Normen luchtkwaliteit
Het Nederlandse beleid voor de luchtkwaliteit is gebaseerd op internationale afspraken en normen.
Soorten luchtvervuiling
De belangrijkste soorten luchtvervuiling zijn:
- fijnstof: schadelijke deeltjes in de lucht, één van de oorzaken van smog;
- ammoniak, zwaveldioxide en stikstofdioxide: zorgen voor verzuring en vermesting.
- smog (door ozon, fijnstof, zwaveldioxide en stikstofdioxide): tijdelijk zeer verontreinigde lucht.
- zware metalen en gevaarlijke stoffen die niet of moeilijk afbreekbaar zijn: hopen zich op in bijvoorbeeld botten en lichaamsvet van mensen en dieren.
Meer informatie over luchtvervuiling en de oorzaken ervan staat op de site van Milieu Centraal.
Europese normen voor stoffen in de lucht
De Europese Unie (EU) heeft grenswaarden en streefwaarden voor stoffen in de lucht vastgesteld. EU-lidstaten mogen de grenswaarden niet overschrijden.
Internationale afspraken over luchtverontreinigende stoffen
De Verenigde Naties (VN) en de EU bepalen nationale emissieplafonds voor stoffen die de lucht vervuilen. Nederland moet zich daaraan houden. Een emissieplafond geeft het maximum aan dat een land mag uitstoten. Het gaat hierbij onder meer om stikstofoxiden, fijn stof (PM 2,5) en ammoniak.
Afspraken hierover staan in de NEC-richtlijn (EU) en het Gotenburg Protocol (VN; Engelstalig), dat is overeengekomen onder het Verdrag betreffende grensoverschrijdende luchtverontreiniging over lange afstand, Genève, 13-11-1979.
Aanscherping Europees luchtbeleid
De Europese Commissie heeft in 2013 een Clean Air Policy Package aangenomen, inclusief een Clean Air-programma voor Europa. Eind 2016 is de op dit pakket gebaseerde herziening van de NEC-richtlijn aangenomen en in werking getreden. Daarin staan doelstellingen voor 2020 en 2030, en begeleidende wetgevingsmaatregelen.
Luchtkwaliteit houdt zich niet aan grenzen. Nederland importeert en exporteert vervuilde lucht. Daarom wil de Rijksoverheid met de buurlanden verdere afspraken maken over luchtvervuiling.