Toespraak minister Brekelmans bij Studio Europa Maastricht 'Hoe houden we Europa vrij en veilig?'
Professor Letschert, bestuurders, beste aanwezigen, hier en via de livestream,
Deze toespraak en deze bijeenkomst hadden op geen beter moment kunnen plaatsvinden. Want de afgelopen week is in Brussel en München duidelijk geworden welke fundamentele veranderingen plaatsvinden. Niet alleen worden onze vrijheid en onze veiligheid fundamenteel bedreigd door het Rusland van Poetin. Niet alleen wordt Rusland hierin gesteund door Noord-Korea, Iran en China. Dat wisten we.
Maar ook onze paraplu tegen deze storm zullen we als Europa meer zelf moeten vormgeven. Meer zelf moeten vasthouden. We kunnen niet zomaar meer rekenen op bescherming van de Verenigde Staten, we zullen deze moeten verdienen. En daarvoor hebben we niet veel tijd. We moeten nu in actie komen en Europa heeft nu 1 kans om dit goed te doen.
Het is symbolisch om hierover te spreken in het mooie Maastricht. Maastricht, de bakermat van de Europese Unie, van de euro, van het Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbeleid. Hier in het Centre Céramique staat de tafel waaraan in 1992 het historische Verdrag van Maastricht werd getekend. Ook werd in dit gebouw 3 maanden geleden het Europa Archief Mathieu Segers geopend – een eerbetoon aan een groot denker en historicus die ons helaas veel te vroeg is ontvallen.
In zijn postuum uitgegeven boek, Europa en het idee uit de toekomst, onderzoekt Mathieu Segers de totstandkoming Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, de voorloper van de Europese Unie. Het idee volgde op een cruciale les uit de Eerste Wereldoorlog. Die oorlog hadden de geallieerden gewonnen, maar de vrede was verloren: revolutie in Rusland, fascisme in Italië en Spanje, een machteloze Volkenbond, de Grote Depressie en uiteindelijk de opkomst van Hitler en een nieuwe, allesverwoestende oorlog.
De overwinning van de geallieerden in de Eerste Wereldoorlog bleek geen sluitstuk, maar slechts een pauze. De oorlog gewonnen, maar de vrede verloren.
Die les uit de geschiedenis brengt me terug naar vandaag. Komende week, 24 februari, is het 3 jaar geleden dat de Russische president Poetin zijn ‘speciale militaire operatie’ in Oekraïne begon. Een brute invasie van Russische gevechtshelikopters en eindeloze colonnes tanks die de Oekraïense grens overstaken, lichtflitsen in de nachtelijke hemel boven Kyiv, Charkiv en Marioepol, inslaande raketten en explosies.
3 dagen dacht Poetin nodig te hebben om Oekraïne te onderwerpen. 3 jaar duurt de oorlog nu, door bewonderenswaardig verzet van de Oekraïners, door westerse wapensteun, maar met meer dan een miljoen verloren levens en een veelvoud daarvan onherstelbaar beschadigd.
De komende maanden worden voor die oorlog cruciaal. Cruciaal voor de toekomst van Oekraïne. Cruciaal voor de toekomst van Europa. En daarmee ook cruciaal voor de toekomst van Nederland.
Met extra sancties voor Rusland of verminderde wapensteun aan Oekraïne wil president Trump een vredesbestand afdwingen. En laat ik volstrekt helder zijn: iedereen snakt naar vrede. In de eerste plaats de Oekraïners zelf: niemand wil zo graag vrede als zij. Het zijn hun echtgenoten, hun vaders, hun zonen – en soms ook dochters – die vechten aan het front. Al 3 jaar vechten zij voor hun vrijheid, brengen zij de winter in de kou door of zijn zij van huis en haard verdreven en gescheiden van hun geliefden. Maar ook hier in Nederland, wij allemaal, ook u en ik, snakken naar vrede.
Maar echte vrede is een vrede die standhoudt. Die géén nieuwe agressie uitlokt. Geen interbellum, geen pauze, zoals tussen de Eerste en Tweede Wereldoorlog, maar een sluitstuk.
