Desinformatie, misinformatie en nepnieuws tegengaan

Desinformatie, misinformatie en nepnieuws kunnen tot onrust en onzekerheid in de samenleving leiden. Daarom neemt het kabinet verschillende maatregelen. En heeft de Europese Unie regels gemaakt voor grote technologiebedrijven, zoals Google, Facebook en X.

Wat zijn desinformatie, misinformatie en nepnieuws?

  • Desinformatie
    Desinformatie is onware, inaccurate of misleidende informatie die met opzet wordt gemaakt en verspreid om een persoon, sociale groep, organisatie of land te schaden. Of om geld mee te verdienen.
  • Misinformatie
    Misinformatie is iets anders dan desinformatie. Dat is de verspreiding van onjuiste of misleidende informatie zonder verkeerde bedoelingen. Dat kan bijvoorbeeld wanneer iemand een schokkend bericht leest maar niet weet dat dit bericht misleidende informatie bevat. Als die persoon dat bericht dan deelt, is het misinformatie.
  • Nepnieuws
    Een andere vaak gehoorde term is nepnieuws. Of in het Engels: fake news. Nepnieuws zijn verzonnen berichten die de vorm hebben van een nieuwsbericht, maar niet geschreven en gecontroleerd zijn door een professionele journalist. Het begrip nepnieuws wordt ook als synoniem gebruikt voor leugens en onzorgvuldige journalistiek.

Zorgen om echte en neppe berichten op het internet

De zorgen over misleidende en onjuiste berichten op internet nemen toe. Dat blijkt uit het Digital News Report 2024 van het Commissariaat voor de Media. Het aandeel Nederlanders dat zegt zich zorgen te maken over wat echt en wat nep is op internet is gestegen van 30% in 2018 naar 44% in 2024.

Nederlandse maatregelen tegen onjuiste en misleidende informatie

Het kabinet gaat desinformatie, misinformatie en nepnieuws met verschillende maatregelen tegen. Omdat ze cruciaal zijn in de Nederlandse samenleving, gaat daarbij de meeste aandacht naar het beschermen van:

  1. Democratische processen, bijvoorbeeld tegen onjuiste informatie over het verkiezingsproces;
  2. Volksgezondheid, bijvoorbeeld tegen onjuiste informatie over vaccinaties;
  3. Sociale en maatschappelijke stabiliteit, bijvoorbeeld tegen extremistische complottheorieën;
  4. Internationale veiligheid en stabiliteit, bijvoorbeeld tegen buitenlandse inmenging.

Ook wil het kabinet mensen weerbaarder maken tegen desinformatie en nepnieuws. Dat betekent dat iedereen weet hoe ze onjuiste informatie kunnen herkennen. Daarom wil de overheid de digitale vaardigheden van alle Nederlanders verbeteren. En steunt de overheid de websites Isdatechtzo.nl en Dichterbijhetnieuws.nl. Deze websites benadrukken waarom betrouwbaar en onafhankelijk nieuws zo belangrijk is. Ook laten ze zien hoe desinformatie werkt. En hoe het te herkennen is. 

Bij alle maatregelen die de overheid neemt om desinformatie aan te pakken, staan grondrechten zoals de vrijheid van meningsuiting en persvrijheid voorop.

Mediawijsheid op school

Ook scholen kunnen ervoor kiezen leerlingen te leren hoe ze veilig omgaan met het internet. Dit heet mediawijsheid. Bijvoorbeeld met speciale lespakketten: daarmee leren ze bijvoorbeeld beter met sociale media omgaan. En slim informatie zoeken en beoordelen. Een voorbeeld van een lesmethode is de nepnieuws-game Bad News.

Europese Unie gaat onjuiste en misleidende informatie tegen met de Digital Service Act

Ook de Europese Unie ziet de gevaren van desinformatie, misinformatie en nepnieuws. In de Digital Services Act (DSA) staan daarom regels voor online platformen zoals Google, Facebook en X. Het doel van de DSA is om online:

  • de verspreiding van illegale en strafbare informatie tegen te gaan;
  • de verspreiding van schadelijke, maar niet strafbare inhoud, zoals desinformatie tegen te gaan.

De DSA verplicht alle online platformen om:

  • Transparant te communiceren over wat ze doen om onjuiste en misleidende informatie tegen te gaan. Bijvoorbeeld in hun algemene voorwaarden. 
  • Bereikbaar te zijn voor slachtoffers die denken dat ze slachtoffer zijn van onjuiste of misleidende informatie. Bijvoorbeeld wanneer er van iemand een nepprofiel is aangemaakt, of als er van iemand een deepfake rondgaat. Mensen die hiermee te maken krijgen, moeten dit altijd kunnen melden bij het platform.

De DSA verplicht daarnaast de grootste online platformen, zoals Facebook, TikTok en X, om maatregelen te nemen tegen desinformatie. Door bijvoorbeeld te controleren of berichten wel kloppen. En onjuiste berichten te voorzien van een waarschuwing, of minder zichtbaar te maken. 

Belangrijk is dat de platformen daarbij wel de vrijheid van meningsuiting beschermen. Dat betekent dat desinformatie niet altijd wordt verwijderd. Als een platform een bericht verwijdert of voorziet van een waarschuwing, moet de plaatser van dat bericht in beroep kunnen gaan tegen dat besluit.

Factcheckers, media, wetenschappers en ngo’s helpen onjuiste en misleidende informatie tegengaan

Niet alleen de overheid speelt een rol in het tegengaan van desinformatie. Nederlandse factcheckers, media, wetenschappers en ngo’s doen dit ook zowel in Nederland als in Europa. Een voorbeeld is Nieuwscheckers, een factcheck-initiatief van de Universiteit Leiden. Deze website controleert twijfelachtige uitspraken en nieuwsberichten en leert mensen om kritisch naar berichten te kijken. 

Ook werken Nederlandse en Vlaamse factcheckers, mediaprofessionals en wetenschappers samen BENEDMO. Samen controleren zij nieuws, en maken ze campagnes over mediawijsheid. Ook monitort BENEDMO of Europees beleid tegen desinformatie werkt. 

Hulp voor lokale overheden zoals gemeenten

Desinformatie, misinformatie en nepnieuws kunnen ook op lokaal niveau grote impact hebben, bijvoorbeeld in de gemeente of bij de provincie. Zo kreeg de gemeente Bodegraven in 2021 te maken met onjuiste berichten, waardoor grote groepen mensen bloemen en folders kwamen leggen op de graven van kinderen. Dit tegen de wil van nabestaanden in. Ook kwamen er bij de gemeente tientallen bedreigingen binnen. 

Wanneer zoiets gebeurt, kan een goede reactie de gevolgen van desinformatie of misinformatie verkleinen. Daarom heeft de Rijksoverheid de handreiking omgaan met misinformatie voor medeoverheden gemaakt. Voor bijvoorbeeld politici of communicatieadviseurs. In de handreiking staan tips zoals:

  • wie zich binnen een organisatie het beste kan bezighouden met het tegengaan van onjuiste en misleidende informatie; 
  • welke preventieve maatregelen organisaties kunnen nemen; 
  • wat effectieve reacties zijn.