Aanpassing wet Hersteloperatie toeslagen

Door het veel hogere aantal aangemelde gedupeerden en de complexiteit van hun problemen lukt het niet altijd om ouders zo snel te helpen als het kabinet zou willen en worden beslistermijnen helaas overschreden. In dat geval kan een ouder de overheid in gebreke stellen en een zogeheten ‘beroep niet tijdig beslissen’ indienen. Ouders die zo’n beroep instellen, moeten vervolgens met voorrang worden behandeld. Andere ouders kunnen zich daardoor gedwongen voelen ook naar de rechter te stappen om te voorkomen dat ze achter in de rij moeten aansluiten.

Deze situatie zorgt voor onduidelijkheid bij ouders over wanneer hun zaak wordt behandeld, leidt tot druk op de rechtspraak en schaadt het vertrouwen. Ook gaat het ten koste van capaciteit bij de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen die niet kan worden ingezet voor daadwerkelijk herstel. Daarom wil het kabinet op onderdelen de beslistermijnen binnen de Hersteloperatie toeslagen aanpassen. De maatregel wordt genomen omdat de Raad van State heeft aangegeven dat het aan de wetgever is om met realistische termijnen te komen. Dit staat in een wetswijziging die staatssecretaris Aukje de Vries van Financiën (Toeslagen en Douane) naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.

Beslistermijnen

Het kabinet stelt voor de beslistermijn op nieuwe aanvragen voor aanvullende schade te verlengen van 6 naar 12 maanden. De beslistermijn voor bezwaarzaken wordt niet aangepast omdat de rechter volgens de Raad van State doorgaans zal vasthouden aan de termijn van 6 maanden. Tegelijkertijd blijft het kabinet er alles aan doen om te zorgen dat ouders zo snel mogelijk worden geholpen. Onlangs heeft het kabinet verschillende maatregelen genomen om bezwaren sneller af te handelen. Zo gaat de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen eerder in het proces met ouders in gesprek om bezwaren te voorkomen en is de capaciteit van de bezwaarafdeling verder uitgebreid. Ook wordt er gewerkt aan nieuwe werkwijzen in bezwaarzaken zoals de inzet van mediation en het afdoen van bezwaren met een schikkingsvoorstel.

Nabestaanden

In het wetsvoorstel komt het kabinet ook met een aangepaste regeling voor nabestaanden van overleden gedupeerden. De eerder voorgestelde regeling was niet meer uitvoerbaar als gevolg van een amendement vanuit de Tweede Kamer, zo bleek uit de uitvoeringstoets. In het nieuwe voorstel worden nabestaanden van overleden gedupeerden zo veel mogelijk ontzorgd door het aanbieden van aanvullende begeleiding en worden met hen de verschillende herstelregelingen zo snel mogelijk na elkaar doorlopen. Het is de bedoeling dat de regeling dit najaar van start gaat als de wet is aangenomen.

Ouder in het buitenland

Verder wordt in het wetsvoorstel de regeling voor gedupeerde ouders in het buitenland verruimd. Een deel van de gedupeerde ouders is vanwege de problemen met de kinderopvangtoeslag naar het buitenland vertrokken. Zij krijgen net als gedupeerden in Nederland hulp en ondersteuning. Ook kunnen zij ondersteuning krijgen bij terugkeer naar Nederland. De peildatum om te bepalen of ouders in aanmerking komen wordt verruimd van 7 juli 2020 naar 31 december 2021. Op die manier kunnen ook ouders die later uit Nederland zijn vertrokken aanspraak maken op ondersteuning.