Late zwangerschapsafbreking en levensbeëindiging bij pasgeborenen

Soms lijdt een ongeboren of pasgeboren kindje aan heel ernstige aandoeningen. Zo ernstig, dat de arts samen met de ouders besluit dat het beter is om het leven van het kindje te beëindigen. De arts moet zich daarbij houden aan zorgvuldigheidseisen.

Ernstige aandoeningen ongeboren kindje

Soms blijkt na 24 weken zwangerschap dat een ongeboren kindje 1 of meerdere ernstige aandoeningen heeft. Het kindje zal na de geboorte heel erg veel pijn hebben, die ook niet meer stopt. En er is na de geboorte geen medische behandeling mogelijk. In die gevallen kan een arts samen met de ouders besluiten om de zwangerschap af te breken.

Heeft de zwangerschap minder dan 24 weken geduurd? Dan mag de vrouw besluiten om abortus uit te laten voeren.

Ondraaglijk en uitzichtloos lijden pasgeboren kindje

Soms is een pasgeboren kindje zo ziek, dat het ondraaglijk en uitzichtloos lijdt. Dat betekent dat het heel erge pijn heeft, die niet meer stopt. Er is dan geen medische behandeling meer mogelijk. En er bestaat geen andere redelijke oplossing om het lijden weg te nemen. De arts kan dan samen met de ouders besluiten om het leven van het kindje te beëindigen.

Zorgvuldigheidseisen

Een late zwangerschapsafbreking of een levensbeëindiging bij een pasgeborene mag alleen als de arts zich houdt aan alle eisen. Die eisen heten samen de zorgvuldigheidseisen bij late zwangerschapsafbreking en levensbeëindiging bij pasgeborenen. Daarin staat bijvoorbeeld dat:

  • de arts overtuigd moet zijn dat het kindje ondraaglijk en uitzichtloos lijdt. En er geen medische behandeling meer mogelijk is;
  • de arts ten minste 1 andere onafhankelijke arts om raad heeft gevraagd over de situatie. Een onafhankelijk arts is een arts die de vrouw of het kind op dat moment niet behandelt.

Werkwijze late zwangerschapsafbreking en pasgeborenen

Bij een late zwangerschapsafbreking of levensbeëindiging van een pasgeboren baby moet de arts de procedure bij late zwangerschapsafbreking of levensbeëindiging bij pasgeborenen volgen.

Een speciale beoordelingscommissie controleert of de arts zich aan de eisen heeft gehouden. De commissie bestaat uit 4 artsen met verschillende specialismes, een jurist en een ethicus.

De beoordelingscommissie stuurt haar beoordelingsverslag naar het Openbaar Ministerie. Het Openbaar Ministerie oordeelt vervolgens of de arts zich aan de wet heeft gehouden.