo’n 60 maatregelen genomen om de regeldruk te verminderen. Daarnaast zijn zorgaanbieders in hun eigen organisaties ook aan de slag gegaan om regels te schrappen. Dat blijkt uit de voortgangsrapportage van het programma die het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport vandaag naar de Tweede Kamer stuurde. Toch blijkt uit die tussentijdse evaluatie ook dat zorgprofessionals daar nog niet voldoende van merken. Daarom gaat het ministerie de aanpak samen met betrokken partijen intensiveren. Die bestaat onder andere uit het organiseren van lokale schrapsessies waarin patiënten en zorgprofessionals aan kunnen geven van welke regels zij last hebben.