Een slecht vredesakkoord is een klap voor Oekraïne, maar ook een gevaar voor Europa. Na meer dan 3 jaar oorlog is dan de conclusie dat agressie in Europa overwint.
Na de Tweede Wereldoorlog was de conclusie dat in West-Europa vrijheid en democratie hadden overwonnen. En ook na de Koude oorlog was de conclusie dat in vrijwel heel Europa vrijheid en democratie hadden overwonnen. We mogen er niet aan denken dat na 3 jaar grootschalige oorlog in Oekraïne, de conclusie wordt dat agressie en imperialisme in Europa overwonnen hebben. En daarmee vrijheid en democratie verloren.
We moeten beseffen hoe gevaarlijk dat is. Want een agressor die wint, voelt zich gesterkt om dóór te gaan. Een agressor die wint, geeft een signaal aan andere autocratische leiders dat agressie loont, dat grenzen met geweld verlegd kunnen worden en internationale afspraken slechts papieren beloften zijn.
Poetin zal het nóg een keer proberen. De agressie van Rusland is als een lavastroom. Allesverwoestend, gestaag oprukkend, steeds op zoek naar een plek waar het kan doorbreken. Hij zal opnieuw Oekraïne binnenvallen of een andere voormalige Sovjetrepubliek. De Baltische Staten misschien – nu NAVO-landen.
Als agressie loont, kan dat China aanmoedigen tot meer agressie tegen Taiwan; Iran tot meer agressie in het Midden-Oosten. Met een slecht vredesbestand begaan we dezelfde fout als in de Eerste Wereldoorlog. Dan is in Oekraïne de oorlog voorbij, maar de vrede verloren.
Wat moeten we dan wél doen? Hoe stoppen we Poetin? Hoe houden we Europa vrij en veilig?
Ik schets u vandaag de dreiging, maar ook een perspectief. Want Poetins agressie is niet iets wat ons nu of in de toekomst nog mag verrassen. Niet zoals 3 jaar geleden, toen we bruut wakker werden geschud door de harde realiteit van een oorlog op ons continent. Inmiddels weten we beter. Poetin is onvoorspelbaar – en juist dát is de zekerheid waarmee we moeten werken. We moeten ons wapenen om op elke situatie voorbereid te zijn.
Aan de andere kant weten we nu ook beter hoe onze belangrijkste en krachtigste bondgenoot, de VS onder president Trump, in deze wedstrijd zit. Uiterst zakelijk en transactioneel.
Een paar letterlijke quotes van prominente leden van de regering-Trump de afgelopen dagen, die niet op alle voorpagina’s hebben gestaan:
Economische belangen binden méér dan waarden.
Met andere woorden: een contract voor kritieke grondstoffen is voor Trump belangrijker om te beschermen dan vrijheid en soevereiniteit in Oekraïne. Het blijft een zakenman die deals wil sluiten, met daarin het economisch belang van de VS voorop.
Nog een quote: Een rij vlaggen, zonder daarbij militaire middelen, zijn slechts vlaggen. En met vlaggen kun je niet schieten.
De Amerikanen blijven gecommitteerd aan de NAVO, het bondgenootschap dat onze vrijheid en veiligheid garandeert, maar dan moeten Europese landen wel veel meer militaire kracht inbrengen.
De VS willen zich primair richten op binnenlandse veiligheid, dus meer militairen aan de grens met Mexico. En ten 2e richten ze zich op het tegengaan van China. Pas ergens daarna komt Europa, tussen andere prioriteiten zoals Israël en het Midden-Oosten. Amerikanen spreken daarom niet meer over het eerlijk verdelen van de lasten binnen de NAVO, maar over het verschuiven van de lasten. Van burden-sharing naar burden-shifting.
Wij kunnen hier van alles van vinden, maar het is wel de nieuwe realiteit. We kunnen niet zonder de steun van de Amerikanen, zeker niet op korte termijn. Een harde boodschap, waar Europese landen hard mee aan de slag moeten.
Om Europa, en daarmee Nederland, en ook Oekraïne, vrij en veilig te houden, moeten we 3 dingen doen.
