Niet meer buiten komen en steeds dezelfde verhalen
Stemmen uit het veld
Danny komst steeds minder buiten. Ria vertelt telkens hetzelfde verhaal. En Marcel wordt boos op de hulpverleners. Mariska Keijzer, Sandra van der Haven en Suzanne van den Boogerd van GGD Haaglanden hebben ervaring met zulke situaties. ‘De meeste mensen willen niet meteen hulp. Als we aan de deur komen, zeggen ze meestal als eerste: Wie heeft er gebeld, en waarom eigenlijk? Ze schamen zich. Later horen we dan: wat fijn dat jullie mij geholpen hebben.’
De buurman van de veertigjarige Danny vertelde over zijn zorgen aan Mariska: ‘Hij was weer het hele weekend niet buiten geweest. En zijn huis begon te ruiken.’ Mariska ging verschillende keren bij Danny langs. ‘Ik belde aan en deed briefjes in de brievenbus, maar zijn deur bleef dicht. Dan nog blijven wij volhouden. Net zo lang tot we contact met iemand hebben. En hem of haar kunnen helpen uit een vervelende situatie te komen. Uiteindelijk deed Danny open. Hij was zijn baan kwijtgeraakt en durfde daarom mensen niet meer onder ogen te komen. Hij vond het moeilijk om toe te geven dat hij er zelf niet meer uit kwam.’
Weten dat er iemand op haar let
Contact zoeken en zorgen dat iemand je vertrouwt, is heel belangrijk, zegt Sandra. Het nichtje van de tachtigjarige Ria belde haar. Ze legde uit dat haar tante steeds meer vergat en steeds opnieuw dezelfde verhalen vertelde. Het nichtje kon zelf niet vaak langs gaan, omdat ze te ver weg woonde. Daarom ging Sandra bij Ria op bezoek. ‘Al snel hadden we in de gaten dat Ria beginnende dementie had. Ook had ze weinig contact met andere mensen. Na wat praten vond ze het goed als de praktijkondersteuner van de huisarts af en toe langs kwam. Bijvoorbeeld om haar bloeddruk op te meten. Nu de praktijkondersteuner bij haar tante komt, weet het nichtje dat er iemand op haar let.’
Uitzoeken hoe we toch iemand verder kunnen helpen
Sommige mensen blijven het lastig vinden om hulp te accepteren. Zoals Marcel. ‘Hij kan eigenlijk niet meer thuis wonen. Hij zorgt niet goed voor zichzelf. En zijn huis wordt voller en voller. We hebben al verschillende hulp voor hem geregeld. Dat gaat even goed. Tot hij boos wordt op de hulpverleners. Toch gaan we dan door en zoeken uit hoe we Marcel verder kunnen helpen’, legt Suzanne uit.
Wanneer is iemand eenzaam?
Mariska, Sandra en Suzanne snappen dat het voor bezorgde buren of familie moeilijk is om te weten wanneer iemand hulp nodig heeft. ‘Iedereen mag leven zoals hij of zij dat wil. Soms weet je niet goed of iemand eenzaam is of gewoon graag alleen is. Of dat iemand de boel vervuilt of gewoon niet van schoonmaken houdt. Dat is voor iedereen anders. Maar als jij je zorgen maakt om een ander, dan moet je gewoon bellen. We zijn er ook om vragen te beantwoorden en advies te geven. Samen bekijken we hoe we jou verder kunnen helpen. En bedenk dat hoe eerder we een melding krijgen, hoe beter we iemand kunnen helpen.’
Om de privacy van ‘Danny’, ‘Ria’ en ‘Marcel’ te beschermen, gebruiken we niet hun echte naam.