Dierenwelzijn dierentuin en circusdieren
In een dierentuin worden wilde dieren minimaal 7 dagen per jaar tentoongesteld aan het publiek. Daarvoor gelden aparte regels en is een vergunning nodig. Om een vergunning te krijgen moet een dierentuin aan een aantal eisen voldoen. Zo stelt het Besluit houders van dieren bijvoorbeeld eisen aan de verzorging en huisvesting. Maar ook aan de registratie en conservatie. Daarnaast stelt het besluit ook eisen aan het informeren van het publiek.
Regels welzijn dieren in dierentuin
Voor het welzijn van dieren in een dierentuin gelden voorwaarden. De belangrijkste zijn:
- Dieren moeten de ruimte hebben om hun natuurlijke gedrag te kunnen vertonen. Bijvoorbeeld graven, klimmen, zwemmen en nesten bouwen. Ook moeten dieren volgens hun sociale leefstijl kunnen leven (in groepen of juist alleen).
- Dieren moeten voldoende ruimte hebben om zichzelf te verzorgen, te kunnen groeien en zich te kunnen voortplanten.
- Een dierentuin moet de veiligheid van mens en dier waarborgen. Zo moet een dierentuin maatregelen nemen om te voorkomen dat dieren ontsnappen. En er moeten plannen zijn in geval van calamiteiten.
- Een dierentuin moet een registratiesysteem hebben. Daarin staat informatie over de dieren, voeding, fokken en diergeneeskundige verzorging.
Geen wilde zoogdieren meer in circussen
De Rijksoverheid heeft het gebruik van wilde zoogdieren in circussen verboden. Dit verbod geldt sinds 15 september 2015.
Circussen mogen geen wilde zoogdieren meer gebruiken in hun voorstellingen. Ook mogen zij deze dieren niet vervoeren voor dit doel. Er is een lijst opgesteld met dieren die nog wel in circussen gehouden mogen worden.