Ten 1e, vrede door kracht, ‘peace through strength’ in Oekraïne vormgeven, zowel op korte als lange termijn. Op korte termijn betekent dit dat de militaire steun aan Oekraïne onverminderd moet doorgaan. Sterker nog, er moet vanuit Europese landen nog een flinke schep bovenop. Juist nu. Hoe sterker Oekraïne is op het slagveld, hoe groter de kans op een rechtvaardig en duurzaam vredesakkoord.
We hebben nu al gezien hoeveel schijnbare concessies Trump heeft moeten doen om überhaupt het gesprek met Rusland op gang te brengen. En dit was pas de eerste stap in een lang onderhandelingsproces. We moeten voorkomen dat er nog meer concessies aan Rusland worden gedaan. Want dan ontstaat een zwakke deal, die de voedingsbodem legt voor meer Russische agressie en oorlog. Daarom moeten we Oekraïne volop militair blijven steunen.
Daarnaast betekent ‘vrede door kracht’ ook dat Oekraïne robuuste veiligheidsgaranties krijgt. Robuust betekent bij een staakt-het-vuren of vredesbestand dat Poetin maximaal wordt ontmoedigd om opnieuw tot agressie over te gaan.
Dat kan alleen als het mandaat van eventuele vredestroepen glashelder is, want Poetin zal ieder vredesbestand gaan testen. Er moet sprake zijn van escalatiedominantie, zodat Poetin weet dat hij bij iedere stap op de escalatieladder een sterkere tegenstander tegenover zich vindt. En dat kan weer alleen als er sprake is van Amerikaanse ruggensteun en een hele duidelijke taakverdeling tussen Oekraïne, Europese landen en de Verenigde Staten, en eventueel andere landen die hier nog bij betrokken worden.
Deze puzzel is extra ingewikkeld, omdat we niet willen dat een militair sterker Oekraïne leidt tot meer zwakte in de rest van Europa. We kunnen niet massaal militair vermogen weghalen aan de oostgrens van de NAVO, anders zal de lavastroom van Poetin juist daar toeslaan.
Onze inschatting is dat Rusland ongeveer een jaar nodig heeft om grootschalig troepen te verplaatsen. Beeld je eens in, dat Europese landen massaal militair vermogen naar Oekraïne hebben verplaatst, en Rusland ineens een militaire oefening houdt met 200.000 militairen aan de grens met de Baltische Staten. Deze kwetsbaarheid, en de risico’s en chaos die hiermee gepaard zouden gaan, moeten we absoluut voorkomen.
We zullen deze ingewikkelde puzzel snel met elkaar moeten leggen, want de Amerikanen verwachten dat Europa hierin verantwoordelijkheid neemt. Het is ook nodig om op korte termijn een volwaardige plek aan de onderhandelingstafel te verdienen.
Wij kunnen van onze kant eisen dat Oekraïne en Europa bij de onderhandelingen een stoel aan tafel hebben – het gaat immers over onze veiligheid. Niets over Oekraïne, zonder Oekraïne. Niets over Europa, zonder Europa. Maar die plek moeten we verdienen.
Analoog aan de bekende Amerikaanse uitspraak no taxation without representation
heb ik afgelopen week tegen de Amerikanen gezegd no troop formation without representation
.
Oftewel: geen troepenopbouw zonder inspraak. Maar dan moeten we als Europa wel snel met een plan komen voor die troepenformatie. Daar zijn we de komende tijd druk mee aan de slag.
Naast peace through strength
in Oekraïne is een 2e pilaar van een vrij en veilig Europa dat we onze verdediging en afschrikking snel op orde krijgen en op orde houden. Zodat Poetin het niet in zijn hoofd haalt één van de NAVO-bondgenoten in Europa aan te vallen.
Uiteindelijk is dat voor een relatief klein land als Nederland de belangrijkste garantie voor onze veiligheid: dat 31 bondgenoten letterlijk en figuurlijk om ons heen staan. Als een schild tegen dreigingen vanuit Rusland, China, Iran en Noord-Korea.
En hoe staat het na vorige week met de NAVO? Laat ik positief beginnen. Tussen alle heftige uitspraken door zei de Amerikaanse minister van Defensie ook het volgende: De NAVO is voor de Verenigde Staten relevanter dan ooit.
