Kosten kinderopvang in Nederland
De overheid wil ondersteunen en stimuleren dat ouders met jonge kinderen deelnemen aan de arbeidsmarkt. Daarom draagt de overheid bij in de kosten die ouders maken voor de kinderopvang. Denk aan het kinderdagverblijf, de gastouderopvang of buitenschoolse opvang (bso). Ouders die voldoen aan de voorwaarden, kunnen kinderopvangtoeslag aanvragen.
Hoeveel kinderopvangtoeslag ouders krijgen en hoeveel zij uiteindelijk zelf voor de opvang betalen, hangt af van:
- het uurtarief van de opvang;
- het deel dat de overheid vergoedt (maximale uurtarief);
- het inkomen van de ouders.
Uurtarief kinderopvang
Kinderopvangorganisaties bepalen ieder jaar hun prijs per uur: het uurtarief. Dit tarief bepalen zij op basis van de diensten die ze aanbieden. Maar ook de grootte van de kinderopvangorganisatie en de stad of regio waarin de organisatie zich bevindt, spelen mee. En hoe groot de vraag is naar kinderopvang.
Maximum uurtarief kinderopvang
De Rijksoverheid stelt elk jaar een maximum uurprijs vast. Over dit bedrag kunnen ouders kinderopvangtoeslag vragen. Een kinderopvang mag wel een hoger uurtarief vragen dan dit maximum. Rekent de kinderopvang inderdaad een hoger tarief? Dan betalen ouders dit deel zelf.
Kinderopvangtoeslag
In Nederland is kinderopvangtoeslag bedoeld voor ouders die beiden werken of een opleiding, een inburgeringscursus of een traject naar werk volgen.
De toeslag is een percentage van de maximum uurprijs. Per kind kunnen ouders voor maximaal 230 uur per maand kinderopvangtoeslag krijgen. Hoe hoog dit bedrag precies is, hangt af van de hoogte van het inkomen, het aantal kinderen en de soort opvang. De overheid stelt de toeslagen jaarlijks opnieuw vast.
Eigen bijdrage kinderopvang
Ouders betalen altijd een eigen bijdrage. De eigen bijdrage zijn de kosten die overblijven van de totale rekening, na aftrek van de kinderopvangtoeslag.
Belastingdienst voert kinderopvangtoeslag uit
Meer informatie over de kinderopvangtoeslag staat op de website van de Belastingdienst. Daar zien ouders of ze recht hebben op kinderopvangtoeslag, zelf een proefberekening doen en de toeslag aanvragen.
Financiering door de gemeente
In sommige gevallen betaalt de gemeente (een deel van) de kosten van de kinderopvang voor ouders. De gemeente maakt hierover dan afspraken met de aanbieders van de opvang. Dit kan in de volgende situaties:
- Voorschoolse educatie (VE): Als de peuter risico loopt op een (taal)achterstand.
- Peuteraanbod: Als de peuter niet in aanmerking komt voor opvang met kinderopvangtoeslag of voorschoolse educatie. In dit geval is er vanuit de gemeente een gesubsidieerd peuteraanbod voor een aantal (korte) dagdelen per week.
- Sociaal-medische indicatie (SMI): Als er psychische, sociale of lichamelijke problemen spelen binnen een gezin met kinderen van 0 tot 12 jaar. En er geen recht meer is op kinderopvangtoeslag.
Nieuwe manier van financiering in plaats van de kinderopvangtoeslag
Het kabinet wil een nieuw stelsel voor de financiering van de kinderopvang. Dat staat in het Coalitieakkoord. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) gaat het stelsel ontwerpen en bouwen samen met vier uitvoeringsorganisaties: DUO, Toeslagen, UWV en SVB. Het is de ambitie dat het nieuwe stelsel in 2025 van start gaat.
Het kabinet wil het stelsel eenvoudiger en betaalbaarder maken voor ouders. In het nieuwe stelsel wordt daarom de overheidsvergoeding, van 96% voor werkende ouders, direct aan kinderopvangorganisaties uitgekeerd. De overige 4% en eventuele extra kosten betalen ouders als eigen bijdrage.