Vrijheid van religie en levensovertuiging
Iedereen moet het recht hebben om zijn of haar religieuze of levensbeschouwelijke keuze te maken. Of om van geloof te kunnen veranderen of om niet te geloven. Daarbij maakt Nederland geen onderscheid tussen religieuze groeperingen.
Helaas is er sprake van een toenemende mate van onverdraagzaamheid op basis van religie of levensovertuiging. Ruim driekwart van de wereldbevolking leeft in landen met een beperkte vrijheid van godsdienst of levensovertuiging. Daarom is vrijheid van religie en levensovertuiging een heel belangrijk punt in het Nederlandse mensenrechtenbeleid.
Nederlandse inzet vrijheid van religie en levensovertuiging wereldwijd
Religieuze of traditionele waarden kunnen de fundamentele rechten en vrijheden soms beperken. Bijvoorbeeld voor vrouwen, kinderen en voor lesbiennes, homo’s, biseksuelen, transgenders en intersekse personen (LHBTI’s). Nederland verzet zich tegen inperking van deze rechten door:
- vrijheid van religie en levensovertuiging bij internationale organisaties hoog op de agenda te zetten. Bijvoorbeeld bij de Europese Unie (EU), de Verenigde Naties (VN), de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) en de Raad van Europa (RvE);
- voortdurend het belang van vrijheid van religie en levensovertuiging te bespreken. Bijvoorbeeld tijdens gesprekken met de lokale overheid van een land. Of in dialogen met religieuze leiders.
- projecten van het Mensenrechtenfonds te financieren. Zie voor het laatste overzicht de mensenrechtenrapportage die ieder jaar naar de Tweede Kamer gaat.
- de Mensenrechtenambassadeur dit onderwerp in landen waar deze vrijheden onder druk staan te laten bespreken.