Etiketten gevaarlijke stoffen
Producten met gevaarlijke stoffen hebben gevarensymbolen en andere waarschuwingen op etiketten. Zo weten vervoerders, verwerkers en consumenten welke risico's de producten hebben.
Etiketten voor consumenten
Ook consumenten krijgen te maken met producten waar gevaarlijke stoffen in zitten, vooral bij schoonmaakmiddelen. Op de verpakking van zo'n product moet een waarschuwing staan, bijvoorbeeld een symbool. En een instructie waarin staat wat iemand moet doen bij direct contact met de gevaarlijke stof.
Regels etikettering bij vervoer
Er kan iets misgaan bij het vervoer van gevaarlijke stoffen. Hulpdiensten en omstanders moeten dan weten om welke stoffen het gaat. Daarom moeten vervoerders en producenten dit duidelijk aangeven met etiketten en gevarensymbolen.
Op de etiketten kan ook gebruiksinformatie staan. Bijvoorbeeld dat het product alleen in het ruim van het vliegtuig mag worden vervoerd.
Voorbeelden van waarschuwingen op etiketten:
Op de site van het RIVM staan meer gevaarsetiketten en kenmerken.
Identificatie gevaarlijke stoffen
Wereldwijd worden stoffen ingedeeld in gevaarsnummers, bijvoorbeeld brandbare vloeistoffen of bijtende stoffen. Daarnaast gebruiken vervoerders voor de meestvervoerde stoffen een nummersysteem. Het nummer geeft aan om welke stof het gaat. Deze gevaarsnummers staan bijvoorbeeld op verpakkingen van gevaarlijke stoffen. Bij het vervoer over spoor en weg staan de nummers ook op wagons of tankwagens.
Toezicht op etikettering gevaarlijke stoffen
De volgende organisaties houden toezicht op etikettering van gevaarlijke stoffen:
- Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA). De NVWA gaat over de etikettering van levensmiddelen en de etikettering van non-food producten (zoals huishoudchemicaliën en wasmiddelen).
- Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). De ILT gaat over de regels over etikettering en gevarensymbolen bij het vervoer van gevaarlijke stoffen.