Welke informatie verstrekt de kinderopvang als mijn kind naar de basisschool gaat?
De kinderopvang draagt gegevens van uw kind over aan de leraar van de basisschool. Zo kan uw kind een goede start maken op school.
Informatie van kinderopvang voor basisschool
De pedagogisch medewerker van de kinderopvang geeft bijvoorbeeld:
- een persoonlijke beschrijving van uw kind;
- een beeld van de sociaal-emotionele ontwikkeling en fysieke vaardigheden van uw kind;
- een overzicht van interesses en talenten (waar heeft uw kind behoefte aan?);
- informatie over de thuissituatie;
- informatie over de pedagogische aanpak van het kinderdagverblijf;
Volgt uw kind een programma van voorschoolse educatie? Dan is de kinderopvangorganisatie ook wettelijk verplicht om informatie te geven over het programma en de duur van de voorschoolse educatie.
Ieder kinderdagverblijf bepaalt zelf of het afspraken maakt met verschillende scholen over de manier van informatieoverdracht. Dit is niet verplicht. Ook hoeft het kinderdagverblijf de oudercommissie niet te betrekken.
Privacy gegevens over uw kind
De pedagogisch medewerker mag gegevens over uw kind niet zomaar naar de leerkracht van de basisschool sturen. Iedereen die werkt met gegevens van personen moet zich aan de regels uit de privacywet houden. Persoonsgegevens zijn bijvoorbeeld naam en adres, maar ook bijvoorbeeld gegevens over de ontwikkeling van uw kind.
Er geldt:
- De pedagogisch medewerker mag alleen gegevens delen wanneer u als ouder, voogd of verzorger toestemming geeft. Geeft u geen toestemming? Dan moet het kinderdagverblijf alle gegevens over uw kind vernietigen.
- De pedagogisch medewerker mag de gegevens ook op papier meegeven aan u als ouder, voogd of verzorger. Dan kunt u de gegevens zelf aan de basisschool geven. U bent dit niet verplicht, u mag ook weigeren om de gegevens aan de school te geven.
- De pedagogisch medewerker moet weten welke gegevens de school nodig heeft. En voorkomen dat hij onnodige of verouderde gegevens geeft.
- Het kinderdagverblijf moet duidelijke, schriftelijke afspraken hebben over hoe het omgaat met persoonsgegevens. Bijvoorbeeld hoe het gegevens bewaart (schriftelijk of digitaal), wie bij de gegevens kan en hoe het ervoor zorgt dat niet iedereen zomaar toegang heeft. Alleen mensen die dat voor hun werk nodig hebben, mogen de opgeslagen persoonsgegevens inzien.
- U mag altijd uw eigen gegevens inzien. U mag de organisatie vragen wat er precies is vastgelegd. Daar hoeft u geen reden voor op te geven.
- De organisatie mag persoonsgegevens niet langer bewaren dan nodig is. Als de gegevens niet meer nodig zijn, moet de organisatie ze vernietigen.