Meer samenwerking Nederland en België bij transport en opslag van CO2
Nederland en België hebben vandaag in Antwerpen tijdens het staatsbezoek van Koning Willem-Alexander en Koningin Máxima een akkoord getekend om meer te gaan samenwerken op het gebied van transport en opslag van CO2. Beide landen willen de industrie verduurzamen door grensoverschrijdend transport van CO2 tussen havens en industrie mogelijk te maken, zoals in Antwerpen, Gent, Rotterdam en Zeeland. Ook zetten beide landen in op toekomstige opslag van Belgische en Nederlandse CO2 in lege gas- en olievelden onder de Noordzee.
De overeenkomst is ondertekend door minister Micky Adriaansens (Economische Zaken en Klimaat), vicepremier Vincent Van Quickenborne (België) en de ministers Zuhal Demir (Vlaanderen) en Philippe Henry (Wallonië).
Minister Micky Adriaansens (EZK): “Het transport en de opslag van CO2 is geen doel op zich. Het is één van de manieren om onze industrie te verduurzamen en om CO2 te reduceren. Dat is van belang voor de klimaatdoelstellingen én de economie. Industriële clusters in bijvoorbeeld Antwerpen en Rotterdam hebben grote economische waarde en staan in hoog aanzien. Door in te zetten op schone industrie kunnen we wereldwijd koploper blijven. Daar trek ik graag samen met België op. Zo komt de grensoverschrijdende markt voor transport en opslag van CO2 op gang, blijven we aantrekkelijk voor bedrijven en maken ze hier de omslag van grijs naar groen.”
Carbon Capture and Storage (CCS)
Het geavanceerde technologische proces, ook bekend als Carbon Capture and Storage (CCS), draait om het verminderen van de CO2-uitstoot van de industrie. Het begint met het afvangen van de CO2 zelf bij industriële installaties. Daarna volgt veilig transport naar geschikte opslagplaatsen zoals lege gas- en olievelden onder de Noordzee. Daar wordt de CO2 dan permanent opgeslagen, waardoor het niet meer in de lucht terechtkomt en niet zorgt voor uitstoot.
Het kabinet werkt op dit moment aan beleid voor de marktordening van de CCS-infrastructuur. De aanleg en exploitatie van infrastructuur is in principe aan bedrijven en marktpartijen onderling, maar ook (semi-)publieke partijen zoals havens en netbeheerders dragen bij. Nederlandse CCS-projecten komen in aanmerking voor ondersteuning vanuit het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) via de zogenoemde regeling SDE++ voor het stimuleren van duurzame energieproductie en klimaattransitie.