Door banenafspraak weer meer werk voor mensen met beperking
Alle werkgevers samen hebben weer ruimschoots meer banen voor mensen met een arbeidsbeperking gemaakt dan is afgesproken. In 2026 moeten bedrijven en de overheid samen 125.000 banen extra hebben gemaakt, zo is in 2013 in het sociaal akkoord afgesproken. Op het pad hier naartoe stonden de werkgevers vorig jaar voor 33.000 extra banen aan de lat. Dat zijn er bijna 37.000 geworden. Werkgevers van de overheid hebben hun doelstelling opnieuw niet gehaald. Wel hebben zij het aantal extra banen in een jaar tijd bijna weten te verdubbelen.
“Dit is goed nieuws voor alle mensen die via de banenafspraak aan het werk zijn gekomen”, zegt staatssecretaris Tamara van Ark van Sociale Zaken en Werkgelegenheid die de cijfers vandaag aan de Tweede Kamer stuurt. “Ik vind dit een hele mooie prestatie. Marktwerkgevers hebben zich van hun beste kant laten zien. Zij hebben hun doelstelling van 23.000 banen met ruim 7.000 banen overtroffen.” zegt Van Ark. Dat de overheidswerkgevers ook fors meer banen hebben gemaakt is een goed teken, maar het kabinet verwacht van hen nog een flinke inhaalslag. Zij hebben bijna 6.500 extra banen gecreëerd, terwijl dat er 10.000 hadden moeten zijn om op schema te zitten.
Het vorige kabinet heeft de quotumregeling geactiveerd voor de overheidswerkgevers. Tegelijkertijd heeft het kabinet toen besloten om over 2018, het eerste hele quotumjaar, nog geen heffingen uit te delen. Dat jaar is er voor om te zorgen dat het been wordt bijgetrokken zodat de banen er alsnog komen. Want dat is het uiteindelijke doel. Halen de overheidwerkgevers over 2019 de banenafspraak weer niet, dan kan een heffing worden opgelegd van €5.000 per niet-ingevulde baan.
Om de prestaties van overheidswerkgevers te verbeteren, zijn verschillende onderzoeken uitgevoerd. Die onderzoeken zijn vandaag samen met de cijfers van de banenafspraak over 2017 naar de Tweede Kamer gestuurd. Uit één van de onderzoeken blijkt dat de doelgroep groot genoeg is om de doelstellingen uit de banenafspraak te halen. De verwachting is dat het aantal mensen in de doelgroep de komende tijd verder zal groeien. Daarmee is het nog steeds reëel om voor deze doelgroep 125.000 extra banen te creëren. De kans op het vinden en behouden van werk moet dan wel toenemen.
Van Ark: “We kregen signalen uit het veld dat er niet voldoende mensen in de doelgroep zouden zitten om onze doelstellingen te halen. Dat blijkt niet het geval te zijn. Wel moeten we de handen uit de mouwen steken om ervoor te zorgen dat mensen met een beperking makkelijker werk vinden. En dat zij dat werk kunnen behouden. Daar werk ik op dit moment heel hard aan.”
Een ander onderzoek laat zien dat ruim 80 procent van de mensen met een arbeidsbeperking die in 2016 al werkten, een jaar later nog steeds aan de slag was. Twee-derde van het totaal gewerkte aantal uren door mensen uit de doelgroep banenafspraak , zijn op basis van een vast contract. Het percentage mensen dat hun baan verliest is afgenomen, van 10 naar 9 procent. Van Ark: “Ik vind het heel belangrijk dat mensen met een arbeidsbeperking mee kunnen doen. Er staan nu nog teveel mensen aan de kant. Hen aan de slag helpen én houden, is voor mij de absolute prioriteit van deze kabinetsperiode.”
Uit een derde onderzoek blijkt dat er grote verschillen zijn tussen werkgevers bij de overheid hoe zij aan de slag gaan met de banenafspraak. De kans van slagen staat of valt voor een groot deel met de wil en het enthousiasme van de werkgever om iemand met een arbeidsbeperking aan te nemen. Een knelpunt waar overheidswerkgevers tegenaan lopen is dat wanneer zij diensten inkopen, zoals schoonmaak en catering, de mensen uit de doelgroep die dit werk voor hen verrichten, niet meetellen bij de werkgever bij wie zij in de praktijk aan de slag zijn, maar bij het schoonmaak- of cateringbedrijf.
Uit onderzoek dat SZW samen met de ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft laten uitvoeren, blijkt dat er bij overheidswerkgevers nog veel mogelijkheden zijn die niet zijn benut. Zo blijkt dat vergelijkbare scholen in verschillende mate mensen met een arbeidsbeperking aannemen. Bovendien zijn de beelden over de banenafspraak negatiever bij organisaties die geen ervaring hebben met de banenafspraak. De allesbepalende succesfactor is de wil en het enthousiasme bij de werkgever.
Het kabinet benut de zomerperiode om acties uit te werken waarmee zij meer mensen met een arbeidsbeperking aan het werk kan helpen, vooral bij de overheid. “Regels en afspraken zijn er om mensen te helpen bij het vinden van werk. Daar moeten ze ook aan bijdragen”, zegt staatssecretaris Van Ark. De banenafspraak en de quotumregeling zijn dan ook levende wetten waar continue verbeteringen in worden aangebracht met maar één doel: meer mensen met een arbeidsbeperking moeten kans maken op goed en duurzaam werk.