Ook de VS ziet een stapeling van dreigingen op zich afkomen. Zelfs voor de VS is een zogenaamde ‘force multiplier’ van 31 landen uniek. 32 bondgenoten die zij-aan-zij staan, maakt ook de VS krachtiger tegenover Rusland, China en Iran.
Daarbij zal de gevechtskracht van de NAVO omhoog moeten. Zodat de afschrikking tegen onze tegenstanders in stand blijft. Om in Amerikaanse woorden te spreken: make NATO great again.
Vorige week is natuurlijk weer glashelder geworden dat de bijdrage van Europese landen omhoog moet. Een bewuste wake-up call, noemden de Amerikanen het. Van burden-sharing naar burden-shifting.
Het is positief dat de bijdrage van Europese landen in de afgelopen jaren al flink is gestegen. Voor Nederland geldt dat defensie in de afgelopen 2 jaar met 50% is gegroeid. Daar zou menig bedrijf of startup jaloers op zijn. Concreet draagt Nederland ook méér bij dan 3 jaar geleden, o.a. met onze militairen in Litouwen, onze F-35’s in Estland, onze onbemande vliegtuigen in Roemenië en onze marineschepen in de Oostzee.
Maar het is niet genoeg. De NAVO vraagt meer van ons om onszelf te beschermen tegenover Rusland; de VS vragen meer van ons om zelf meer verantwoordelijkheid te nemen. Kortom, de defensie-uitgaven van Europese landen moeten verder omhoog.
Maar het gaat niet alleen om meer budget, het gaat ook om hoe dit budget beter kan worden besteed. Momenteel stijgen de defensiebudgetten, maar door krapte in de defensie-industrie stijgen de prijzen bijna net zo snel. Als mijn budget met 10% stijgt en de prijzen stijgen ook met 10%, dan heb ik aan het einde van de dag nog dezelfde hoeveelheid tanks en munitie. Daarom moet de defensieproductie echt fors omhoog.
Juist hierin kan de Europese Unie, als economische krachtpatser, met wetgevende en financiële instrumenten, een belangrijke rol spelen. Op het terrein van defensie en veiligheid wordt dit de belangrijkste taak voor de EU.
Hierbij zijn 3 zaken van belang:
Ten 1e: individuele landen moeten over hun nationale schaduw heen springen. De defensie-industrie kan in potentie zo hard groeien dat iedereen hiervan ook economisch kan profiteren. De taart is groot genoeg voor iedereen.
Ten 2e: we moeten onze partners buiten de EU niet uitsluiten. Amerikanen, Britten, Noren, we hebben hun productie en innovatie keihard nodig, ook omdat bijvoorbeeld de Nederlandse luchtmacht en luchtverdediging zo nauw verweven zijn met de Amerikaanse industrie.
Ten 3e: we moeten effectiviteit voorop zetten. We kunnen eindeloos praten over het opzetten van grote fondsen, hoe we dat financieren, hoe we dat geld vervolgens verdelen. En pas dan komen we toe aan het echte werk, namelijk orders plaatsen, contracten sluiten en de productie opvoeren. Als dit jaren duurt – zie de uitgaven van het coronafonds – dan plaatsen we onze orders straks in het Russisch.
Ik ben blij dat een aparte Eurocommissaris is aangesteld, Andrius Kubilius, om hier een enorme boost aan te geven. We praten hier immers al jaren over, maar het gaat niet snel genoeg. We draaien eindeloos in dezelfde cirkels, zonder dat er voortgang komt. Die luxe hebben we niet meer, het is tijd voor een doorbraak.
Naast de defensie-industrie kan de EU nog op allerlei andere manieren een belangrijke rol spelen voor onze veiligheid, zoals het vormgeven van sanctiepakketten, het stimuleren van gezamenlijke inkoop, het bijdragen aan militaire mobiliteit, ofwel een militaire snelweg om sneller en efficiënter ons materieel te verplaatsen van west naar oost, en last but not least het trainen van Oekraïense militairen.
Op dat laatste punt levert de EU een buitengewone prestatie, er zijn al 75.000 Oekraïners getraind. Overmorgen ga ik met mijn eigen ogen kijken, wat mij betreft zetten we ook dit onverminderd door.
