Kabinet wil taaleis in Participatiewet behouden
Het beheersen van de Nederlandse taal is cruciaal om te integreren en goed mee te kunnen doen in de samenleving en op de arbeidsmarkt. Het kabinet wil daarom de taaleis behouden in de Participatiewet. Dit schrijft staatssecretaris Jurgen Nobel (Participatie en Integratie) in beantwoording op vragen van het parlement over het wetsvoorstel Participatiewet in balans.
De taaleis stelt dat mensen in de bijstand basiskennis van de Nederlandse taal dienen te hebben of zich daarvoor in moeten spannen. Het wetsvoorstel, waarin de taaleis afgeschaft zou worden, is eerder dit jaar door het vorige kabinet naar de Tweede Kamer gestuurd. De Kamer heeft het kabinet gevraagd het schrappen van de taaleis in de nieuwe Participatiewet te heroverwegen en het taalonderwijs onder de loep te nemen. Staatssecretaris Nobel komt hieraan tegemoet. Hij wil daarom de bestaande taaleis voor het recht op bijstand niet afschaffen en kijken hoe deze kan worden verbeterd.
Staatssecretaris Jurgen Nobel: “De kans op een baan is groter als je de Nederlandse taal beheerst en is cruciaal voor een goede integratie. Daarom vind ik het belangrijk om daarop te blijven inzetten. We hebben iedereen nodig op de arbeidsmarkt, werkgevers staan te springen om personeel. Ik wil voorkomen dat mensen buiten de boot vallen, alleen omdat ze de taal niet beheersen. Iedereen moet mee kunnen doen en daartoe in staat worden gesteld.”
Nobel gaat de plannen nader uitwerken in een actieagenda integratie die momenteel wordt voorbereid en waarbij ook ingezet wordt op taal en arbeidsparticipatie. Daarbij zal het kabinet ook kijken naar het systeem van taalonderwijs.
Aanpak knelpunten
In het wetsvoorstel Participatiewet in balans staan daarnaast ruim twintig maatregelen om op korte termijn knelpunten in de huidige Participatiewet weg te nemen. Eén van de maatregelen is dat mensen met een bijstandsuitkering elk jaar tot € 1.200 giften van derden mogen ontvangen, zonder dat dit invloed heeft op hun uitkering. Staatssecretaris Nobel meldt in de antwoorden op Kamervragen dat deze vrijstelling ook gaat gelden voor boodschappen.
Andere maatregelen zijn gericht op het aantrekkelijker maken van werk naast een uitkering, zoals het verruimen van de bijverdiengrenzen als mensen gaan werken naast de uitkering en het bufferbudget, waardoor schommelingen door wisselende inkomsten uit werk kunnen worden opgevangen. Daardoor krijgen mensen meer financiële zekerheid als ze naast hun uitkering aan het werk gaan.
Wetsvoorstel
Met het wetsvoorstel Participatiewet in balans wil het kabinet werken aan vereenvoudiging, vanuit vertrouwen en met oog voor de menselijke maat. Daarmee draagt het wetsvoorstel eraan bij dat meer mensen vanuit de Participatiewet sneller aan het werk gaan. En als dat nog niet lukt, mensen op een andere manier kunnen meedoen in de maatschappij. Dat is goed voor de mensen zelf, de samenleving en het draagvlak voor de bijstand.
Gemeenten krijgen de ruimte om het wetsvoorstel Participatiewet in balans in stappen in te voeren. Het kabinet kijkt met onder meer de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) naar de termijn van invoering per maatregel, waarbij de inzet is dat de eerste maatregelen per 1 juli 2025 in kunnen gaan. Het kabinet zal zich ten volle inzetten om deze datum te halen.
Naast de maatregelen om de Participatiewet op korte termijn te verbeteren, werkt het kabinet ook aan een fundamentele herziening van de wet. Hierin zijn vereenvoudiging, werken vanuit vertrouwen en met oog voor de menselijke maat ook belangrijke uitgangspunten.
Documenten
-
Kamerbrief nota naar aanleiding van verslag wetsvoorstel Participatiewet in balans
Staatssecretaris Nobel (Participatie en Integratie) geeft antwoord op vragen uit het verslag van de Tweede Kamer over het ...
-
Kamerbrief voortgang programma Participatiewet in balans
Staatssecretaris Nobel (Participatie en Integratie) informeert de Tweede Kamer over de voortgang van het programma ...