Voorjaarsnota 2025
De voorjaarsnota is een update van de begroting voor 2025 en een vooruitblik op de plannen voor 2026 en verder.
Wereldwijde onzekerheden
De Voorjaarsnota verschijnt in een tijd van grote wereldwijde onzekerheden. De oorlog in Oekraïne duurt voort en de wereldhandel staat onder druk. Het CPB verwachtte in februari vanuit de laatste ramingen nog een gedegen economische groei van 1,9% in 2025 en 1,5% in 2026.
Maar een open economie als die van Nederland kan hard geraakt worden door onzekerheid in de wereld. De Economic Policy Uncertainty Index meet de onzekerheid ten aanzien van beleid in de samenleving. In maart 2025 bereikte de index het hoogste punt sinds de coronapandemie.
Veiligheid, stabiliteit en begrotingsdiscipline
In deze tijd van onzekerheid kiest het kabinet voor veiligheid en stabiliteit. Het kabinet houdt vast aan een begrotingsdiscipline en trendmatig begrotingsbeleid. In goede economische tijden worden er buffers opgebouwd. In slechte tijden worden de uitgaven op peil gehouden. Zo zorgt het kabinet ervoor dat bij economische neergang voldoende buffers zijn om tegenslagen op te vangen.
Tegenvallers
Het kabinet kreeg te maken met een aantal tegenvallers bij onder andere asiel, de EU-afdrachten en de arbeidsongeschiktheid (WIA).
Extra maatregelen en dekking
De steun aan Oekraïne wordt voortgezet. Er gaat meer geld naar Defensie (structureel € 1,2 miljard) en er wordt geïnvesteerd in weerbaarheid. Ook draait het kabinet de eerdere bezuiniging op kinderopvang terug. Verder wordt de huurtoeslag verhoogd en krijgen gemeenten de komende jaren extra geld. De Nedersaksenlijn en een aantal andere prioritaire infrastructuurprojecten in Noord-Nederland worden gerealiseerd, gedekt uit de reservering voor de Lelylijn.
Het kabinet heeft besloten om de energiebelasting te verlagen en trekt daarvoor in de jaren 2026 tot en met 2028 € 200 miljoen per jaar uit. De verhoging van de btw op cultuur, media en sport wordt definitief geschrapt. Dit wordt betaald door de belastingschijven en heffingskortingen binnen de inkomstenbelasting beperkt te compenseren voor de prijsontwikkeling.
Om tekorten op de rijksbegroting niet verder op te laten lopen, moest het kabinet keuzes maken. Het kabinet kiest voor ingrepen in de sociale zekerheid (WW en het kindgebonden budget), in de kosten voor geneesmiddelen en het beheersbaar maken van jeugdzorg. Daar bovenop wordt Rijksbreed een rem gezet op de groei van de overheidsuitgaven door het deels inhouden van de prijsbijstelling.
EMU-saldo en EMU-schuld
Het begrotingstekort (EMU-saldo) voor 2025 is geraamd op -2,6% van het bbp, en voor 2026 gaat het om een tekort van -3%. De staatsschuld (EMU-schuld) komt dit jaar naar verwachting uit op 45,2% bbp en in 2026 op 47,8%, ruim onder de Europese norm van 60% bbp. Daarmee is de Voorjaarsnota in lijn met de financiële afspraken die aan het begin van deze kabinetsperiode zijn vastgesteld.
Realistisch begroten en kasschuiven
Realistisch begroten is een prioriteit voor het kabinet. De afgelopen jaren viel het EMU-saldo positiever uit dan in eerste instantie begroot. Dat kwam onder meer omdat het ministeries niet lukte om het begrote geld ook daadwerkelijk uit te geven in het geplande jaar. Het kabinet heeft de begrotingen voor 2025 en 2026 realistischer gemaakt door uitgaven in latere jaren te plannen. In 2025 gaat het om € 2,1 miljard. In 2026 gaat het om € 7,0 miljard.