Verdragen tegen massavernietigingswapens

De Rijksoverheid zet zich in voor ontwapening en wil verspreiding (proliferatie) van massavernietigingswapens tegengaan. Nederland streeft naar 'Global Zero': een wereld zonder kernwapens. Dat doet zij door te werken aan bindende internationale verdragen en regelgeving. Ook wil zij toezien op zichtbare en strenge controle van de gemaakte afspraken.

3 belangrijkste soorten massavernietigingswapens

Eén enkel massavernietigingswapen kan veel mensen tegelijk doden, zonder onderscheid te maken tussen burger- en militaire doelen. De 3 belangrijkste soorten zijn kernwapens, biologische en chemische wapens. Er zijn meerdere belangrijke verdragen tegen massavernietigingswapens.

Non-proliferatieverdrag

Het internationale Non-proliferatieverdrag (NPV) uit 1970 beperkt het bezit van kernwapens tot 5 landen: de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Rusland en China. Het verdrag richt zich op 3 punten:

  • ontwapening;
  • non-proliferatie (tegengaan van verspreiding);
  • het recht op vreedzaam gebruik van kernenergie.

190 landen, waaronder Nederland, hebben het verdrag ondertekend. Alleen India, Israël, Pakistan, Noord-Korea en Zuid-Soedan zijn geen partij bij het verdrag. Nederland roept ook deze landen op om toe te treden tot het NPV.

Daarnaast zet het NPV zich in voor naleving van verdragsverplichtingen. Onder andere door internationale samenwerkingsverbanden als het Non-Proliferation and Disarmament Initiatve (NPDI)

Zie ook: Beleidsbrief nucleaire ontwapening en non-proliferatie.

Alomvattend Kernstopverdrag

Het Alomvattend Kernstopverdrag (CTBT) verbiedt alle nucleaire (test)explosies, militair én vreedzaam. Enkele landen hebben bezwaren tegen CTBT. Daarom is het verdrag nog niet in werking getreden. Er is al wel een wereldwijde controle op kernexplosies. Hierdoor zijn onder meer de kernproeven van Noord-Korea opgespoord. Nederland heeft een voortrekkersrol gespeeld in het uitonderhandelen van het CTBT. En zet zich actief in voor inwerkingtreding van het verdrag.

Splijtstofstopverdrag

Het Splijtstofstopverdrag (FMCT) is de mogelijke opvolger van het Alomvattend Kernstofverdrag. Dit verdrag verbiedt de productie van splijtstofmateriaal voor kernwapens. De Nederlandse regering is voorstander van het splijtstofstopverdrag als belangrijke stap naar een kernwapenvrije wereld. Sinds 1946 praten landen al over een mogelijk verdrag met een verbod op de productie van splijtstof. Alleen verkeren de onderhandelingen hierover al bijna 20 jaar in een impasse.

Global Initiative to Combat Nuclear Terrorism

Het Global Initiative to Combat Nuclear Terrorism (GICNT) is een samenwerkingsverband tussen landen in de strijd tegen nucleair en radiologisch terrorisme. Nederland is coördinator van het dagelijks bestuur van GICNT. Nederland maakt zich binnen GICNT sterk voor praktische samenwerking.

Zie ook: Global Initiative to Combat Nuclear Terrorism (Engels).

Chemische Wapensverdrag (CWC)

Het Chemische Wapensverdrag verbiedt het ontwikkelen, produceren, gebruiken of doorvoeren van chemische wapens. Bijna alle landen ter wereld zijn partij bij het verdrag, uitgezonderd Angola, Egypte, Israël, Myanmar, Noord-Korea en Zuid-Soedan.

Biologische en Toxine Wapensverdrag (BTWC)

Biologische wapens maken gebruik van levende micro-organismen (bacteriën, virussen en schimmels) en de giftige stoffen die deze organismen produceren. Het Biologische en Toxine Wapensverdrag (BTWC) verbiedt gebruik, ontwikkeling, productie, verkrijging, overdracht en opslag van biologische en toxine wapens. Zie ook: Kamerbrief over de Toetsingsconferentie van het BTWC onder Nederlands voorzitterschap.