Gelijke rechten voor mensen met beperking of chronische ziekte
Mensen met een beperking of chronische ziekte moeten net als ieder ander kunnen meedoen. Op school, op hun werk, in het openbaar vervoer en in hun vrije tijd. Dat staat in de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte, in de Grondwet en in het VN-verdrag Handicap.
Toegang voor iedereen
Scholen, werkplekken, winkels en bedrijven moeten ervoor zorgen dat iedereen er gebruik van kan maken. Het verbeteren van de toegankelijkheid kan op verschillende manieren. Bijvoorbeeld:
- Bij de supermarkt worden de paden zo breed dat iemand er ook met een rolstoel door kan.
- Werkgevers zorgen voor computers die ook te gebruiken zijn als iemand niet goed ziet of hoort.
- De informatie die de gemeente geeft, is begrijpelijk voor zoveel mogelijk mensen. Ook voor wie een licht verstandelijke handicap heeft.
Speciale aanpassingen zijn niet verplicht als ze heel veel geld of moeite kosten, voor een onveilige situatie zorgen of niet uit te voeren zijn.
Geen verschil maken
Het is verboden om mensen met een beperking anders te behandelen dan mensen zonder. Direct of indirect onderscheid maken mag niet:
- Direct onderscheid betekent rechtstreeks discrimineren. Bijvoorbeeld een werknemer niet aannemen omdat die een beperking heeft.
- Indirect onderscheid is lastiger te herkennen. Een voorbeeld is als een bedrijf een verbod heeft om honden mee te nemen. Hierdoor is het werk niet meer toegankelijk voor mensen die een hulphond nodig hebben in hun dagelijks leven.
Aanpassen aan de persoon
Mensen met een beperking kunnen in veel gevallen vragen om een aanpassing voor hun eigen situatie. Bijvoorbeeld om begeleiding als je in een rolstoel zit en met het vliegtuig reist. Het College voor de Rechten van de Mens kan bekijken of het weigeren van de aanpassing terecht was.
Positie mensen met beperking verbeteren
Nederland verbetert de positie van mensen met een beperking. Dat is afgesproken in het VN-verdrag Handicap: daarin staat wat landen moeten doen om de rechten van gehandicapten te verbeteren. Denk bijvoorbeeld aan het toegankelijk maken van stations en haltes, zodat mensen in een rolstoel met de trein kunnen reizen. Of stilteruimtes op festivals, zodat mensen die prikkelgevoelig zijn tot rust kunnen komen.
Naast vervoer en vrije tijd gaat het om:
- werk en inkomen;
- wonen;
- onderwijs en ontwikkeling;
- gezondheid en ondersteuning;
- sport, cultuur en media;
- veiligheid en rechtsbescherming.
Meer overleggen met mensen met een beperking
Ook moeten overheden, bedrijven en anderen meer overleggen met mensen die een beperking hebben (ervaringsdeskundigen). De overheid zorgt ook dat mensen leren vragen wat iemand met een beperking nodig heeft, bijvoorbeeld op het werk, het sportveld of in het onderwijs.
Toezicht op gelijke rechten
Het College voor de Rechten van de Mens controleert of de overheid voldoende doet voor mensen met een beperking. Op de website van het College staat meer informatie over de taken van het College voor de Rechten van de Mens.
Wet- en regelgeving over gelijke behandeling
De rechten van mensen met een beperking liggen vast in:
- hoofdstuk 1 van de Grondwet;
- VN-verdrag Handicap (het verdrag inzake de rechten van personen met een handicap);
- Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte.