Defensie: Marinierskazerne mogelijk niet naar Vlissingen
De mariniers verhuizen, als het aan Defensie ligt, niet naar Vlissingen. In plaats daarvan wordt gedacht aan een nieuwe kazerne op Kamp Nieuw Milligen bij Apeldoorn. Dat staat in het voorgenomen besluit dat het kabinet vandaag heeft genomen. Tegelijkertijd stelt het kabinet in het voorgenomen besluit dat Zeeland in dat geval op een rechtvaardige wijze moet worden gecompenseerd.
Staatssecretaris Visser van Defensie liet eerder deze week in een gesprek met Zeeuwse bestuurders weten dat ze grote aarzelingen kent om de geplande bouw van de kazerne in Vlissingen door te laten gaan. De staatssecretaris gaf daarbij aan dat die bezwaren op het personele, operationele en financiële vlak lagen. Zij heeft afgelopen jaar in de Tweede Kamer herhaaldelijk haar zorgen geuit over de relatief hoge uitstroom bij het korps mariniers, met name in de groep ervaren onderofficieren en jonge officieren.
Het aantal ervaren mariniers dat onvoorzien vertrekt bij het Korps Mariniers is de afgelopen jaren hoger dan gewenst en de onrust onder het personeel over de verhuizing is toegenomen naar mate de verhuizing dichterbij kwam. Naar aanleiding hiervan groeiden de zorgen over de toekomstbestendigheid en continuïteit van het Korps Mariniers. Daarom is het besluit uit 2012 om naar Vlissingen te verhuizen opnieuw onder de loep genomen, waarna onderzocht is of er eventueel alternatieve verhuismogelijkheden voor het Korps Mariniers zouden zijn.
Daarbij ging het om de volgende uitgangspunten: de continuïteit van het Korps Mariniers, de toekomstbestendigheid, de realisatie van een fit for purpose kazerne en de kosten.
Allereerst is voor Nederland een goed gevuld en inzetbaar Korps Mariniers van belang, zeker gezien in de huidige mondiale en nationale veiligheidssituatie. Daarnaast is de realisatie van een kazerne die voldoet aan de operationele behoeften, zoals nabijheid van voldoende geschikte oefen- en trainingslocaties belangrijk. Tot slot spelen financiën ook een rol. De realisatie van een nieuwe marinierskazerne vraagt om een aanzienlijke investering van Rijksmiddelen die doelmatig besteed moeten worden. Na het bekijken van 16 locaties, waaronder Vlissingen en Doorn, komt Kamp Nieuw Millingen bij Apeldoorn als meest geschikt naar voren.
Hoe nu verder
Het kabinet realiseert zich dat het voorbije proces en het voorgenomen besluit om de kazerne niet in Vlissingen te bouwen in strijd is met de gesloten bestuursovereenkomsten en er daarom noodzaak is tot compensatie voor Zeeland en Vlissingen. Hiermee ligt er een opgave voor het kabinet. Het kabinet hecht aan een zorgvuldig vervolgproces dat gezamenlijk met de provincie Zeeland, de gemeente Vlissingen en het waterschap Scheldestromen wordt doorlopen. Het kabinet heeft daarom ook het voorgenomen besluit genomen tot compensatie die hieraan op een rechtvaardige wijze tegemoet komt. Het kabinet heeft daartoe in overleg met de provincie, gemeente en waterschap besloten een speciaal adviseur te benoemen, die onder regie van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties nog voor de zomer zal onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om die compensatie vorm te geven.
Deze adviseur krijgt daarbij de opdracht de compensatie langs drie sporen te bezien. Allereerst brengt de adviseur de kosten die partijen hebben gemaakt in de uitvoering van de gesloten bestuursovereenkomsten in kaart. Ten tweede dient deze adviseur, rekening houdend met gerechtvaardigde verwachtingen, een pakket aan concrete maatregelen voor te bereiden waarmee de economische structuur in Zeeland en Vlissingen kan worden versterkt. Ten derde dient de adviseur de mogelijkheden om het beeld van het vestigingsklimaat in Zeeland te versterken, in zijn advies te betrekken. Dit advies moet leiden tot een voor zowel Zeeland, Vlissingen als kabinet aanvaardbaar compensatiepakket dat recht doet aan de geleden directe schade, alsook perspectief biedt op duurzame sociaaleconomische effecten voor de regio vergelijkbaar met wat de beoogde komst van de marinierskazerne de regio zou hebben gebracht.