Naast alle dingen die de EU kan doen, is er nog een ander punt waarmee de EU van ongelofelijke waarde kan zijn en dat is: defensie meer ruimte geven. Of, andersom gesteld: defensie iets minder in de weg zitten.
Door diverse natuur- en omgevingsregels worden wij als defensie beperkt in onze groei. Als onze militairen niet kunnen oefenen, niet kunnen schieten, niet kunnen vliegen, dan gaat de getraindheid omlaag. En minder getraind zijn is voor een militair op het slagveld letterlijk een kwestie van leven of dood. En Poetin zal niet stoppen bij een Natura 2000-gebied in Estland. Ook worden we als defensie beperkt in het oefenen met drones, vanwege privacyregels. We kunnen minder snel aankopen doen vanwege aanbestedingsregels.
Om de paraatheid van onze krijgsmacht te kunnen garanderen, moet er voor defensie een uitzondering komen op sommige Europese regels. Niet omdat die andere zaken niet belangrijk zijn, of we andere waarden met voeten willen treden, maar omdat er situaties zijn waarin we onze veiligheid voorop moeten kunnen stellen.
Daarom pleiten wij voor een Europese Defense Readiness Act, met meer uitzonderingen en minder regels voor defensie. Zodat wij als defensie klaar kunnen staan, gereed en getraind, wanneer dat nodig is.
Als 3e pilaar om Europa vrij en veilig te houden – naast peace through strength
in Oekraïne en een sterke verdediging en afschrikking in de rest van Europa – moet ook onze brede weerbaarheid omhoog.
Daarbij gaat het niet alleen om de instituties, zoals de NAVO en de EU. Ook u en ik – als bestuurder, politicus, ondernemer, als wetenschapper, vertegenwoordiger van een maatschappelijke organisatie, student en als burger – wij allemaal hebben een belangrijke rol te vervullen. Wij allemaal dragen bij aan een vrij en veilig Europa.
Afgelopen september startte hier in Zuid-Limburg de nationale viering van 80 jaar vrijheid. Deze regio werd 80 jaar geleden als 1e in Nederland bevrijd. We vieren – ook de komende maanden in andere delen van Nederland – dat u en ik ons hele leven in vrijheid hebben kunnen leven.
Tegelijk is het vandaag meer dan ooit de vraag of we diezelfde vrijheid kunnen doorgeven aan onze kinderen. Want niet alleen in Oekraïne en het oosten van Europa, ook voor ons hier in Nederland komt de dreiging steeds dichterbij.
We leven in een grijze zone tussen oorlog en vrede. Met dagelijks cyberaanvallen op ziekenhuizen, politie en universiteiten. Met spionage, zoals de Chinese inbraak in defensiecomputers. Met voorbereidingen op sabotage – de Russische schepen die op de Noordzee onze windparken en internetkabels in kaart brengen. Met Russische trollenfabrieken die onze sociale media vervuilen met leugens en desinformatie.
We mogen niet naïef zijn; wij zijn niet in oorlog met Rusland, maar Rusland – in hybride vorm – al wel met ons. En daarmee kom ik op de verantwoordelijkheid die ook u en ik moeten nemen.
Als minister van Defensie geef ik leiding aan een departement dat zich voorbereidt. We bouwen aan een sterke, slimme krijgsmacht die samen met onze partners kan vechten en het gevecht kan volhouden.
En laat ik nogmaals benadrukken waarom we dat doen. Niemand wil oorlog. Al onze inspanningen, zowel van Nederland als van onze bondgenoten, zijn erop gericht oorlog te voorkomen. Een sterke NAVO, gesteund door een sterke EU en nationale krijgsmachten, schrikt af en houdt oorlog buiten de deur.
Maar de verantwoordelijkheid voor een veilig Nederland rust niet alleen op de schouders van mensen in uniform. Defensie is 1 van de schakels. Ook u bent nodig om Nederland veilig te houden. In deze grijze zone tussen oorlog en vrede is het niet de vraag wat de krijgsmacht voor de samenleving kan doen, maar wat de samenleving voor de krijgsmacht kan doen.
