Betaalbaar houden van medicijnen
Zonder maatregelen van de Rijksoverheid zouden de prijzen van medicijnen elk jaar stijgen. De Rijksoverheid maakt afspraken met artsen, apothekers en zorgverzekeraars om de kosten van geneesmiddelen te beheersen.
Maatregelen om geneesmiddelen betaalbaar te houden
De uitgaven aan geneesmiddelen stijgen elk jaar. Ook komen er steeds duurdere, innovatieve geneesmiddelen voor de behandeling van patiënten. Om de toegankelijkheid van medicijnen voor alle Nederlanders te verzekeren, wil de overheid de kosten van geneesmiddelen beheersen. Daarom heeft de overheid onder andere de volgende maatregelen genomen:
- aanpassing van de Wet geneesmiddelenprijzen;
- modernisering van het geneesmiddelenvergoedingssysteem;
- afspraken met zorgaanbieders, zorgverzekeraars en patiëntenorganisaties over dure geneesmiddelen;
- een limiet van € 250 voor de bijbetaling van patiënten aan hun geneesmiddelen;
- onderhandelingen met fabrikanten over de prijs van geneesmiddelen.
Aanpassing Wet geneesmiddelenprijzen
Voor geneesmiddelen gelden in Nederland maximum prijzen. De maximale prijzen voor geneesmiddelen staan in de Wet geneesmiddelenprijzen. Bepalend voor de maximumprijs is het gemiddelde van de prijzen voor vergelijkbare geneesmiddelen in 4 referentielanden. Sinds 15 december 2019 zijn dat Noorwegen, België, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk.
Vanaf april 2021 worden de laatste prijsdalingen van medicijnen doorgevoerd. Deze prijsdaling komt omdat de prijzen van geneesmiddelen in het nieuwe referentieland Noorwegen lager zijn dan in het oude referentieland Duitsland. De prijzen van geneesmiddelen met een relatief lage omzet dalen niet.
Voor geneesmiddelen die buiten het ziekenhuis worden toegepast levert de wetswijziging een besparing van ongeveer € 160 miljoen op. Ook zijn er besparingen bij geneesmiddelen die binnen het ziekenhuis worden toegepast.
Het geneesmiddelenvergoedingssysteem
Zorgverzekeraars vergoeden medicijnen die patiënten bij de apotheek halen alleen als zij geregistreerd en opgenomen zijn in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS). In het GVS zitten ongeveer 400 verschillende groepen geneesmiddelen. De geneesmiddelen binnen zo’n groep of cluster zijn onderling vervangbaar. Voor ieder cluster in het GVS geldt een maximale vergoeding. Als de prijs van een geneesmiddel hoger is dan deze vergoedingslimiet, moet de patiënt het verschil zelf bijbetalen.
Het ministerie van VWS zal kijken of de clusters met geneesmiddelen en de bijbehorende vergoedingslimieten nog voldoen. Bij sommige clusters zijn de vergoedingen op dit moment mogelijk te laag, waardoor patiënten veel moeten bijbetalen. Bij andere clusters zijn de vergoedingen juist te hoog. Omdat er veel concurrerende medicijnen op de markt zijn kan de vergoedingslimiet omlaag.
Afspraken met zorgaanbieders, zorgverzekeraars en patiëntenorganisaties over dure geneesmiddelen
In het ‘integraal pakket aan maatregelen’ van dure geneesmiddelen staan afspraken over dure geneesmiddelen. Onder andere over de inkoop en over de gepaste inzet ervan.
Maximaal € 250 per jaar bijbetalen aan medicijnen
Is de prijs die een fabrikant voor een geneesmiddel vraagt hoger dan de vergoedingslimiet? Dan moet de patiënt het verschil zelf bijbetalen. Dit bedrag komt bovenop het eigen risico. De maximale totale bijbetaling per patiënt is tot en met 31 december 2022 € 250 per jaar. Het bedrag boven de € 250 is voor de zorgverzekering.
Onderhandelingen met fabrikanten over de prijs van geneesmiddelen
De overheid wil ook letten op de scherpere inkoop van geneesmiddelen. De minister voor Medische Zorg zal bijvoorbeeld zelf vaker met fabrikanten onderhandelen over de prijs. Eerder zal de zorgverzekeraar een middel niet vergoeden. Deze scherpere inkoop kan jaarlijks € 155 miljoen opleveren. In 2018 was de totale kostenbesparing € 272 miljoen.
Nieuwe medicijnen toelaten tot basispakket zorgverzekering
Het Zorginstituut Nederland adviseert de minister van VWS over de vergoeding van nieuwe geneesmiddelen bij de apotheek. De beoordeling van geneesmiddelen gaat via een standaard proces. De minister besluit daarna of deze middelen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS) komen en dus vergoed worden vanuit het basispakket.
Voor de meeste geneesmiddelen die patiënten via het ziekenhuis krijgen, bepalen zorgverzekeraars of deze vergoed worden. Voor hele dure geneesmiddelen geldt een uitzondering.
Dure medicijnen niet meteen in basispakket
Nieuwe, dure geneesmiddelen komen niet zomaar in het basispakket van de zorgverzekering. De minister kan nieuwe middelen tijdelijk uit het basispakket van de zorgverzekering houden. De medicijnen worden dan ’in de sluis’ geplaatst. In die periode kan het Zorginstituut een advies uitbrengen. En de minister heeft tijd om met de fabrikant te onderhandelen over de prijs. De sluis wordt toegepast als de uitgaven voor een geneesmiddel:
- in heel Nederland meer dan € 40 miljoen per jaar zijn;
- meer kosten dan € 50.000 per behandeling en in totaal € 10 miljoen per jaar.
Alleen de verstrekking van het geneesmiddel gaat in de sluis. De overige onderdelen van de behandeling, zoals bijvoorbeeld opname in het ziekenhuis, zal de zorgverzekering vergoeden.
Kosten dure medicijnen geneesmiddelen omlaag brengen
De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) wil meer inzicht in de kostenopbouw van dure geneesmiddelen. De samenleving heeft het recht om te weten waar het geld van de zorgpremie heen gaat.
België, Nederland, Luxemburg, Ierland en Oostenrijk werken in het initiatief BeNeLuxA samen om nieuwe geneesmiddelen sneller en tegen een aanvaardbare prijs beschikbaar te maken voor patiënten. Meer informatie over de samenwerking tussen deze 5 Europese landen staat op de website van BeNeLuxA.
Zorgverzekeraars vergoeden goedkoopste variant geneesmiddel
De meeste zorgverzekeraars vergoeden meestal alleen de goedkoopste variant van medicijnen met dezelfde werkzame stof. Dit heet het preferentiebeleid of voorkeursbeleid. Door goedkopere varianten van hetzelfde medicijn te gebruiken:
- stijgen de ziektekostenpremies minder hard;
- betaalt de patiënt de laagste prijs wanneer het medicijn onder het eigen risico valt.
Hierdoor kan het voorkomen dat patiënten wisselen van medicijn. Zij krijgen dan een ander merk middel dat hetzelfde werkt, maar dat bijvoorbeeld goedkoper of beter leverbaar is. Soms zorgt dit voor problemen bij de patiënt. Om dit soort problemen te voorkomen, hebben artsen, apothekers, zorgverzekeraars en patiënten afspraken gemaakt.