Nieuw Wetboek van Strafvordering klaar voor parlementaire behandeling; laatste twee boeken ingediend bij Tweede Kamer
De laatste twee boeken van het nieuwe Wetboek van Strafvordering zijn door staatssecretaris Rechtsbescherming Teun Struycken en minister van Justitie en Veiligheid David van Weel ingediend bij de Tweede Kamer. Het gaat om de Boeken 7 en 8 waarin de regels zijn opgenomen over de tenuitvoerlegging van straffen en over internationale strafrechtelijke samenwerking. In maart 2023 werden de Boeken 1 tot en met 6 al ingediend bij de Tweede Kamer. Met de indiening van de laatste twee boeken ligt nu het volledige nieuwe Wetboek van Strafvordering bij de Tweede Kamer. De eerste zes boeken waren reeds klaar voor parlementaire behandeling in 2025.
Staatssecretaris Struycken: “Het fundament voor een eerlijk strafproces ligt besloten in het Wetboek van Strafvordering. Het is een belangrijke basis onder onze rechtsstaat. Daarom moet het wetboek bij de tijd zijn en helder zijn over de rechten, taken en plichten in onze strafrechtketen. Het vernieuwde wetboek biedt dit, zodat burgers goed beschermd zijn en verdachten op correcte wijze opgespoord en berecht worden. Het is goed dat de gehele inhoud van het nieuwe wetboek nu bekend is bij de Tweede Kamer.”
Het Wetboek van Strafvordering bevat de regels waaraan politie, Openbaar Ministerie, rechters en advocaten zich moeten houden in het strafproces. De vernieuwing maakt het wetboek toegerust op nieuwe vormen van criminaliteit zoals cybercrime en ondermijning. Ook wordt het wetboek overzichtelijker en toegankelijker en zijn belangrijke uitspraken van de hoogste rechter erin verwerkt. De vernieuwing maakt het wetboek toekomstbestendig door een duidelijkere positie voor verdachten en slachtoffers maar ook door een actualisering van opsporingsbevoegdheden en de digitalisering van het strafproces.
Het nieuwe wetboek is het resultaat van tien jaar samenwerking tussen alle betrokken organisaties in de strafrechtketen, waaronder de politie, het Openbaar Ministerie, de Rechtspraak, de bijzondere opsporingsdiensten, de Koninklijke Marechaussee en de advocatuur. Ook uitvoeringsorganisaties zoals het Centraal Justitieel Incassobureau, Dienst Justitiële Inrichtingen, Reclassering, Slachtofferhulp Nederland en de Raad voor de Kinderbescherming zijn nauw betrokken. De feedback van al deze betrokken partijen is essentieel om de wetgeving geschikt te maken voor de praktijk. Daarnaast zijn er de afgelopen twee jaar verschillende pilots uitgevoerd om enkele nieuwe onderdelen van het nieuwe Wetboek van Strafvordering in de praktijk al te testen.
Na de behandeling en goedkeuring door de Tweede Kamer van de Boeken 1 tot en met 8 en de eerste aanvullingswet krijgen de betrokken partijen drie jaar de tijd om de nieuwe wet in de praktijk te brengen. Dit betekent dat de organisaties zich kunnen voorbereiden op de veranderingen die de nieuwe wet met zich brengt. De ketenorganisaties werken aan trainingen en aanpassingen in hun systemen om ervoor te zorgen dat de implementatie goed verloopt. Op 1 april 2029 treedt het nieuwe Wetboek van Strafvordering naar verwachting in werking.