Want als de NAVO écht in oorlog komt, dan houdt de krijgsmacht het alleen vol als de hele samenleving betrokken en weerbaar is. De samenleving moet defensie ondersteunen: met transport en logistiek, met ziekenhuiscapaciteit in het land, met industriële productie, met universiteiten en ondernemers die helpen met militaire innovaties, met bedrijven die onze militairen elektriciteit, communicatie en voedsel kunnen leveren, met werkgevers die zorgen dat hun medewerkers als reservist kunnen dienen. Militaire paraatheid kan niet zonder steun van de hele samenleving.
Daarnaast moet de maatschappij tijdens een crisis of conflict zichzelf kunnen redden. In Nederland gaat het waarschijnlijk niet om een grondoorlog zoals in Oekraïne. Maar het gaat wel om hybride aanvallen, zoals sabotage van onze infrastructuur, met als doel onze samenleving te ontregelen en te ontwrichten.
Een langdurige internet- of stroomstoring kan onze maatschappij hard raken. Dan rijden er geen treinen, kun je niet pinnen, kunnen leraren moeilijker lesgeven, moet de zorg draaien op noodvoorzieningen en bederft de voedselvoorraad in de koeling.
En dan komt het erop aan. Blijft onze samenleving dan draaien? Zijn we dan nog vriendelijk tegen elkaar of überhaupt bereikbaar? Of vervallen we in chaos, plunderingen, verkeersopstoppingen en sociale onrust, en gebeurt precies wat onze vijand wil?
Militair paraat en maatschappelijk weerbaar – dat is waar we naartoe moeten. Militairen kunnen gevechten winnen, maar samenlevingen kunnen de oorlog winnen.
Beste aanwezigen, ik kom tot een conclusie. Nederland organiseert dit jaar voor het eerst de NAVO-top. Om bij te dragen aan vrede en veiligheid en te laten zien dat we een serieuze en betrouwbare bondgenoot zijn. Net als in 1992 in Maastricht komt de top op een historisch moment en is hij van historisch belang voor onze toekomst.
De komende maanden werken we hard om tijdens de NAVO-top tot nieuwe afspraken te komen:
- om vrede door kracht in Oekraïne structureel vorm te geven;
- om de verdediging en afschrikking in Europa op orde te brengen, gestut door een sterke defensie-industrie;
- om de brede weerbaarheid in onze samenleving te vergroten.
De dreiging is urgent. Zolang Rusland in Oekraïne vecht, is een oorlog tegen de NAVO vrijwel uitgesloten. Maar als de oorlog in Oekraïne eindigt met een slecht vredesbestand, komen andere scenario’s in zicht. Dan heeft Poetin nog slechts een jaar nodig om grootschalig troepen te verplaatsen en een grote dreiging te vormen voor de rest van Europa.
We bevinden ons op een beslissend moment in de geschiedenis. De komende maanden worden bepalend voor de toekomst van Europa. Anders dan na de Eerste Wereldoorlog moeten we de oorlog in Oekraïne stoppen én de vrede bewaren. Een rechtvaardige, duurzame vrede voorkomt dat de geschiedenis zich herhaalt. Vrede door kracht, geen oorlog door zwakte.
In zijn laatste boek beschrijft Mathieu Segers hoe Amerikaanse en Europese leiders decennialang naar een manier zochten om samen te werken voor vrede en veiligheid. Hij beschrijft een ideeënstroom die na een meanderend begin steeds wilder werd en uiteindelijk in 1951 samenkwam in de oprichting van de Europese Gemeenschap van Kolen en Staal.
Dat is het goede nieuws: vandaag bestaan die organisaties al. We hebben de NAVO; we hebben de Europese Unie. Sterke fundamenten, gebouwd op samenwerking en gedeelde waarden. Het is nu de opdracht aan Europese landen om met deze organisaties onze defensie sterker en effectiever te maken, zodat het gevaar op afstand blijft.
Ik sluit af met de woorden van Franse minister Robert Schuman, de grondlegger van de Europese samenwerking: ‘De krachtsinspanningen om de Europese vrede te bewaren, moeten net zo groot zijn als de gevaren die haar bedreigen.’
De dreiging is groot. Onze inspanningen moeten groter zijn.
Dank u wel.