Nederland en Denemarken werken samen aan transport en opslag van CO2
Nederland en Denemarken tekenen vandaag een akkoord om samen te werken aan transport en opslag van CO2 (CCS). Beide landen willen de industrie verduurzamen en een bijdrage leveren aan de Europese klimaatdoelstellingen door grensoverschrijdend transport van CO2 tussen havens en industrie mogelijk te maken. Dat doen Nederland en Denemarken met grensoverschrijdende projecten voor afvang, transport en opslag van CO2.
Eerder tekenden Nederland en Denemarken met België al een akkoord over grensoverschrijdend CO2-transport. Hiermee ontstaat een open Europese markt voor CO2-opslag waarbij bijvoorbeeld toekomstige opslag van Nederlandse CO2 in lege gas- en olievelden onder de Noordzee in Denemarken kan plaatsvinden. De overeenkomst is ondertekend door minister Rob Jetten (Klimaat en Energie - Nederland) en minister Lars Aagaard (Klimaat, Energie en Utiliteiten - Denemarken).
Minister Rob Jetten (Klimaat en Energie): “Ondergrondse CO2-opslag is op korte termijn een kosteneffectieve maatregel voor het reduceren van broeikasgassen. Bovendien draagt de ontwikkeling van CO2-opslagprojecten bij aan koolstofverwijdering in de toekomst. Door de gezamenlijke inspanning van Denemarken en Nederland en het faciliteren van grensoverschrijdend CO2-transport zetten we belangrijke stappen richting een open Europese markt voor CO2-opslag die bijdraagt aan de Europese klimaatdoelstellingen en economie.”
Carbon Capture and Storage (CCS)
Het geavanceerde technologische proces, ook bekend als Carbon Capture and Storage (CCS), draait om het verminderen van de CO2-uitstoot van de industrie. Het begint met het afvangen van de CO2 zelf bij industriële installaties. Daarna volgt veilig transport naar geschikte opslagplaatsen zoals lege gas- en olievelden onder de Noordzee. Daar wordt de CO2 dan permanent opgeslagen, waardoor deze niet meer in de lucht terechtkomt en niet zorgt voor uitstoot.
De aanleg en exploitatie van infrastructuur is in principe aan bedrijven en marktpartijen onderling, maar ook (semi-)publieke partijen zoals havens en netbeheerders dragen bij. Nederlandse CCS-projecten komen in aanmerking voor ondersteuning vanuit het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) via de zogenoemde regeling SDE++ voor het stimuleren van duurzame energieproductie en klimaattransitie.