Nederlandse aanpak landmijnen ruimen
In oorlogsgebieden blijven vaak landmijnen en clusterbommen liggen. Dit is onveilig voor de lokale bevolking. Ruim 60 landen en gebieden kampen met een landmijnprobleem. Nederland geeft jaarlijks meer dan € 15 miljoen uit om getroffen gebieden mijnenvrij te maken.
Persoonlijke en economische schade door landmijnen
Landmijnen en andere explosieve oorlogsresten zorgen voor veel slachtoffers. Ook maken landmijnen grote gebieden onbruikbaar voor bebouwing en landbouw. Hierdoor moeten veel mensen onnodig lang in opvangkampen verblijven.
Door toegangswegen en woongebieden mijnenvrij te maken, kan een land weer economisch en sociaal herstellen. Ook helpt het om de lokale bevolking voor te lichten over de risico’s van landmijnen en explosieven. Bijvoorbeeld hoe ze een landmijn kunnen herkennen. Dit beperkt het aantal slachtoffers.
Nederlandse bijdrage aan humanitaire ontmijningsprogramma’s
De Nederlandse overheid geeft per jaar meer dan € 15 miljoen subsidie aan ontmijningsprogramma’s. Het huidige subsidieprogramma loopt tot halverwege 2024.
Vanuit de subsidie worden 4 internationale humanitaire ontmijning-NGO’s gefinancierd. Dit zijn onafhankelijke organisaties die gebieden weer leefbaar willen maken voor burgers. Deze organisaties houden zich bijvoorbeeld bezig met:
- risico’s verminderen voor lokale bevolking door mijnen te ruimen en voorlichting te geven over risico’s;
- plaats en omvang mijnenvelden onderzoeken, markeren en opruimen;
- slachtoffers van mijnen helpen om hun dagelijks leven weer op te pakken, bijvoorbeeld door psychiatrische hulp te bieden;
- lokale autoriteiten opleiden, zodat zij zelf kunnen helpen om de lokale veiligheid te verbeteren.
Daarnaast draagt Nederland jaarlijks financieel bij aan United Nations Mine Action Service (UNMAS): de organisatie van de Verenigde Naties die verantwoordelijk is voor ontmijning. Ook ondersteunt Nederland het onafhankelijke expertisecentrum Geneva International Center for Humanitarian Demining (GICHD).
Ottawaverdrag: landmijnen de wereld uit
Nederland steunt voornamelijk ontmijningsactiviteiten in landen die het Ottawaverdrag hebben geratificeerd en het verdrag naleven. Het Ottawaverdrag verbiedt wereldwijd de productie, handel, opslag en het gebruik van anti-personeelsmijnen. Dit zijn mijnen die ontploffen wanneer iemand over een mijn of in de buurt van een mijn loopt. Ook verplicht het verdrag lidstaten van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) mijnen op hun grondgebied te laten ruimen.
Soms steunt Nederland toch ontmijningsprogramma's in landen die niet aan deze eisen voldoen. Bijvoorbeeld in landen waar een erkend centraal gezag ontbreekt, maar waar een ontmijningsprogramma hard nodig is.