Europese koplopers pleiten voor duurzamere textielbranche
T-shirts, spijkerbroeken, truien en jassen: je ziet het niet aan de kledingstukken die we dragen, maar de textielindustrie veroorzaakt meer CO2-uitstoot dan de zee- en luchtvaart bij elkaar. Elf Europese lidstaten pleiten voor ambitieuze Europese plannen om de sector te verduurzamen, op initiatief van Nederland. Dat staat in het joint paper dat gisteren naar de Europese Commissie is verzonden.
De tien andere landen zijn België, Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk, Luxemburg, Noorwegen, Oostenrijk, Spanje en Zweden. Met dit gezamenlijke Joint Paper willen de ondertekenaars de Textielstrategie waarmee de Commissie eind dit jaar komt ambitieus beïnvloeden.
Staatssecretaris Steven van Weyenberg (Infrastructuur en Waterstaat) zegt: “Minder CO2-uitstoot is één van de belangrijkste doelen uit het Klimaatakkoord van Parijs. We zien dat de textielindustrie hierin een belangrijke rol kan spelen. Ik vind het belangrijk dat Europa een ambitieuze verduurzamingsstrategie opstelt, zodat duurzame textiel een gewoonte wordt en we samen naar een schonere en gezonde toekomst gaan. Daarvoor hebben we met elf landen nu concrete maatregelen aangeleverd.”
In juni 2021 heeft Nederland de andere landen uitgenodigd om van gedachten te wisselen over de verduurzaming van de textielbranche. Uit die ontmoeting is nu een gezamenlijke brief opgesteld, gericht aan Eurocommissarissen Breton (Interne Markt), Sinkevičius (Milieu) en Timmermans (Klimaat). In deze brief pleiten de elf lidstaten voor heldere en ambitieuze doelstellingen op het gebied van inzameling, hergebruik en recycling van textiel.
Verplicht percentage herbruikbaar materiaal
Om de textielbranche te verduurzamen, roepen de elf landen de Europese Commissie op om in te grijpen op drie gebieden. Allereerst gaat het om betere producteisen. Zo zou elk kledingstuk een verplicht percentage aan herbruikbaar materiaal moeten bevatten, zodat recycling beter mogelijk wordt. Ook vragen de landen om zeer zorgwekkende stoffen, zoals PFAS in regenkleding, uit te faseren.
Vernietiging onverkochte kleding tegengaan
Daarnaast willen de lidstaten onderzoeken hoe de sector meer circulair kan worden. Kleding heeft een relatief korte levensduur, onder meer door modegrillen of door slechte kwaliteit. Daarom stellen de lidstaten voor te onderzoeken hoe kan worden gestimuleerd dat kleding langer meegaat. Hierbij horen ook maatregelen om het vernietigen van onverkochte kleding tegen te gaan, wat kledingwinkels nu soms noodgedwongen doen.
Greenwashen voorkomen
Tot slot vragen de landen om betere transparantie en consumenteninformatie. Zo zou bijvoorbeeld greenwashen moeten worden voorkomen. Een concrete maatregel is een verplicht label op elk kledingstuk. Daarop kunnen kopers meteen zien waarvan het shirt is gemaakt, en onder welke arbeidsomstandigheden dat is gebeurd.
Nederland als koploper
Staatssecretaris Van Weyenberg: “In mei 2021 heeft Nederland de Uitgebreide Producentenverantwoordelijkheid (UPV) voor textielfabrikanten aangekondigd. Vanaf 2023 worden producenten van consumentenkleding verantwoordelijk voor de inzameling, recycling, hergebruik en afvalfase van hun producten. Daar moeten we in heel Europa naar toewerken.”
Het is niet de eerste keer dat Nederlands beleid op het gebied van Circulaire Economie voorafgaat aan Europees beleid. Zo is het Nederlandse Plastic Pact ook gevolgd door het Europese Plastic Pact. Beide pacts bevatten afspraken met producenten, overheden en recyclers om plastic beter te verzamelen, te hergebruiken en te recyclen.