Wetsvoorstel Met één stem meer keus opnieuw in consultatie
Op dit moment stemmen we in Nederland bij verkiezingen altijd op een specifieke kandidaat van een partij. Met het wetsvoorstel 'Met één stem meer keus' komt daar een mogelijkheid bij.
De kiezer kan dan ofwel stemmen op een specifieke kandidaat, ofwel een stem uitbrengen op de hele kandidatenlijst van een partij. In dat laatste geval maakt de kiezer geen keuze voor een specifieke kandidaat van die partij. De aanpassing van het nieuwe stelsel zorgt ervoor dat kandidaten die bij een verkiezing veel ‘kandidaatsstemmen’ krijgen, in de meeste gevallen sneller verkozen worden dan nu het geval is. Hiermee wil het kabinet de band tussen de kiezer en gekozene versterken. Na eerder advies van de Raad van State is het wetsvoorstel aangepast en brengt minister De Jonge van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) het voorstel voor een tweede keer in consultatie.
In het huidige kiesstelsel lukt het over het algemeen maar weinig kandidaten, die niet al vanwege hun plek op de lijst verkozen waren, om in de praktijk een voorkeurszetel te bemachtigen. Bij de Tweede Kamerverkiezing van 2023 is het één kandidaat gelukt. Bij de Tweede Kamerverkiezing van 2021 lukte dit drie kandidaten. De rest van de kandidaten is verkozen vanwege hun positie op de lijst. Met het wetsvoorstel wijzigt alleen de zetelverdeling binnen partijen. De zetelverdeling tussen partijen verandert niet.
Minister De Jonge: “Door te stemmen, bepaal je samen met alle andere kiezers wie de volksvertegenwoordigers worden die de komende periode de volksvertegenwoordiging vormen. Een deel van de kiezers wil met zijn stem een bepaalde partij steunen. Anderen willen stemmen op een specifieke kandidaat, bijvoorbeeld iemand uit de eigen regio of die veel kennis heeft van een bepaald onderwerp. Met het wetsvoorstel versterken we de invloed van de kandidaatsstem. De plek op de lijst wordt minder bepalend, het aantal stemmen dat kandidaten halen wordt juist belangrijker. Zo willen we er aan bijdragen dat kiezers zich beter vertegenwoordigd voelen door de gekozen kandidaten.”
Voorkeurdrempel
Zowel de Staatscommissie parlementair stelsel, de commissie-Remkes, als het Burgerforum kiesstelsel adviseerde het nieuwe kiesstelsel in te voeren. Het kabinet heeft dit advies overgenomen. Het nieuwe kiesstelsel gaat na goedkeuring door beide Kamers gelden voor alle directe verkiezingen, dus voor de Tweede Kamer, provinciale staten, waterschappen, gemeenteraden en het Europees Parlement.
Onder meer naar aanleiding van een kritisch advies van de Raad van State heeft de minister van BZK onderzoek laten doen naar de gevolgen van de invoering van dit nieuwe kiesstelsel op de verschillende verkiezingen. Op basis van dat onderzoek is ervoor gekozen om het wetsvoorstel aan te vullen met een beperkte voorkeurdrempel voor de toewijzing van kandidaatszetels. Dat houdt in dat kandidaten eerst een bepaalde drempel moeten halen om in aanmerking te komen voor een kandidaatszetel.
Andere onderdelen wetsvoorstel
Het wetsvoorstel bevat ook drie andere onderdelen die voortkomen uit het advies van de staatscommissie parlementair stelsel: het aantal ondersteuningsverklaringen dat nieuwe partijen moeten verzamelen om aan de verkiezing mee te kunnen doen wordt verhoogd. Zo wordt beter geborgd dat nieuwe partijen over enig draagvlak beschikken. Ook de waarborgsommen die gelden voor nieuwe partijen die deelnemen aan verkiezingen worden omhoog bijgesteld, om zo een lichtvaardige deelname aan de verkiezingen tegen te gaan. Ten slotte hoeven partijen nog maar één kandidatenlijst per partij per verkiezing in te dienen, in plaats van één per kieskring, wat de administratieve lastendruk voor politieke partijen vermindert.
Consultatie
Omdat het wetsvoorstel op verschillende punten is aangepast en aangevuld, en dit voorstel een ingrijpende wijziging van ons kiesstelsel is, kiest de minister van BZK ervoor om het wetsvoorstel opnieuw in consultatie te brengen en vervolgens de Raad van State om advies te vragen. De consultatie start vanaf 16 januari 2024 en iedereen die dat wil kan een reactie geven tot en met 18 maart 2024.