Opbouw pensioenstelsel
Het Nederlandse pensioenstelsel bestaat uit 3 pijlers: AOW, aanvullende pensioenopbouw via de werkgever en aanvullende, individuele pensioenverzekeringen.
3 pijlers pensioenstelsel
1. Algemene Ouderdomswet (AOW)
De AOW vormt de eerste pijler van het pensioenstelsel. Het is het basisinkomen om te kunnen rondkomen. Iedereen die in Nederland woont of werkt, bouwt automatisch AOW op.
De AOW-bedragen staan op de website van de Sociale Verzekeringsbank.
De hoogte van de AOW hangt af of iemand alleen woont of samenwoont en hoeveel jaren iemand in Nederland heeft gewoond.
2. Pensioenopbouw via de werkgever
De tweede pijler is de pensioenopbouw via de werkgever. Zo’n 90% van de werkgevers heeft een aanvullende pensioenregeling. Hierdoor krijgen gepensioneerden een aanvullende uitkering bovenop de AOW-uitkering.
De werkgever betaalt meestal ongeveer 2/3 van de pensioenpremies en de werknemer betaalt 1/3 deel.
De werkgever betaalt die premies aan een pensioenfonds of verzekeraar (een zogenoemde pensioenuitvoerder). Die belegt de premies. En betaalt pensioen uit wanneer een werknemer met pensioen gaat.
3. Individuele aanvullende pensioenvoorzieningen
Individuele verzekeringen vormen de derde pijler, bijvoorbeeld lijfrenten en levensverzekeringen. Bijvoorbeeld om een pensioengat aan te vullen of eerder met pensioen te gaan.
Pensioen zzp'ers
Zelfstandige ondernemers bouwen geen pensioen op via een werkgever. Zij kunnen zelf aanvullend pensioen opbouwen in de derde pijler.
Sommige zzp’ers bouwen wel pensioen op via een pensioenfonds (tweede pijler), bijvoorbeeld artsen, fysiotherapeuten, notarissen, stukadoors en schilders.
Soorten pensioenuitvoerders
Er zijn verschillende soorten pensioenuitvoerders:
- Bedrijfstakpensioenfondsen
Een bedrijfstakpensioenfonds is een pensioenfonds dat het pensioen opbouwt van werkgevers uit dezelfde bedrijfstak. Bijvoorbeeld zorg & welzijn, ambtenaren of meubelindustrie. Bij sommige bedrijfstakpensioenfondsen zijn werkgevers verplicht om het pensioen van hun werknemers onder te brengen bij een pensioenfonds. - Ondernemingspensioenfondsen
Bedrijven die niet onder een bedrijfstakpensioenfonds vallen, kunnen een eigen pensioenfonds hebben. Dit zijn vaak grote ondernemingen. - Beroepspensioenfondsen
Een beroepspensioenfonds regelt het pensioen voor bepaalde groepen van zelfstandigen, zoals huisartsen en medisch specialisten. Zij zijn vaak verplicht om pensioen op te bouwen via een beroepspensioenfonds. - Algemeen pensioenfondsen
Een Algemeen pensioenfonds (APF) is een pensioenfonds dat één of meerdere pensioenregelingen uitvoert. Een APF beheert één of meer collectiviteitskringen. In een collectiviteitskring zitten de pensioenregelingen van verschillende werkgevers(groepen) en bedrijfstakken. Werkgevers kunnen hun pensioenregeling onderbrengen in afzonderlijke collectiviteitskringen die worden beheerd door één APF. - Premiepensioeninstellingen
Een premiepensioeninstelling (PPI) biedt pensioenregelingen aan waarbij de premie vaststaat, maar niet de hoogte van de uiteindelijke pensioenuitkering. Dit worden beschikbare premieregelingen genoemd. Daarnaast kan een PPI ook optreden als adviseur, bemiddelaar, gevolmachtigde agent en ondergevolmachtigde agent in verzekeringen. - Pensioenverzekeraars
Werkgevers kunnen ook pensioen voor hun personeel opbouwen bij een verzekeringsmaatschappij.
Werkgevers kunnen zien bij welke (verplicht) pensioenfonds ze zitten op de website bijwelkpensioenfondshoorik.nl.
Werknemers kunnen zien bij welke pensioenuitvoerder ze pensioen opbouwen op de website mijnpensioenoverzicht.nl.
Toezicht op pensioenstelsel
De Nederlandsche Bank (DNB) en de Autoriteit Financiële Markten (AFM) houden toezicht of pensioenfondsen, pensioenverzekeraars en ppi’s zich aan de regels houden.
DNB houdt in de gaten of de pensioenuitvoerder genoeg geld heeft en of die zicht houdt aan de Pensioenwet.
AFM kijkt of pensioenuitvoerders werknemers, gepensioneerden en hun ex-partners goed informeren. De pensioenuitvoerders moeten informatie verstrekken of beschikbaar stellen op basis van de Pensioenwet.