Veel gestelde vragen over inclusief onderwijs
Op deze pagina vindt u antwoorden op veel gestelde vragen over inclusief onderwijs.
Inclusief onderwijs is onderwijs waarbij alle kinderen en jongeren toegang hebben tot een inclusieve leeromgeving. Dichtbij huis, waar iedereen meetelt, meedoet en gelijkwaardig is. In deze omgeving ontwikkelen zij zich samen en leren zij samen. Hierdoor worden de kansen voor kinderen en jongeren vergroot. Inclusief onderwijs draagt bij aan een inclusievere samenleving.
Met de beweging naar inclusief onderwijs wordt niet alleen gewerkt aan gelijke kansen voor alle kinderen en jongeren. Het is ook een kans om de kwaliteit van het Nederlandse onderwijs- en zorgstelsel verder te verbeteren. En uitdagingen aan te pakken zoals:
- groeiende wachtlijsten;
- het aantal thuiszittende jongeren;
- problemen rondom leerlingenvervoer.
Inclusief onderwijs kan ook helpen om het lerarentekort aan te pakken door onderwijs anders te organiseren. In een inclusieve leeromgeving met een goed toegerust multidisciplinair schoolteam kan de leraar zich meer focussen op zijn kerntaak. En anderen inschakelen als er iets extra’s of anders nodig is.
Door inclusief onderwijs krijgen alle kinderen en jongeren de kans om zich te ontwikkelen. En met hun talent iets te betekenen voor onze samenleving. Door elkaar te ontmoeten op school leren kinderen met respect met elkaar om te gaan. Doordat ze samen opgroeien en samen ontwikkelen leren ze dat iedereen verschillend is en dat ook te respecteren. Bij inclusief onderwijs is elk kind, elke jongere en elke ouder onderdeel van de gemeenschap op school. Als diversiteit en inclusie op school de norm wordt, legt dat de basis voor een meer inclusieve samenleving.
Inclusief onderwijs ligt in het verlengde van passend onderwijs. De belangrijkste verschillen zijn:
- Binnen passend onderwijs gaan kinderen en jongeren met een ondersteuningsbehoefte naar het gespecialiseerd onderwijs. Binnen inclusief onderwijs zijn alle kinderen en jongeren welkom op een reguliere school dichtbij huis.
- Binnen passend onderwijs moet hulp vanuit het gespecialiseerd onderwijs of de zorg aangevraagd worden. Het kind of de jongere krijgt deze hulp meestal niet op de eigen school. Binnen inclusief onderwijs kan het schoolteam van de school deze hulp zelf bieden aan de kinderen en jongeren die dat nodig hebben. Het schoolteam ondersteunt ook de leraar.
- Binnen passend onderwijs kunnen jongeren die naar het voortgezet speciaal onderwijs gaan meestal niet alle vakken en profielen kiezen. Hierdoor kunnen ze soms niet de opleiding doen die ze willen. Binnen inclusief onderwijs kunnen jongeren met een ondersteuningsbehoefte dezelfde vakken en profielen kiezen als de andere jongeren op hun school.
In de beweging naar inclusief onderwijs hebben zowel het regulier onderwijs als het speciaal onderwijs een rol. Een belangrijke taak van het speciaal onderwijs is het bieden van specialistische ondersteuning op die scholen waar dat nodig is. Dit doen zij als onderdeel van een multidisciplinair schoolteam. Zo krijgen kinderen en jongeren op hun eigen school dichtbij huis de benodigde ondersteuning.
Het speciaal onderwijs maakt ook deel uit van het netwerk rond de school. Vanuit dit netwerk wordt kennis ontwikkeld en gedeeld. En kan door het speciaal onderwijs in uitzonderlijke gevallen ook specialistische ondersteuning op een andere locatie maar wel dichtbij huis geboden worden. Deze ondersteuning is in principe tijdelijk en alleen bij hoge uitzondering structureel.
De ministeries van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) en Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) kijken welke aanpassingen in het onderwijssysteem en zorgsysteem nodig zijn om inclusief onderwijs te realiseren. Als onderdeel hiervan wordt gekeken hoe de wet- en regelgeving, het toezicht en de financiering aangepast moeten worden. Dit gebeurt in nauwe samenwerking met het onderwijsveld, het zorgveld en ouders en jongeren uit het regulier en gespecialiseerd onderwijs. Ook de Inspectie van het Onderwijs en de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd worden hierbij betrokken.
De beweging naar inclusief onderwijs kent een gefaseerde aanpak. Tot en met 2025 zet de overheid zich met betrokken partijen in om:
- voorlopers te ondersteunen;
- kennis op te bouwen en delen;
- inclusief onderwijs te ondersteunen.
Na 2025 worden de noodzakelijke voorwaarden gerealiseerd en de (wettelijke) kaders aangepast. Het doel is dat veel scholen in 2035 de overgang naar inclusief onderwijs hebben gemaakt.
De overheid is verplicht zich in te spannen voor inclusief onderwijs. En ervoor te zorgen dat alle kinderen en jongeren welkom zijn binnen het reguliere onderwijs. Dit staat in:
- het VN-Verdrag Handicap (2016);
- het Internationale Verdrag inzake de Rechten van het Kind (1989);
- de Verklaring van Salamanca (1994).
Uit deze verdragen en nationale wetgeving volgt ook dat discriminatie op grond van handicap verboden is. De overheid werkt toe naar scholen waar kwalitatief goed onderwijs wordt gegeven. En waar alle kinderen en jongeren zich, binnen hun mogelijkheden, optimaal kunnen ontwikkelen. Waarbij recht wordt gedaan aan de eigen persoonlijkheid, talenten, creativiteit en mentale en fysieke mogelijkheden. Alle kinderen en jongeren worden voorbereid op een volwaardige en gelijkwaardige deelname aan de samenleving.
De stem van ouders en jongeren is belangrijk bij het vormgeven van inclusief onderwijs. Daarom wordt er regelmatig met vertegenwoordigers van jongeren en ouders gesproken over de route naar inclusief onderwijs. Hun inbreng is input voor nieuw en aangepast beleid.
Scholen kunnen met vragen terecht bij het Steunpunt Passend Onderwijs. Ook samenwerkingsverbanden kunnen hier met vragen terecht.
Scholen die willen deelnemen, kunnen samen met het samenwerkingsverband een aanvraag indienen. De aanvraag wordt ingediend bij:
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
directie Kansengelijkheid en Onderwijsondersteuning
onder vermelding van: aanvraag experiment inclusieve leeromgeving
Postbus 16375
2500 BJ Den Haag
De aanvraag kan ook digitaal worden gestuurd naar: secretariaatKO@minocw.nl
Scholen en samenwerkingsverbanden kunnen met vragen over de beleidsregel terecht bij het Steunpunt Passend Onderwijs.