Benelux-landen versterken veiligheidssamenwerking met nieuw Benelux-politieverdrag
Brussel, 23-07-2018| De Belgische minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, Jan Jambon, de Belgische minister van Justitie, Koen Geens, de Nederlandse minister van Justitie en Veiligheid, Ferd Grapperhaus, de Luxemburgse minister van Binnenlandse Veiligheid, Etienne Schneider en de Luxemburgse minister van Justitie, Félix Braz hebben een nieuw Benelux-politieverdrag ondertekend waarmee voortaan het uitwisselen van gegevens verbeterd wordt, meer mogelijkheden voor grensoverschrijdend optreden ontstaan en politieonderzoek in het buurland vergemakkelijkt wordt.
In 2004 werd een Verdrag over de grensoverschrijdende samenwerking tussen de Benelux-politiediensten gesloten. Dit is nu volledig herzien en uitgebreid. De ministers hadden al eerder hun intentie uitgesproken om de samenwerking rond veiligheid te versterken. De Benelux-landen lopen hiermee voorop in de Europese Unie.
Meer informatie-uitwisseling
Met dit nieuwe Verdrag wordt rechtstreekse toegang mogelijk tot elkaars politiedatabanken op basis van hit/no hit. Daarnaast zal er directe raadpleging van politiedatabanken mogelijk zijn tijdens gezamenlijke acties en in gemeenschappelijke politieposten. Ook zal binnen de grenzen van de eigen nationale wetgeving raadpleging van bevolkingsregisters mogelijk zijn. In de toekomst zullen ANPR (Automatic Number Plate Recognition)-cameragegevens, die een steeds belangrijkere rol spelen in bestrijding van criminaliteit, tussen de Benelux-landen uitgewisseld kunnen worden volgens het eigen geldende recht. Ook gaan politiediensten en gerechtelijke diensten nauwer samenwerken met lokale besturen om gerichter informatie uit te wisselen over georganiseerde criminaliteit (bestuurlijke aanpak) overeenkomstig het nationale recht.
Nieuwe mogelijkheden grensoverschrijdend optreden
Het Verdrag maakt grensoverschrijdende achtervolging een stuk makkelijker en verruimt de opsporingsbevoegdheden van politieambtenaren van de Benelux. Zo zal een rechtmatige ingezette achtervolging in het eigen land kunnen worden voortgezet over de grens, zonder de drempels voor strafbare feiten die de huidige regeling kenmerken. Nieuw in het Verdrag is ook dat een politieagent onder bepaalde voorwaarden grensoverschrijdende opsporingshandelingen kan uitvoeren.
De bestaande intensieve samenwerking op het vlak van politie-verbindingsofficieren, gemeenschappelijke patrouilles en controles alsook het verlenen van bijstand bij grote evenementen blijft behouden. Daarnaast worden de mogelijkheden voor grensoverschrijdende begeleidings- en bewakingsopdrachten en het optreden op internationale treinen aanzienlijk uitgebreid.
In geval van een crisissituatie, kunnen voortaan speciale politie-eenheden grensoverschrijdend optreden; dit is ook mogelijk als ondersteuning bij belangrijke evenementen met een groot veiligheidsrisico zoals een NAV0-Top.
Na goedkeuring door de parlementen, en het uitwerken van uitvoeringsovereenkomsten, zal het nieuwe Benelux-politieverdrag in werking treden.