Aandachtswijken
De Rijksoverheid, gemeenten, woningcorporaties, lokale organisaties en bewoners werken samen om de leefbaarheid in de aandachtswijken te verbeteren. Bijvoorbeeld door woningen te renoveren, parken aan te leggen of de veiligheid te vergroten.
38 aandachtswijken
De Rijksoverheid heeft in 2007 40 aandachtswijken aangewezen in 18 steden. Er zijn nu nog 38 aandachtswijken over. De wijken Kruiskamp in Amersfoort en Hatert in Nijmegen staan niet meer op de lijst. Zij hebben aangegeven dat ze de extra ondersteuning van het Rijk niet meer nodig hebben.
Normen voor aandachtswijken
De Rijksoverheid heeft aandachtswijken aangewezen op basis van 18 normen. Deze zijn gebaseerd op meningen van bewoners en feitelijke informatie over de wijk. Normen zijn onder andere inkomen, werk, opleiding, aantal beschikbare woningen en de mate van overlast.
BZK ondersteunt aandachtswijken
Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) ondersteunt deze gebieden. Bijvoorbeeld met de Wijkengids. Hier kunnen betrokken partijen ervaringen en kennis over verbetering van buurten en wijken delen.
Ook ondersteunt BZK bewoners die zich inzetten voor hun wijk. Bijvoorbeeld met geld.
Daarnaast kent ook het platteland achterstanden in gebieden die te maken hebben met bevolkingskrimp. BZK ondersteunt ook deze gebieden. Het ministerie geeft onder meer advies over lokaal en regionaal beleid in krimpgebieden.
Kabinet: eisen aan woningzoekenden in aandachtswijken
De Rijksoverheid biedt gemeenten meer mogelijkheden om selectiever woningen toe te wijzen. Zo kunnen zij woningzoekenden met overlastgevend en crimineel gedrag weren uit bepaalde wooncomplexen, straten of wijken. Het gaat om plekken waar de leefbaarheid en veiligheid onder druk staan. Op aanvraag van de gemeente wijst de minister voor Wonen en Rijksdienst deze gebieden aan.
Deze maatregel is mogelijk sinds 1 januari 2017 door een wijziging van de Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek (Wbmgp).
Gemeenten kunnen potentiële huurders een huisvestingsvergunning weigeren op grond van:
- een verklaring omtrent het gedrag (VOG);
- een onderzoek op basis van politiegegevens.
De Wbmgp bevat ook de mogelijkheid om de instroom van huurders met een zwakke sociaaleconomische positie te beperken. Of aan doelgroepen juist voorrang te verlenen bij de toewijzing van woningen op basis van bepaalde sociaaleconomische kenmerken.