Gedragscode openbaar bestuur
De Code goed openbaar bestuur beschrijft hoe een overheidsbestuur hoort te werken. Zo weten burgers wat zij van de overheid kunnen verwachten. Bijna alle besturen van het Rijk, provincies, gemeenten, waterschappen en politie werken via de code goed openbaar bestuur.
Een betrouwbaarder en professioneler openbaar bestuur
De code is gemaakt om de professionaliteit en betrouwbaarheid van het openbaar bestuur in Nederland te vergroten. Volgens de Code goed openbaar bestuur moet elk overheidsbestuur zich houden aan de volgende regels:
1. Openheid en integriteit
- Het bestuur is open en integer, zowel binnen de eigen organisatie als naar andere overheidsorganisaties.
- Het bestuur geeft duidelijke informatie over procedures en besluiten.
2. Participatie
- Het bestuur weet wat er leeft in de samenleving.
- Het bestuur luistert naar vragen en ideeën van burgers bij onderwerpen die hen aangaan.
- Het bestuur legt verantwoording af aan burgers over wat er met hun ideeën is gedaan.
3. Behoorlijke contacten met burgers
- Het bestuur zorgt ervoor dat de organisatie altijd te bereiken is via meerdere kanalen: de telefoon, internet en balie.
- Het bestuur maakt duidelijk wat de burger mag verwachten.
4. Doelgerichtheid en doelmatigheid
- Het bestuur maakt de doelen van de organisatie bekend.
- Het bestuur neemt beslissingen die nodig zijn om deze doelen te behalen.
5. Legitimiteit
- Het bestuur neemt alleen beslissingen en maatregelen waartoe het bevoegd is.
- Het bestuur leeft de daarbij geldende wet- en regelgeving na.
- Het bestuur kan alle beslissingen altijd rechtvaardigen.
6. Lerend en zelfcorrigerend vermogen
- Het bestuur leert van fouten en andere ervaringen om de prestaties te verbeteren.
- Het bestuur kijkt en leert van de manier van werken bij andere overheidsorganisaties.
- Het bestuur laat zich controleren.
7. Verantwoording
- Het bestuur legt aan de omgeving verantwoording af over het beleid.