Intergemeentelijke samenwerking
Door de Wet gemeenschappelijke regelingen (WGR) kunnen gemeenten, provincies en waterschappen samenwerken in publiekrechtelijke constructies.
Vormen van intergemeentelijke samenwerking
De WGR kent 5 vormen van intergemeentelijke samenwerking. Dat zijn:
- de regeling zonder meer;
- de centrumgemeente;
- een gemeenschappelijk orgaan;
- de bedrijfsvoeringsorganisatie;
- een openbaar lichaam.
Verschillen tussen de samenwerkingsvormen
De 5 vormen verschillen van elkaar in de organen die worden ingesteld. En het wel of niet hebben van rechtspersoonlijkheid. Het openbaar lichaam en de bedrijfsvoeringsorganisatie hebben rechtspersoonlijkheid. Het verschil tussen deze 2 vormen is dat de bedrijfsvoeringsorganisatie een enkelvoudig, ongeleed (1 orgaan) bestuur heeft. Het openbaar lichaam heeft een geleed bestuur (algemeen en dagelijks bestuur en een voorzitter).
Door het ongelede bestuur geldt een beperking voor de overdracht van taken aan een bedrijfsvoeringsorganisatie. Deze kan alleen gebruikt worden voor taken op het terrein van bedrijfsvoering of eenvoudige uitvoering.
Inrichting en functioneren van de samenwerking
De WGR bevat regels voor de inrichting en het functioneren van de samenwerking. Met de wijziging van de WGR veranderen vooral in de planning- en controlecyclus een aantal zaken. De wijzigingen kunnen de invloed van gemeenteraden, provinciale staten en algemene besturen van waterschappen versterken.
Verplichte plusregio’s afgeschaft
Voormalige plusregiogemeenten zijn sinds 1 januari 2015 niet langer wettelijk verplicht om samen te werken. Het geld van het Rijk voor activiteiten van plusregio’s vervalt daardoor ook. Vrijwillig samenwerken blijft gewoon mogelijk.
De 7 plusregio’s waren samenwerkingsverbanden tussen gemeenten rondom grote steden. In plaats van een verplichte extra bestuurslaag mogen overheden nu zelf kiezen op welke manier ze samenwerken.
Vervoer van plusregio naar provincie
Het regionaal verkeer- en vervoersbeleid van de plusregio’s valt sinds 1 januari 2015 onder de provincies. Zij ontvangen nu ook geld van het Rijk dat eerder naar de plusregio’s ging.
Alleen in de provincie Noord-Holland is de vervoerregio rondom Amsterdam verantwoordelijk voor het vervoersbeleid en in Zuid-Holland de vervoerregio Rotterdam/Haaglanden. Deze vervoerregio’s beslaan het gebied van de voormalige plusregio’s.
Documenten
-
Antwoorden op Kamervragen over samenwerkingsverbanden gemeenten
Minister Bruins Slot (BZK) geeft antwoord op vragen over de rol en kosten van samenwerkingsverbanden in Nederland. Het Tweede ...
-
Memorie van antwoord wijziging Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr)
Minister Ollongren (BZK) geeft antwoord op vragen over het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen ...
-
Aanbiedingsbrief bij memorie van antwoord wijziging Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr)
Minister Ollongren (BZK) stuurt de Eerste Kamer de memorie van antwoord over het voorstel van wet tot wijziging van de Wet ...
-
2e nota van wijziging wetsvoorstel versterking democratische legitimatie gemeenschappelijke regelingen
2e nota van wijziging bij het voorstel van wet tot versterking van de democratische legitimatie van gemeenschappelijke ...
-
Vierde nota van wijziging inzake de Wet gemeenschappelijke regelingen en een aantal andere wetten
Vierde nota van wijziging inzake de Wet gemeenschappelijke regelingen en een aantal andere wetten in verband met de dualisering ...
-
Derde Nota van Wijziging inzake de Wet gemeenschappelijke regelingen
Wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen en een aantal andere wetten in verband met de dualisering van het gemeente- en ...
-
Tweede nota van wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen en enkele andere wetten in verband met de afschaffing van de plusregio’s
Wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen en enkele andere wetten in verband met de afschaffing van de plusregio’s. ...
-
Aanbiedingsbrief bij Nota naar aanleiding van verslag en Nota van wijziging bij wetsvoorstel tot wijziging van de Wgr
Brief van minister Plasterk ( BZK ) aan de Tweede Kamer bij de Nota naar aanleiding van het verslag en een Nota van wijziging bij ...