Nederlandse Staat naar Duitse rechter om kolenmaatregel
Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat stapt naar de Duitse rechter om de vraag of de aangespannen arbitragezaken van 2 elektriciteitscentrales een rechtsbasis hebben. Het Duitse recht biedt een unieke mogelijkheid om vooraf aan een arbitrageprocedure een rechter te vragen of de rechtsbasis wel geldig is. De twee bedrijven Uniper en RWE willen compensatie voor het sluiten van hun kolencentrale in 2030. Het ministerie is van mening dat de Wet verbod op kolen bij elektriciteitsproductie zorgvuldig tot stand is gekomen en het resultaat is van gedegen democratische besluitvorming, waarbij alle belangen zorgvuldig zijn afgewogen.
Minister Bas van ’t Wout:
'Iedereen die het niet eens is met het beleid van de overheid kan naar de rechter stappen. Uniper en RWE zijn ook naar de nationale rechter gegaan. Daarnaast hebben ze ook een arbitragezaak aangespannen. De behandeling van een arbitragezaak neemt vaak veel tijd in beslag en is een kostbare procedure. Daarom wil ik graag voorafgaand aan de procedure een rechter vragen of de rechtsbasis wel geldig is. Daarmee kunnen we de procedures mogelijk voorkomen en hebben we de belastingbetaler een hoop geld bespaard.'
Gegeven langjarige ontwikkelingen konden eigenaren van kolengestookte productie-installaties ervan uitgaan dat op termijn overheidsmaatregelen worden genomen voor het verminderen van CO2-uitstoot. Daar komt bij dat de wet alleen het gebruik van kolen als brandstof bij productie-installaties die elektriciteit opwekken verbiedt. Andere aanwending van de productie-installaties zijn mogelijk. Ook is er een ruime overgangstermijn van 10 jaar. In die periode kunnen exploitanten hun investeringen (deels) terugverdienen en deze termijn geeft ze de mogelijkheid om hun centrale om te bouwen voor voortzetting als elektriciteitscentrale op andere brandstoffen.