Kabinet werkt aan opties afschaffen toeslagenstelsel
In het coalitieakkoord is de ambitie opgenomen om het toeslagenstelsel af te schaffen. Het huidige toeslagenstelsel biedt mensen gericht en actueel inkomensondersteuning. Tegelijkertijd bevat het stelsel tekortkomingen, waardoor fundamentele aanpassingen nodig zijn. Om een volgend kabinet in de gelegenheid te stellen om weloverwogen keuzes te maken over aanpassingen, werkt het kabinet concrete opties voor alternatieven uit. Dat staat in de Tussenrapportage toekomst toeslagenstelsel, die het kabinet naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Met de tussenrapportage informeert staatssecretaris De Vries van Financiën (Toeslagen en Douane) de Tweede Kamer, samen met minister Van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, minister Kuipers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en minister De Jonge voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening.
Voor veel mensen werkt het toeslagenstelsel goed. Maar een aantal complexe problemen is verbonden aan de inrichting van het stelsel en vraagt om fundamentele keuzes. Het kabinet maakt werkbare opties inzichtelijk, die gericht zijn op het afschaffen van het stelsel of op fundamentele aanpassingen binnen het huidige stelsel.
Staatssecretaris De Vries: “We willen toe naar een eenvoudigere manier van inkomensondersteuning, waarin meer werken meer loont. We werken opties uit op basis waarvan er een volgende stap gezet kan worden, met de ambitie het toeslagenstelsel af te schaffen. Zo kan het volgende kabinet een weloverwogen keuze maken over de toekomst van ons toeslagenstelsel.”
Hoewel het stelsel voor de meeste mensen functioneert, kunnen toeslagenaanvragers verdwalen in de ingewikkelde regelingen. Ook kunnen toeslagenontvangers te maken krijgen met hoge terugvorderingen. Daarnaast is er sprake van niet-gebruik. In het coalitieakkoord is de ambitie neergelegd om de toeslagen af te schaffen. In deze kabinetsperiode worden reeds stappen gezet met een nieuwe financiering van de kinderopvang en door de huurtoeslag te vereenvoudigen.
Bij de hervorming wil de staatssecretaris ook de marginale druk aanpakken: sommige mensen houden maar heel weinig over van de extra euro die ze verdienen. Het huidige stelsel zorgt ervoor dat meer gaan werken niet voor iedereen loont, omdat toeslagen worden afgebouwd bij een stijgend inkomen. Bovendien is voor veel mensen ondoorzichtig hoeveel een dag extra werken hen oplevert. Het is belangrijk aan die transparantie te werken.
De alternatieven die nu uitgewerkt worden leiden tot lagere uitgaven voor mensen aan zorg en huur, of tot een hoger besteedbaar inkomen. Dit laatste is te realiseren door het inkomen te verhogen, door belastingen te verlagen of door een financiële ondersteuning vanuit de overheid via de sociale zekerheid. Het uitwerken van de opties gebeurt onder regie van de staatssecretaris van Toeslagen en Douane, waarbij andere departementen, deskundigen en betrokkenen actief meedenken. Om de voor- en nadelen en het realiteitsgehalte van de alternatieven helder in beeld te brengen worden vanuit drie perspectieven de effecten beschreven: het perspectief van de inwoner, het perspectief van de uitvoerende organisaties en het perspectief van de overheid. Het kabinet wil de uitwerking van de opties in het eerste kwartaal van 2024 naar de Tweede Kamer sturen.
Ondertussen werkt het kabinet blijvend aan verbeteringen in het huidige stelsel. Zo kunnen mensen die bijvoorbeeld vanwege huiselijk geweld van de noodopvang gebruik maken vanaf dit jaar los van hun partner een toeslag aanvragen. Verder is de dienstverlening aan toeslagenaanvragers verbeterd en spant het kabinet zich in om te zorgen dat iedereen die recht op toeslagen heeft, weet hoe diegene de toeslagen kan aanvragen en ontvangen.
Toeslagen helpen Nederlanders om in de kosten van zorg, huur, de kinderopvang en de kosten voor kinderen te voorzien. Daardoor zijn toeslagen voor veel mensen essentieel om rond te komen. Veranderingen in het toeslagenstelsel hebben dus altijd impact op de financiële situatie van inwoners en gezinnen. De dienst Toeslagen verwacht dit jaar 19 miljard euro uit te keren aan twee derde van de Nederlandse huishoudens.