Meisjesbesnijdenis tegengaan

Maatregelen tegen meisjesbesnijdenis

De overheid wil met onder andere de volgende maatregelen meisjesbesnijdenis tegengaan:

• Verklaring tegen meisjesbesnijdenis

  Meisjes en vrouwen die zelf vermoeden risico te lopen en ouders van dochters uit risicolanden krijgen bijvoorbeeld van de jeugdarts of GGD medewerker een verklaring tegen meisjesbesnijdenis. Hiermee kunnen zij aan familie in het buitenland laten zien dat meisjesbesnijdenis schadelijk is voor de gezondheid. En dat meisjesbesnijdenis in Nederland strafbaar is.

• Trainingen voor hulpverleners

  Pharos zet zich in als kennis- en adviescentrum voor de strijd tegen meisjesbesnijdenis. Onder meer door professionals te trainen en voorlichtingsmateriaal te ontwikkelen. Hulpverleners kunnen op de website van Pharos trainingen over meisjesbesnijdenis vinden. Ook staan hier protocollen en materialen over meisjesbesnijdenis. Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) ondersteunt deze activiteiten van Pharos financieel.

• Advies vragen aan deskundigen

  Bij Veilig Thuis werken deskundigen die risico’s op meisjesbesnijdenis kunnen herkennen. Hulpverleners kunnen advies vragen aan deze deskundigen.

• Voorlichting binnen risicogroepen

  De Federatie van Somalische Associaties Nederland (FSAN) geeft voorlichting over meisjesbesnijdenis binnen de risicogroepen. Dit doen zij via sleutelpersonen. Dit zijn personen die zelf uit de gemeenschap komen en voorlichting geven over de gevaren van meisjesbesnijdenis. Het ministerie van VWS geeft hiervoor financiële steun aan de FSAN.

Strafbaarheid meisjesbesnijdenis in Nederland

In Nederland zijn alle vormen van meisjesbesnijdenis verboden. Iedereen die een meisjesbesnijdenis uitvoert of meewerkt aan de besnijdenis van een meisje is strafbaar. Hij of zij kan een gevangenisstraf of geldboete krijgen.

Ook kan iemand die een vrouw of meisje heeft besneden of heeft laten besnijden in het buitenland, in Nederland vervolgd worden als hij of zij de Nederlandse nationaliteit heeft. Of als hij of zij in Nederland een vaste woonplaats of verblijfsplaats heeft.