Toespraak minister Dijkgraaf bij de Nationale Herdenking Slavernijverleden op 1 juli 2024

Op maandag 1 juli 2024 hield minister Dijkgraaf (OCW) een toespraak namens het kabinet bij de Nationale Herdenking Slavernijverleden in het Oosterpark te Amsterdam.

hoe schrijven we onszelf
in dit volgende hoofdstuk
met hoeveel armen en met welke woorden zullen we het verleden
uit de schaduw trekken
in de ogen kijken
en omhelzen?

Woorden van Dichter des Vaderlands Babs Gons. Die ze schreef ter gelegenheid van de nationale slavernijherdenking vorig jaar.

Voor alle kabinetsleden is het heel waardevol om op onze laatste werkdag bij u te mogen zijn. We zijn hier in het Oosterpark verbonden met iedereen die mee herdenkt. Op het Museumplein, in Suriname, op Aruba, Curaçao, Sint Maarten, Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Of waar ook in de wereld.

Vergiffenis. Apologize. Diskulpa. Pardon.
Woorden maken een wereld van verschil. Hebben kracht. Kunnen helende balsem zijn. Maar ook wapens die diepe wonden slaan.

In de aanloop naar deze herdenking hebben woorden opnieuw wonden opengelegd. Ik heb uw ongemak gezien, uw zorgen gehoord, uw pijn gevoeld. Laten we moed putten uit een herdenking die waardig en gezamenlijk is.
En uit het besef van hoe ver we komen.

Kijk naar het afgelopen Herdenkingsjaar. Steden, instellingen en families brachten hun eigen weggedrukte slavernijverleden aan het licht. Boden excuses aan.

Op honderden plekken stond het slavernijverleden in de belangstelling. In herdenkingen, podcasts en dialogen. n slavernijwandelingen, lesmateriaal en toneelvoorstellingen. Meer mensen dan ooit zetten zich hier actief voor in. Vastberaden om dit werk voort te zetten.

Als coördinerend minister van het Herdenkingsjaar had ik het voorrecht om met u op te trekken. De vele, vele gesprekken hebben mijn blik geopend.

Ik dacht het wel ongeveer te weten. Maar ik moest leren hoe eenzijdig mijn kennis was, hoe benauwd mijn bubbel. Hoe diepgeworteld en wijdvertakt racisme en discriminatie in het heden zijn. En hoeveel ongelijkheid daar nog steeds uit voortvloeit. Iedere dag weer.

De gesprekken waren vaak pijnlijk, maar altijd waardevol. Ze leerden me dat de weg vooruit voor iedereen op een andere manier moeilijk is.

Je moet je blik 180 graden keren. Weg van je vertrouwde opvattingen en kennis. Met open vizier en oprechte nieuwsgierigheid naar de ander kijken. Je frontaal richten op het onbekende voor je. Waar je de weg niet weet, maar wel de richting. Vooruit.

Wat gun ik iedereen die open blik. Die zicht geeft op nieuwe verhaallijnen en perspectieven.

Het verhaal van de Inheemse gemeenschappen, verjaagd van hun land en tot slaaf gemaakt. Het onmenselijke geweld van eeuwen van slavernij, in alle windstreken. En het verzet ertegen.

De heldhaftige ontsnappingen, zoals door de Marrons. Het onrecht van de contractarbeid. Maar ook de doorwerking van dit verleden in het hier en nu, waar we zo’n onvolledig beeld van hebben. Al deze hoofdstukken zijn het waard om verteld en gehoord te worden.

Complete mensenlevens, hele gemeenschappen zijn bewust uit onze geschiedenis gewist. Maar toch bleef er iets leesbaar. Tussen de regels. Het meest kwetsbare en persoonlijke overleefde de geschiedenis wél.

Het liedje waarmee een moeder haar kind in slaap wiegt. Het recept dat van generatie op generatie gaat. De haardracht die een eigen taal spreekt.

Al deze vonkjes zijn nooit uitgedoofd. Deze zachte, kwetsbare krachten bleken oersterk. Omdat mensen die meedroegen in hun hart. Daar waar anderen niet bij konden.

Ze gaven hun cultuur door. Dierbare geschenken als rituelen, taal en familieverhalen.

Uit deze draden vlochten ze een onverwoestbaar koord van verzet. En nog elke dag maakt u dit koord een stukje langer.

Zonder het verzet van u en uw voorouders, zonder het doorzettingsvermogen van leraren, onderzoekers, activisten en vele anderen, waren het Herdenkingsjaar en de excuses van premier Rutte en de Koning er nooit gekomen. Excuses die wij als leden van het kabinet ook persoonlijk als zeer betekenisvol en historisch hebben ervaren.

De excuses hebben ruim anderhalve eeuw op zich laten wachten. Dat nog niet alle nazaten klaar zijn die te aanvaarden is daarmee zeer begrijpelijk. Kritiek is ook een groot goed. Ware emancipatie betekent dat er voor jouw mening, jouw verontwaardiging, jouw roep om gelijkheid geen andere spelregels gelden dan voor die van anderen. Dat jij net zo vanzelfsprekend ruimte kunt innemen in de samenleving als ieder ander.

Emancipatie is niets minder dan herstel van historisch onrecht. Dat is een grote opdracht, aan iedereen in de samenleving. Ook aan het volgende kabinet en alle daarna.

Ook vandaag zetten we stappen in dit herstelproces. Nazaten in Europees en Caribisch Nederland die de pijn van een plantageverleden meedragen in hun achternaam, kunnen voortaan hun naam wijzigen. En vanaf vandaag heeft het Papiaments ook hier, in het Europese deel van Nederland, een beschermde status.

Als Koninkrijk blijven we stappen zetten. Er komt een permanent Herdenkingscomité Slavernijverleden. Er komt een Nationaal Slavernijmuseum. Er is geld voor meer onderzoek en onderwijs. Zodat het hele verhaal verteld wordt.

Zo zullen we steeds meer weten. En wat we weten, kunnen we niet meer ont-weten. Weten maakt bewust.

De weg naar voren is lang en kronkelig. Tegenwinden zullen opsteken. Maar onze stappen zijn onomkeerbaar. Zoals de excuses onomkeerbaar zijn. Ze hebben de werkelijkheid veranderd. We zijn een drempel over.

Zo waar als wij vandaag samen zijn, dragen wij het verleden in onze genen mee. De pijn van dat verleden is ongelijk verdeeld.

Maar iedereen is erfgenaam van het verleden. En voorouder van de toekomst.

“Wie zijn we morgen?”, vroeg de Dichter des Vaderlands in haar gedicht.
Laten we het antwoord niet afwachten. Maar van nu af aan samen geschiedenis schrijven. Op weg naar een gedeelde toekomst.

Read the speech in English, in Papiamentú or in Papiamento.