De Klimaatdag is in 2022 op 1 november. Op die dag presenteert het kabinet de Klimaatnota. En reageert het kabinet op de uitkomsten van de Klimaat-en Energieverkenning (KEV). Het kabinet kan deze inzichten gebruiken om het beleid bij te sturen of nieuw beleid te maken.
Het kabinet heeft op 2 juni 2022 het ontwerp-beleidsprogramma Klimaat en Energie aan het parlement aangeboden. Het ontwerp-beleidsprogramma bevat de uitwerking van het klimaatbeleid uit het Coalitieakkoord dat zich richt op het realiseren van de (aangekondigde) aangescherpte doelen uit de Klimaatwet (55% in 2030 t.o.v. 1990, netto-uitstoot naar nul in 2050). Het ontwerp-beleidsprogramma is een aanvulling op het Klimaatplan dat voornamelijk is gebaseerd op het Klimaatakkoord.
Sinds 10 januari 2022 is er een nieuw kabinet. De plannen die dit kabinet heeft voor de komende jaren staan in het coalitieakkoord. De klimaatplannen maken daar deel van uit. De belangrijkste doelstelling van het klimaatbeleid is om de uitstoot In Nederland van broeikasgassen in 2030 met minstens 55% te verminderen. Dat is in lijn met de aangescherpte doelstelling van de Europese Unie. Nederland gaat zelfs voor 60% minder uitstoot in 2030.
Van 31 oktober tot 12 november 2021 vindt de COP26 plaats. Dit is een jaarlijkse conferentie van de VN, waar landen afspraken maken over de wereldwijde aanpak van klimaatverandering. In aanloop naar deze editie leverden alle landen hun nationale klimaatplannen in bij de VN. Zo wordt duidelijk of ondertekenaars van het Parijsakkoord van 2015 nog op de goede weg zijn. Het doel: om de opwarming van de aarde te beperken tot maximaal 1,5 graden.
De EU wil in 2030 de uitstoot van broeikasgassen met ten minste 55% terugbrengen ten opzichte van 1990. Dit doel wordt via Fit-for-55 uitgewerkt in bindende wetten en regels. In 2050 wil de EU klimaatneutraal zijn. De EU is hiermee het meest ambitieuze continent als het gaat om klimaatbeleid. Deze plannen staan beschreven in de Europese Green Deal.
Nederland stuurt het eerste Integrale Nationale Energie- en Klimaatplan (INEK) aan de Europese Commissie. Op grond van alle Energie- en Klimaatplannen van de lidstaten van de Europese Unie samen, bepaalt de Europese Commissie of de gezamenlijk vastgestelde klimaatdoelen voor de EU gehaald worden of dat bijsturing nodig is.
Het kabinet heeft in het najaar van 2019 het eerste voorstel voor het Klimaatplan aangeboden aan de Eerste en Tweede Kamer. Het plan is tot stand gekomen op grond van de Klimaatwet. De Klimaatwet legt de nationale klimaatdoelen voor 2030 en 2050 vast.
Het Klimaatakkoord is een overeenkomst tussen veel organisaties en bedrijven in Nederland om de opwarming van de aarde tegen te gaan. Het Klimaatakkoord bepaalt in grote mate het beleid waarmee deze doelstellingen voor terugdringen van CO2-uitstoot worden bereikt.
De Klimaatwet is in beide Kamers aangenomen. De Klimaatwet stelt vast met hoeveel procent ons land de CO2-uitstoot moet terugdringen. De wet bepaalt ook dat er een klimaatplan moet komen en moet burgers en bedrijven zekerheid geven over de klimaatdoelen. Lees meer over het klimaatbeleid.
Het ontwerp van het Klimaatakkoord is klaar. De minister van Economische Zaken en Klimaat (EZK) stuurt op 21 december 2018 de Eerste Kamer een brief over het ontwerp van het Klimaatakkoord. Daarmee ligt er een omvangrijk samenhangend pakket waarmee Nederland in 2030 de uitstoot van CO2 met ten minste 49% kan terugdringen. Het Centraal Planbureau (CPB) en het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) gaan de afspraken doorrekenen.
De minister van Economische Zaken en Klimaat heeft de kabinetsreactie op het Voorstel voor hoofdlijnen van een Klimaatakkoord naar de Tweede Kamer gestuurd. Eenzelfde brief is naar de Eerste Kamer gestuurd.
Hiermee geeft het kabinet richting aan de verdere gesprekken over een Nederlands Klimaatakkoord.
De kabinetsreactie luidt de tweede ronde in van de gesprekken aan de 5 sectortafels van het klimaatoverleg: Elektriciteit, Gebouwde omgeving, Industrie, Landbouw en landgebruik, en Mobiliteit.
Het Klimaatakkoord is een gezamenlijke uitwerking van de doelstelling van 49% minder CO2-uitstoot in 2030. Verschillende sectoren (gebouwde omgeving, mobiliteit, industrie, elektriciteit en landbouw en landgebruik) praten mee over concrete plannen. Eind dit jaar moet het Klimaatakkoord helemaal klaar zijn. In 2019 start de uitvoering.
GroenLinks, PvdA, SP, D66, ChristenUnie, VVD en CDA presenteren een voorstel voor de Klimaatwet. De Klimaatwet legt klimaatdoelstellingen wettelijk vast: 95% minder uitstoot in 2050 dan in 1990.
Het kabinet verbiedt met ingang van 2030 elektriciteitsproductie in Nederland met kolen. De 2 oudste centrales – de Hemweg en de Amercentrale – moeten eind 2024 stoppen met elektriciteitsproductie door kolen.
De energie-intensieve industrie heeft een akkoord gesloten dat zal leiden tot energiebesparing. Het gaat om een besparing van 9 petajoule in 2020. Hiermee komt de energie-intensieve industrie tegemoet aan de verplichting uit het Energieakkoord uit 2013. Onder energie-intensieve industrie vallen onder meer bedrijven in chemie en metaal.
In het Energierapport 2016 zijn de energiedoelen na 2020 vastgelegd. In 2023 moet 16% duurzame energie worden opgewekt. De CO2-uitstoot moet in 2030 met 40% zijn gedaald op Europees niveau (vergeleken met 1990). En in 2050 met 80-95%. Het kabinet wil dit bereiken door:
op CO2-vermindering te sturen. Dat gebeurt onder meer door emissiehandel CO2;
het energieverbruik te verminderen;
het aandeel hernieuwbare energie te vergroten;
De overheid wil nieuwe technieken en nieuwe manieren stimuleren om geld te verdienen met duurzame energie. Het moet helpen bij de omschakeling naar duurzame energie. Bijvoorbeeld via Green Deals en het topsectorenbeleid.
In de Klimaatagenda staat hoe de Rijksoverheid de klimaatverandering aanpakt, samen met andere partijen in binnen- en buitenland. Meer informatie over de aanpak staat in de Klimaatagenda: weerbaar, welvarend en groen.
Een energieakkoord dat de Rijksoverheid sloot met onder meer werkgevers, vakbonden en milieuorganisaties, op initiatief van de SER. In het akkoord staan afspraken met doelen tot 2023. Het aandeel hernieuwbare energie in de totale nationale energieopwekking wordt 16% in 2023. Het akkoord levert 15.000 extra banen op en een lastenverlichting van € 900 miljoen.
Rapport van het ministerie van Infrastructuur en Milieu waarin beschreven staat met welke acties de gemeenten, provincies en waterschappen samen met het rijk nationale en Europese doelstellingen op het gebied van klimaat en duurzaamheid willen bereiken.
